zaterdag 22 augustus 2020

Fantastic Four

10 uur 's ochtends: weer twee meter klimop boven aan de zijkant van mijn huis weggehaald. Het is een prima werkje om in de ochtend te doen, als dat deel van het huis nog in de schaduw staat. De ervaring van de vorige keer sla je toch ergens op in je lichaam: ik vind het nu minder eng en heb ook twee keer zo snel gewerkt. Laat nu het tweede kopje koffie maar komen en de zaterdagkrant.

Gisteren nam ik bijna mijn paraplu mee bij het boodschappen doen in de ochtend, zo donker en koud was het. Ik had mijn badlaken al in de wasmachine gestopt: einde van de warme zomer, zo dacht ik. Maar verhip: het klaarde allengs op, er verschenen zowaar blauwe luchten en een felle zon, al woei het wel heel hard. Dan toch nog maar even naar de waterplas, al is het naar om uit te waaien en de glinstering van de zon op het grote wateroppervlakte te zien: binnenkort vertrek ik naar de bossen, dat is weer andere koek.

Ik nam een pocket mee die net in de bus was gevallen: The Fantastic Four, een ‘comic’, geschreven door Stan Lee en getekend door Jack Kirby. Beide horen bij de founding fathers van het Amerikaanse Marvel en DC-universum. Dat realiseer je je dan ineens: ooit hebben sommigen voor het eerst vliegende superhelden getekend, en gevechtsscenes met de booswichten, hoe laat je ze bewegen door een stad en het landschap en hoe verzin je een scala aan goede en kwade types met allemaal eigen kwaliteiten, als gave of een vloek? Deze twee begonnen ermee met heldere primaire kleuren en een grappige, ironische toon en ze treden zelf ook op in de strip, zichzelf een beetje op de hak nemend, heel verfrissend.

Het grappige aan de Fantastic Four is, dat het gewone mensen zijn, die doordat er de een of andere kosmische straling hen geraakt heeft, ze ineens nieuwe eigenschappen hebben gekregen. Reed Richards kan helemaal elastisch worden en elke vorm aannemen die hij wil. Zijn verloofde en later zijn vrouw Suzanne Storm kan een soort onzichtbaar schild om alles  blazen, waardoor wie erin zit onkwetsbaar wordt, haar broertje, de tiener Johnny kan zich veranderen in louter vuur, wordt de menselijke fakkel genoemd  en kan door de lucht vliegen en hun goede vriend  Ben Grimm is heel sterk en van een soort van aarde geworden en daardoor ook onkwetsbaar. Samen zijn ze een soort van familie en wonen met elkaar en zijn een superteam. Daardoor zijn hun dialogen soms knus en huiselijk met menselijke irritatie onderling, terwijl ze tegelijk de wereld aan het redden zijn met hun superkrachten. Ze staan ook voor de vier elementen: water, lucht, vuur en aarde die elkaar nodig hebben.

Bij de waterplas bleef ik toch tot zonsondergang hangen, al had ik geen echt eten bij me en ik mij voedde met stroopwafels en amandelnootjes. Na de harde wind, waar de meeuwen nauwelijks tegenin konden vliegen, het nieuwe thema kleine kreeftjes waren, die kinderen met netjes vingen en er griezelend omheen stonden, hoorde ik Spaans spreken, er klonk salsamuziek, er ontstond een feestje achter mij, iedereen keurig op anderhalve meter afstand van elkaar, dat kon makkelijk. En het werd windstil. Een aangenaam sfeertje. Al met al dus een ‘fantastic four’, in deze waarschijnlijk laatste warme zomerdag: zon, water, wind,  muziek.