Het is nu helemaal bewolkt. Zou het gisteren dan de laatste warme zomerdag zijn geweest en breekt nu dan het ‘Nederlands-zomerweer’ aan, zoals dit is gaan heten sinds de tropen dichterbij zijn gekomen? Voor het eerst bijna twee weken op rij zo warm en ik geniet er alleen maar van en fietste elke dag naar de waterplas met boekjes en wat eten.
Wanneer je ergens dagelijks komt, zie je ook anderen dagelijks komen. Ik noem mezelf een gewoontedier, en zie anderen ook zo zijn. Een vrouw die standaard op haar vaste plekje midden in het zand plaats neemt. Ook als het heel rustig is, zoals de afgelopen dagen na de ergste warmte. Ik besloot zelf af te wijken van mijn standaard plek aan de kant bij het riet en ging ook middenin zitten. En toen ging ze vlakbij me zitten, terwijl er overal heel veel ruimte was: O, ik zat in de buurt van ‘haar plekje’ en zij week niet.
Zelf ben ik wel gaan wijken voor een stel met twee grote plastic ronddrijfbanden: zwart en roze. Ze vielen me voor het eerst op toen ze op mijn favoriete plek zaten: vlakbij het water en het riet en ik toen ‘tweederangs’ achter hen ben gaan liggen. Zij blijven lang, net als ik tot de zonsondergang. Toen kwam er een dag dat ik er eerder was dan hen. En net zoals die vrouw gingen ze vlak naast mij liggen en niet veel verder weg, ondanks alle ruimte. Er kwamen nu ook anderen bij hen op bezoek: een vrouw met een kind, een luidruchtige man met de hele tijd een bierblikje in zijn hand. Ik kon het gesprek dus goed volgen. En nu bleek dat ze het over ‘de opvang’ hadden en begeleiders, wie wel te pruimen was en wie niet en het meisje met de roze zwemband vertelde hoe het was toen ze net binnen kwam en dat het niet lukte om vervangende woonruimte te zoeken...
En ineens had ik ook te doen met dat jonge stel, dat ook graag bovenop elkaar ligt tegen het riet aan en dat ook blijft als er een onweersbui aankomt, ze dekten hun spulletjes af en gingen onder een boom zitten, terwijl ik naar mijn fiets liep. Ik blijf omdat ik het er aangenaam vind, zo lang als ik wil. Zij zijn er omdat ze hier wat privacy hebben en enige ruimte om hen heen. Dus sindsdien ga ik niet meer op ‘hun plek ‘ liggen, hun ‘gewoontedier-zijn’ is ook een kwestie van een thuisplek creëren...
Gisteren kwamen ze inderdaad ongeveer een half uur na mij en waren er nog terwijl het er allang bewolkt was en er bijna niemand meer was. Ik bleef omdat ik mijn boek wilde uitlezen: Een rooie aan de kant van de weg van Anne Tyler. Ik ben wel fan van haar, zij is voor mij bekend geworden met Accidental Tourist, ook verfilmd, over een man die reisgidsen schrijft vol praktische tips vanuit zijn leunstoel thuis met het motto: hoe kun je op reis het zo gemakkelijk maken, dat het net lijkt of je thuis bent? Zelf reist hij dus nooit voor de lol. Dinner at the Homesick Restaurant is een andere van haar die ik binnenkort wel weer eens wil overlezen.
Dit boek nu,‘Een rooie... heeft diezelfde Anne Tyler-receptuur: een man van middelbare leeftijd, alles gaat zijn gangetje met veel vaste gewoontes, maar hij dreigt een beetje de greep op zijn leven te verliezen, het lijkt ook wel een kaartenhuis en als lezer zie je eerder zijn blinde vlek dan hijzelf: te snel tevreden, iets te passief, verdoofd door : ‘Het is nu eenmaal zo, zoals het is’. En je weet ook dat Anne Tyler langzaam bouwt naar een climax, waar alsnog er verandering plaatsvindt. Bij deze man met een eigen computerbedrijfje en conciërge van zijn flatgebouw, wonend in het souterrain komt er een jongen langs die denkt dat hij de biologische vader is en zijn vriendin maakt het uit: hij weet niet waarom en vindt het onrechtvaardig, maar ja, hij kan daar niks aan doen... of toch wel?
De titel van het boek is wel een grappige verwijzing naar zijn staat van zijn: hij begint slechter te zien en denkt steeds dat de rode brandkraan op de hoek van zijn straat, waar hij elke ochtend langs jogt, een persoon is: elke dag weer, denkt bij dat tóch even. Hij is dus door en door een gewoontedier. Subtiele trekjes herken ik wel: mijn eerste neiging is ook om, wat goed bevalt telkens weer te herhalen, makkelijk toch?
Ondertussen is het nog steeds bewolkt en voel ik een enkele vage druppel regen, ik ga dus waarschijnlijk niet naar de waterplas. Wat zou het stelletje doen? En zometeen wordt het herfst: Waar vinden ze dan een schuilplek?