zaterdag 24 oktober 2020

Boslust

Door een oranje herfstbos (aan die kant groeien meer beuken, die zijn al verder in hun herfstig verval) was ik naar de supermarkt gelopen. Voor de laatste keer tot het weer lente wordt, wel jammer de eerstvolgende supermarkt is in Hoenderloo, bijna vier kilometer verder.  Daar kom ik opnieuw de overbuurvrouw tegen, kon ik meteen haar naam vragen, die wist ik niet realiseerde ik mij onlangs, terwijl zij me steeds begroet met: Ha, Mirjam! Zij heet A. naar de engelen en dat is ze wel een beetje,want door haar stromen de spullen binnen. Eerst de grasmaaimachine en nu heb ik ineens vier witte plastic tuinstoelen, twee laat ik er buiten staan, fijn, want ik had dit al gemist  bij het sterren kijken.

Ik was door het bos weer teruggewandeld, en zij was al gearriveerd, want zij gaat met de auto. Het leek alsof ze mij opwachtte want ik kwam aangelopen en ze riep me. De buurman die na 23 jaar weggaat en van wie ik ook de grasmaaimachine had, had nog tuinstoelen in zijn schuur.Ik zag hem en vertelde hem hoe blij ik was met de grasmaaimachine omdat ik het anders met de  snoeischaar had gedaan. ‘Zie, nou wel  dat zei ik je toch!’, zei A. Die buurman verexcuseerde zich dat de stoelen niet gewassen waren en  bood  ook nog aan, ze naar mijn huisje te dragen. Het moet niet gekker worden. ‘Met een lach en een traan‘, vertrok hij, ‘Wij hebben hier zoveel goede herinneringen liggen, maar je wordt ouder en dan moet het weer anders’, zei hij. 

‘Als je van lezen houdt, dan moet je dit meenemen’ , wees A. in de winkel. ‘Het speelt zich af bij ons en de schrijfster heeft er ook een huisje. Boslust van Nan Adams, het is een detective.’ Natuurlijk nam ik het mee en Boslust blijkt de naam van de camping. Het speelt zich af midden in de zomer, zo ken ik het hier nog niet, waar het ruikt naar BBQ en het bij het zwembad en op het terras druk is. Het gaat over bingoavonden, die eindigen in een polonaise en over families die hier al generatie op generatie wonen, wier kinderen hier vriendjes waren en boshutten bouwen, ik heb er nu twee hier in de buurt gezien, die dan zelf ook weer een chalet kopen. Een sociale kaart die de mondelinge verhalen die ik al gehoord heb, bevestigen. 

Het is lekker vlotjes geschreven, het is een detective met uiteindelijk een nog ingewikkelder plot, dan ik verwacht had, die tot je komt middels een brief die in een klein bruin envelopje achter in het boekje geplakt zit. David is piloot en heeft hier een chalet gekocht omdat al zijn jeugdherinneringen hier liggen. Hij was vriendjes met Thom, maar die vriendschap is kapot gegaan, toen hij zag dat deze in de kantine wel erg vrijpostig om ging met zijn vrouw Miranda, ze hebben elkaar al zes jaar niet gezien. Dan komt Thom onverwacht op de camping om de caravan van zijn ouders leeg te ruimen, met zijn zoontje. De barman van de kantine flapt eruit dat David’s zoontje en het zoontje van Thom héél erg op elkaar lijken...Thom wordt die nacht dood gevonden in het toiletgebouw, is hier wat aan de hand? De politie constateert een hart stilstand. Het plot gaat veertig jaar terug in deze families.

De buren tegenover mij komen hier ook al 43 jaar en hun dochter heeft ook een chalet , iets verderop. Ze zijn de boel winterklaar aan het maken, het zeil van de grote partytent is weg, dus ik heb tot de lente ook geen felle kerstverlichting meer in het weekend. Voor hen geldt bijna  zo’n zin in het boekje: ‘in de jaren zeventig verliefd geworden op dit prachtige plekje aan de oostelijke rand van de Veluwe en nooit meer weg gegaan.’ Ik zelf verwacht ook niet snel weg te gaan. De titel van het boekje blijkt uiteindelijk dus érg dubbelzinnig, maar ik houdt het dan gewoon bij de naam van de camping, zo wil ik dit wel beleven: Boslust.