donderdag 8 oktober 2020

Héérlijk. Treurende man. Héérlijk

Héérlijk! Om na januari weer voor het eerst in Nederland in een museum te lopen. Ik werd me weer bewust dat de museale kunstruimte de enige andere is, naast een kerk of een kathedraal of een tempelcomplex, waar je in kunt wandelen en alles om je heen gebouwd is om je te omhullen en vrijuit te laten ademen in schoonheid, waardoor je een besef krijgt van alles wat het dagelijkse leven overstijgt, waar jubel en intensiteit aanwezig wordt; zowel de hoogtepunten en dieptepunten van het leven en alles wat er in je kan woelen.

Ik belandde door de uitgezette looproute in het Kröller-Müller Museum direct in de tentoonstelling Paint it  Black, vol zwarte objecten, een heel slim gekozen thema in het Black Lives Matter bewustzijn dat de wereld zoals de pandemie, over is gegaan. Zwart is voor sommige kunstenaars de meest volledige kleur, omdat het alle andere kleuren in zich herbergt. Ik werd vooral geraakt door de combinatie van zwart, verspreid in een ruimte, in allerlei vormen, terwijl door de grote ramen de bomen ook al geel met enige toetsen rood kleurden te midden van ademend groen.

Heerlijk ook, om dat pas in de middag te besluiten om te gaan doen, toen het weer opklaarde: nog even anderhalf uur naar het museum na een prachtige fietstocht door het Deelense veld, de uitgestrekte heide die ik op de heenweg naar Hoenderloo van de andere kant al heb bewonderd. En nu helemaal stil, geen fietser, geen enkel autogeluid... ook een ruimte om je heen die je zinnen verzet naar verte en onbepaaldheid en leegte.

De verzameling van Van Gogh was door de looproute nu als het ware in tweeën geknipt en voor het eerst werd ik de werkelijkheid in gezogen van de Treurende Man: een man op een houten stoel met zijn hoofd in zijn handen, gekleed in het blauw, terwijl achter hem een haardvuurtje flakkert. Dat blauw, die subtiele beweging, alsof je de man ziet snikken, door de golvende penseelstreek... alsof die hele coronatijd, een pandemie die de hele wereld schokt, in dit ene schilderij vorm heeft gekregen...

Nu zag ik pas helemaal op het einde, als afsluiter van dit museumbezoek, mijn allereerste schilderij dat indruk op mij heeft gemaakt: Een familie in een zomerse boomgaard van Theo van Rijsselberghe. Ik zie me weer dat kind zijn, die maar geen afscheid kon nemen van dit schilderij, mijn ogen er niet van af wilde trekken, ik hoor mijn moeder achter mij zeggen: Mirjam kom nou, we gaan! Het hing indertijd midden in de Van  Gogh verzameling in een apart zaaltje. Pas heel veel later, in mijn puberteit zou ik ook zo overdonderd raken door de schilderijen van Van Gogh: de zwarte kraaien die opstegen boven een korenveld met donkere luchten gaven precies mijn toenmalige gemoedstoestand weer. 

Nu moést ik iets in de museumwinkel kopen, al was het maar één kaartje om op te hangen in mijn boshuisje, om mijn eerste museumbezoek in Kröller-Müller te markeren, want ik verwacht dat er nog velen zullen volgen. Ik vond een heel klein dienblaadje met de afbeelding van die vrouwen in de groene boomgaard, dat op de rand van mijn bank past. Thuis zette ik daar een glaasje jonge jenever op, een drankje dat in mijn studententijd, hét drankje was en dat ik sindsdien, zo ongeveer, niet meer tot mij had genomen. Zo, een cirkel is weer rond, ik houd wel van volledige cirkels. Ondertussen vult het boshuisje zich met de klanken van een playlist met Choral Music van Spotify: héérlijk!