Ik stond op het punt om mij naar de receptie te begeven. Of iemand mij kon helpen met het aansteken van de gaskachel, het zou een regenachtige dag worden en dat blijft het ook de komende week, dus warmte wordt wel nodig. Alhoewel het met de warme fleece-deken op de bank nog aardig was om te doen; een beetje ‘ontbering’ zoals dat ook is bij kamperen houdt de zinnen scherp.
Toen verscheen het golfwagentje bij de kast die aan de voorkant van mijn terreintje ligt, een van de drie mensen van de technische dienst. Maar hij kon geen gaskachel aan maken, hij kwam de elektriciteit opmeten. Wél even van hem geleerd dat wanneer de elektriciteit het helemaal niet meer doet, ik dan dus naar buiten moet lopen en in dat kastje de schakelaar om moet zetten. Voor gedeeltelijke storing , zijn er ook schakelaartjes boven in mijn slaapkamertje, had ik al gezien. In dit huisje zit het er dus allang, in mijn huurhuis heb ik tot een aantal jaren geleden het gedaan met zo’n ouderwetse stoppenkast.
‘Vraag het Adri maar, die kan het wel’, zei hij, zij beide zijn hiernaast een nieuw terrein bewonersklaar aan het maken. Adri kwam, moest even doorzetten en toen kwam er dat ouderwetse geluid dat je de vlam hoort aangaan en een zuigend geluid uit de schoorsteen. Wat leuk: als hij vlammen geeft, dan zijn daaronder takken te zien, het geeft dan het idee van een haardvuur! Ineens is er dan een warmtebron binnen, van die behaaglijke warmte, die niet uit de centrale verwarming komt.
Ik dacht terug aan vroeger: wij hadden thuis een oliekachel met een grote olietank buiten en daartoe kwam de olieman die vullen. Het was de enige warmtebron in huis en de gevleugelde woorden waren: ‘Deuren dicht!!!’ Als we de huiskamer uitliepen moesten we de deuren naar de keuken en de gang sluiten zodat de warmte niet weg kon. En boven in de winter vroren de ramen dan dicht en stonden er ijsbloemen op de ruiten. In de badkamer hing er een hoge straalkachel: je zou zeggen dat dit met de huidige strenge brandvoorschriften als levensgevaarlijk zou worden beschouwd: een elektrische kachel, zó dicht bij het water. Ik ging met mijn twee broertjes gelijktijdig in bad. Samen spelen in het water en dan één voor één de haren wassen en dan eruit en afgedroogd worden, en dan met je rug zo dicht mogelijk onder de straalkachel staan.
Hier heb ik juist alle deuren open gedaan; naar het slaapkamertje en het kamertje met het semi-bureautje, het opklaptafeltje waar zo lang, meer dan twaalf jaar, mijn permanente kerststal op stond. En ja, de warmte verspreidt zich ook daarheen en de kilte is overal aan het verdwijnen. Wat is dit heel erg aangenaam, terwijl de regen om mij heen tikt. Af en toe slaat hij aan, zoals een geiser, de eerste keer denk je: wat gebeurd er nu dan?
Op internet begint er een bericht dat een gashaard wel wat voor oudere mensen is, ook al hebben ze verder centrale verwarming. Omdat het zo fijn, vlug warm wordt. Mijn gaskachel blijkt een merk te hebben: Bocal A113 Millennium. Het energielabel is C, dus niet het aller-aller milieuvriendelijkst. Een middenmoot. Volgens ‘t Stokertje, een installatiebedrijf, heeft met deze kachel ‘de winter geen schijn van kans in uw huis. Heerlijke warmte en extra sfeer’.