zondag 4 oktober 2020

Dierendag

Vandaag zag ik het tafereel van twee jonge mannetjesherten die met de koppen tegen elkaar duwen en hun geweien in elkaar laten verstrengelen, het leek geen wapengekletter of grootse strijd, eerder een aftasten van elkaars kracht. Toen keken ze op, beide met de koppen naar links, dus ik ook met mijn verrekijker. Er kwam een groot edelhert aan met een groot gewei die meteen naar de jongemannen stormde en ze wegjoeg. Daarna ging hij achter oudere vrouwtjesherten aan, die allemaal wegsprongen. In dit hele tafereel graasden onderwijl wel veertien vrouwtjesherten, onverstoorbaar en kwam er ook nog eens een heel groot donker everzwijn, die verder door iedereen genegeerd werd.

Ja, het is dierendag en ik heb mijn portie dus wel meegekregen. Het gekke was dat ik onderwijl de hele tijd dacht: het lijken wel mensen. Die interacties, dat gedoe, dat om elkaar heen draaien, elkaar ontwijken, een vreemdeling negeren. Dierendag of ook wel het feest van Franciscus... en ook daar was ik mij van bewust bij het ontwaken en de boswandeling in de ochtend, waar af en toe wat wielrenners achter elkaar, in eendere kleding doorheen jakkerden. Ik zie ze aan, zoals het wild in de late middag:  andersoortig wezens en waarom zijn het alleen maar mannen? Is dat het fameuze testosteron dat een uitlaat moet vinden op een wielrennerszadel, zoals het paraderen met een gewei op je kop?

‘Je wordt hier zó in de groep opgenomen, maar het is net een middelbare school’ zei een buurvrouw van verderop, die ineens voor mijn raam stond te gebaren. Ze vroeg of ik een oude grasmaaimachine wilde hebben, (Ja, graag!),  die ze weer gratis had zien staan bij haar achterbuurman, die na 23 jaar vertrekt; hij is te oud geworden. Het blijkt dat er anders feestjes en bingo en klaverjassen en BBQ’s worden georganiseerd, en alle bewoners worden daarvoor per mail uitgenodigd. Er blijken ook heel wat families verspreid hier te zitten, zussen, ouders en kinderen en dus ook opa’s en oma’s. Voor je het weet wordt je een deel van een kudde die hier aan de bosrand woont...

Ach, ik vind het wel grappig, ik heb niet voor niks met plezier in de wijkcentra gewerkt, ik wil best wel weer eens de polonaise doen of aan de andere kant van de bar aan tafels klaverjassen. Ik vermom me dan als hert, maar ga dan ook onverstoorbaar mijn eigen gang, zoals dat everzwijn. Maar nu kan de middelbare school niet doorgaan, wegens Corona. ‘In de winter, dan zijn er maar vijf of zes mensen’, zei ze, ‘dan hoor je alleen je eigen voetstapppen’. O!, daar verheug ik mij heel erg op’, zei ik, ‘De stilte!’