dinsdag 13 oktober 2020

Le Saison des Fêtes van Pierre Huyge

Ik ben een verzamelaar van leuke plekjes. Zo weet ik in Venetië wel een paar plekjes waar het prettig toeven is; door het uitzicht of omdat het daar rustig is of omdat je er zo fijn met je voeten in het water kan bungelen, dat mag geloof ik niet, maar ergens achteraf, bij een bruggetje ziet niemand dat. Op Terschelling weet ik dat je, met uitzicht op de haven heel fijn in een golvend kunstwerk kunt gaan liggen, dat omdat het van ijzer of een ander metaal is, heel lang de warmte vasthoudt. Dus dan lig je er, met warmte in je rug, terwijl er een frisse bries waait.

Daar dacht ik aan, nu ik een plekje heb gevonden in de beeldentuin van het Kröller-Müller museum, midden in een kunstwerk van Pierre Huyge: Le Saisons de fêtes. Je betreedt het gebiedje langs kleinere zandheuveltjes en in het midden is er een betonnen cirkel met als eyecatcher een palmboom. Pal ernaast een kerstboom en een nu geel gebladerde Japanse kersenboom is het, geloof ik. Er bloeien nu roze rozen in en pompoenen, varens, hersftasters en nog veel meer. Om de cirkel is een vierkant ‘pleintje’ van beton en op de hoek ervan, bij de ingang, zeeg ik neer en dronk er thee en at een boterham.

Ideaal, het is er windstil door de zandheuveltjes en zonnig en ik zat helemaal in de sfeer van Pierre Huyges en dacht terug aan het gebiedje dat hij op de Documenta in 2012 heeft gemaakt. Een vergelijkbaar landschapje met heuveltjes en daar werd het midden gedomineerd door een beeld van een vrouw,waarvan het hoofd een zoemende, levende bijenkorf was. Er liep een hazewind-achtige hond rond met een roze poot, die Human heette, er was een stukje dat stedelijk van sfeer was door opgestapelde platen. Ook hier was er aan een andere rand van het ‘pleintje’  een soort abstract beeldhouwwerk dat geen  natuurlijke associatie had en eerder aan industrie deed denken.

Het blijkt dat de cirkel in 12 segmenten is verdeeld, die elk verwijzen naar iets uit de natuur dat aanwezig is bij een feest:  een kerstboom dus bij het christelijke feest, kersenbloesem bij het Japanse Lentefeest, pompoenen voor Halloween, rozen voor Valentijnsdag, asters voor Allerzielen, de varens deden mij denken aan het groene blad bij hindoeïstische tempeltjes.  En misschien dat de palmboom verwijst naar Palmpasen. Het zand blijkt bij het Kootwijkerzand in de buurt gehaald te zijn en wat verrassend was,  dat het zand aan de randen van het pleintje heel nat was, moerassig, zo dat je er met je voeten onverwachts inzakte, terwijl op de zandheuveltjes overal bordjes geplaatst waren dat je die niet mocht betreden.

Pierre Huyges weet je in een soort van tussenruimte te brengen; tussen natuur en cultuur, tussen wat beheersbaar is en daar waar de natuur haar eigen gang gaat.. En nu maar hopen dat ik in deze Coronatijd dit nieuw ontdekte plekje vaak kan opzoeken. Het zou mooi zijn als ik de seizoenen van Saisons de Fétes mee zou kunnen volgen, maar ik weet het niet... 

Zoals niemand nu veel weet, nu er in de persconferentie een gedeeltelijke lockdown is aangekondigd, de natuur gaat gedeeltelijk haar eigen gang, mits wij het nu met een ruige hamer de kop in kunnen drukken.  In het journaal kwam er een reportage vanuit het Sonsbeeckpark en dan blijft er toch één ding wel mogelijk: een man op een bankje in de zon zei: nou, dan voorlopig maar naar buiten! Ja, het feest van de seizoenen blijft wel gewoon overal waarneembaar, daar kun je van blijven genieten.