Ik snapte aanvankelijk niks van het programma, dat gepresenteerd wordt door journalist Stevo Akkerman, wel verrassend, hij is columnist bij Trouw, drie keer in de week en voor mij een van de redenen om abonnee te blijven omdat ik zijn analyses en waarnemingen erg waardeer. Ik zag tussen de interviews met ‘deskundigen’ (psychiater, psycholoog, schrijver, godsdienstfilosoof) door, een mevrouw in een rood mantelpakje bij mensen in huis komen en die vertelden dan iets over hun angsten. Het kwam mij allemaal wat onsamenhangend over.
Dus ik besloot naar de eerste aflevering te kijken die op 5 november gestart is en dat begon met dezelfde mevrouw die een rond gebouw inloopt vol kamers en deuren, waar een afbeelding van angst op geschilderd is en daar ontmoet zij een meneer die haar vraagt of ze klaar is voor het grote onderzoek. Ze hangen een heel grote rol papier op de muur vol kleine vakjes en dat blijkt het gigantische flatgebouw te zijn, waar zij op zoek gaat naar de betekenis van angst. Er is ook een poppenhuis, waarvan de meneer zegt dat God daar nu woont op zolder en af en toe peukjes naar beneden laat vallen, terwijl hij eerder aanwezig was in alle kamers, bezig met angst en recht enzovoort.
Eigenlijk behelst deze enscenering exact al, hoe angst, vrees, paniek in elk leven een rol speelt: heel divers gezien al die talloze kamers. De wijze waarop het leefbaar is, ontstaat doordat we het een ruimte geven, als het ware temidden van al het andere: het leven zelf. Angst is uiteindelijk angst voor de dood en is te onderscheiden van vrees die een concreet object heeft (hoogte, muizen, spinnen, plein enzovoort). We zijn allen sterfelijk, dus in ons woelt de angst om er niet-te zijn. Kunst, muziek, literatuur, theater; cultuuruiting, ze bieden allemaal ruimte, het is de expressie van dat vreemde leven waarin we geworpen zijn: mét een bewustzijn, wetend dat deze ooit stopt.
Paul Tillich heeft als enige theoloog dit tot uitgangspunt gemaakt van zijn denken: er is zijn en niet-zijn. Wat er voor mensen mogelijk is, is the act faith en die leidt tot the courage to be. Maar waar haal je die handeling om te geloven en te vertrouwen vandaan? Daar verwijst Tillich naar een ervaring die diep in de werkelijkheid besloten ligt: de ervaring dat jij aanvaard bent met alles wie je bent, ook met je fouten, tekortkomingen, die gevoelens van schuld kunnen geven, die je ook weer angstig maken.
Maar hoe komt die ervaring van aanvaarding, van jou en je gehele zelf tot stand? Het is een ervaring van gratie, zoals in het lied Amazing Grace. Voor mij ligt de weg daarnaartoe in het jezelf te leren waarnemen: ruimte te maken waar je jezelf laat leven en ademen met alles die je bent en wat je voelt. Dus niet op de automatische piloot van het ene in het andere gaan, jezelf vullen met activiteiten, mensen inzetten om jezelf daarin terug te vinden...Dat kan uiteindelijk niet: alleen in de ruimte die je zelf creëert en die je anderen gunt en geeft, daar ontstaat dan als vanzelf... een vermoeden dat er in dat wat wij de werkelijkheid noemen, maar waar we tegelijk nog zo weinig van weten, een kracht, een macht, een presentie, you name it, is die jou de moed geeft om te zijn. Stilte, stil-worden is de levensadem van dit ‘zijn’. Zélf aanwezig zijn in het moment, het hier-en-nu.
Angst, paniek, somberheid, depressie, vrees, twijfel, verdriet enzovoort... Ze zitten in ons leven verweven, net zoals al die andere draden: hoop, verlangen, liefde, moed, vreugde enzovoort. Onze leefomstandigheden maken het soms makkelijker of moeilijker hiermee om te gaan. Maar misschien ook niet. Bij een ervaring van: nu ben ik gelukkig, zit ook al het gevoel dat dit nooit voor altijd zo zal zijn. En bij de ervaring van geworpen zijn in een rotsituatie van verlies en dreigend afscheid ... dan kan het zo zijn dat er in je toch een ruimte geopend wordt naar ... de moed om te zijn.