Maar midden op de middag hoorde ik hem praten met iemand, veel gerommel, ik dacht, hij heeft iemand op bezoek en toen zag ik ineens dat er gigantische bossen bamboe voor de ramen kwamen, hé dát is fijn! Ik wilde toch nog een blokje om in het bos, er was een mooie oranje lucht en een halve maan. Buiten riep de overbuurvrouw: 'Hé Mirjam, wat vind je van de rimboe voor je ramen?' 'Geweldig!' riep ik, ik liep naar haar toe en daar kwam ook de achterbuurman uit zijn tuintje, een slanke jongeman.
Het bleek dat zij hem had aangespoord om de bamboe naast zijn huis te verplaatsen. Die was daar geplant als stek van de bamboe tegenover mij, door de ouders van die overbuurvrouw, die nu ergens anders op het terrein een chalet hebben. 'De vader kan je herkennen aan een zwarte hoed, zo eentje als jij op hebt', zei A. Hij had een poging ondernomen en het alweer opgegeven, dat waren die paar sprieten, want het lukte hem niet om de bamboe los te scheuren. Daar weet ik alles van, ik heb ooit ook een stukje van mijn bamboe in de achtertuin naar voren geplaatst en dat was een gigantisch karwei, alles is ondergronds met elkaar verstrengeld. Maar A. was ook weer gaan kijken en had gezegd dat hij de bamboe als geheel eruit moest spitten, helemaal rondom en zij had nog een scherpe schop. Ze zijn samen aan de gang gegaan en zo verschenen ineens die grote groene plukken voor mijn twee ramen.
Hij komt nauwelijks meer, dit jaar pas drie keer, hij heeft thuis een ruimer uitzicht dan nu: mijn boshuisje is pal tegen zijn rand neergezet. Hij woont in Leiden en hij denkt erover om met zijn vriendin in Amerika te gaan wonen na Coronatijd en dan gaat hij de caravan gebruiken als opslagplaats. Mij komt dat natuurlijk goed uit, geen drukte achter mij. Hij ging weer weg: ‘Dan heb je nu ongeveer alleen maar gewerkt en ik heb daar het meeste plezier van’, zei ik. Nee hoor, hij was ook blij met het resultaat, de bamboe was uiteindelijk toch sfeervoller dan de meer dan drie meter hoge coniferen en een boom die er eerst stonden, toen was hij door dik groen omgeven waar hij niet doorheen kon kijken.
Het verhaal slokt je op, door de tekeningen en de wijze van vertellen: er is een oude geliefde die hem blijft zoeken in de natuur en niet kan geloven dat hij dood is, zij voelt zijn aanwezigheid, er is een schurkachtig ander wezen dat ook plantaardig is en de oorlog heeft verklaard aan al het vlees, dus ook de mensen en de JSL, dat is de Justice League, de superhelden, waaronder Superman en Wonder Woman die een verbond met elkaar zijn aangegaan om samen te werken en zo het kwaad uit de wereld te helpen, weten niet hoe ze de schurk kunnen bestrijden. Het verhaal raakt aan thema’s als klimaat & milieu, wetenschap tegenover de rauwe natuur die een eigen gang gaat, liefde en trouw, verwoesting en herstel; het komt ergens heel dichtbij en kruipt onder je huid, ook in deze Coronatijd, waar de mensheid als geheel de invloed van de natuur ondergaat.
Vooralsnog ben ik natuurlijk op mijn kleine vierkante meters alleen maar blij met de invloed van meer natuur dichtbij, pal tegen mijn achterramen, groen is fijn.