Het is zo raar of wonderlijk, het is maar welke kant je zo’n perceptie op wilt laten gaan, dat je op een dag of zelfs in een uur tijd, allerlei gevoelens door of naast elkaar kunt beleven. Of misschien gebeurt dat in elk moment, in fracties van seconden voortdurend in je geest. Er is een liedje dat sinds zondag in mijn hoofd blijft zitten, nee niet als een oorwurm, maar het komt zomaar op allerlei momenten op of ik denk eraan.
Het wordt gezongen door Reina del Cid en haar vriendin of vaste begeleider Toni Lindgren. Ik vermoed dat zij misschien ook geliefden zijn, want het is in ieder geval zo dat zij samen sinds de Coronatijd en wellicht ook al langer, maar dat weet ik niet, een liedje posten dat eindigt met de woorden Happy Sunday Morning. Je ziet ze in een huiskamer met soms erachter een boekenkast met de kaft van Howl van Allen Ginsburg en Alice in Wonderland en Star Trek in beeld, op picknickkleden, in de natuur, op een weg bij de roodachtige rotsen in Zuid West Amerika, ze maakten een drankje voor Halloween en daarna zongen ze vlak na Halloween een liedje. Met andere woorden: zij zien elkaar dus wekelijks en op de Zondag, dat hebben niet veel mensen zo met elkaar, als je geen geliefden bent. Maar misschien zijn ze roommates.
Ditmaal zingen ze op een bankje bij een busstation. Eerder heb ik al eens uitgelegd gezien door hen, dat ze heel goede draagbare opnameapparatuur hebben, dus het klinkt weer crisp & clear. Hun sound heeft dat, het maakt mij altijd vrolijk, als ik ze zie musiceren, ook de wijze hoe ze op elkaar zijn ingespeeld. Ze zingen een liedje van John Prine: Fish and Whistle. Het liedje heeft de sfeer van balorig, een beetje uitgelaten en serieus ineen. Het refrein heeft een speciale dynamiek en dat zal vast de reden zijn, dat het liedje bij me blijft hangen:
Father forgive us, for what we must do / you forgive us, we’ll forgive you / we’ll forgive each other till we both turn blue / then we’ll whistle and go fishing in heaven.
En verder gaat het over dingen die niet lukken, die je moet doen, die bij voorbaat onzinnig zijn of vergeefs kunnen zijn, en tóch je moet ze doen, je bent geworpen in de situatie om het zo uit te voeren. En zo geldt dat voor de grote en kleine dingen in het leven, altijd. Ontslagen worden, je vanzelfsprekende leven op de kop en weer nieuwe dingen moeten verzinnen, de oorlog in moeten gaan, ziek zijn... en nu in Coronatijd maakt iedereen dat in min of meer heftige mate mee. Je moet eten wat er op je bord geschoven wordt, zo gaat het liedje, en daarna wens je dat je het nooit meer zo hoeft te doen, kan dat?...
Ik zie John Prine de anecdote vertellen dat hij van zijn platenbaas de opdracht kreeg nog een liedje te schrijven, terwijl bij meende dat de lp wel klaar was. Hij protesteerde, maar het moést. Op zijn hotelkamer heeft hij toen in korte tijd dit liedje geschreven en na 300 keer vond hij het zelf toch ook wel een goed liedje. Zo kan dat dus gaan. Je weet het niet hoe dingen kunnen uitpakken. En dat is soms ook letterlijk adem benemend. Dan geeft dit liedje lucht: We’ll go whistle and fishing in heaven.