In een vreemde stad, vind ik het altijd leuk om je even inwoner te voelen en je ook zo te kunnen gedragen. Een vriendin bezoeken die buiten Londen woont en gewoon lezen in de metro en de trein, dat is het dan helemaal.
J. woont in een klein liefelijk dorpje met 2 piepkleine pubs en een groen geheuvelde golfterrein vlak achter haar huis.
Ze vertelt dat de Britse maatschappij toch echt een standenmaatschappij is.
Je hoort in een klasse en daar hoor je je naar te gedragen en ook tevreden mee te zijn. Buitenlanders vallen daar aanvankelijk buiten, maar de behoefte om te categorisen voelt ze in elke oppervlakkige conversatie.
Zelf komt ze uit een boerenfamilie en dat is hier ongeveer 'White trash', maar haar opleiding is zo ongeveer het hoogst haalbare: gepromoveerd in de microbiologie en nu nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen en testen in de hoogste regionen van een farmaceutisch bedrijf.
Ik heb haar subversieve humor altijd kunnen waarderen.
Ze vertelt dat met de Kerst er op een bedrijfsfeest een strikte dressingcode geldt.
Het thema was 'rood', iets van de film 'The Woman in Red', denk ik nu?
Alle vrouwen kleedden zich in gala met rood, rood en nog eens rood. Het is zo'n moment om te knallen. De heren dragen gewoon een tuxedo met een rood strikje of een zakdoek.
J. kwam de zaal binnen: 'Wat heb jij dan aan rood aan?'
Ze ontblootte een klein stukje schouder:
Ze had voor de gelegenheid een rode BH gekocht.
Dat volstond. Meer dan het bandje hoefden die stijve engelsen niet te zien.
Alhoewel op het eind van het feestje meer dan de helft van haar collega's laveloos, stomdronken was: kleren verfomfaaid, haren verward. Zo doe je dat in Nederland weer niet.