dinsdag 15 januari 2013

Bagdad Café

Wat had ik zin gisteren om in te slapen, anticiperend op het vanochtend opstaan, naar buiten kijken en weer in een wereld met sneeuw te kijken. En ja, het was zo: een sneeuwlaagje op mijn tuimelraam en daartussen door een witte wereld en de bamboeblaadjes dik besneeuwd, zodat de bamboe een diepe buiging maakt richting de aarde. Buigzaam als bamboe zijn: dat blijft een uitdaging in het leven. Steeds opnieuw kijken om het optimale uit een situatie te halen.

Dat zag ik op een verrukkelijke wijze ook in de film Bagdad Café van de regisseur Percy Adlon, die ook Salmonberries maakte, ook een favoriet van mij. Bagdad Café heb ik ooit eenmalig gezien, het stamt al uit 1987, en ik had daar een volkomen positieve herinnering aan. Welnu: daarin werd ik niet teleurgesteld, ik vond het wederom geweldig.

Het speelt zich af in de Mojave woestijn, ergens onderweg naar Las Vegas en nu kwam het landschap wel extra binnen, omdat ik er ooit zelf geweest ben. Die eindeloosheid en uitgestrektheid. De film begint, schuin gefilmd, met een ruzie tussen een dikke vrouw en haar man in een auto, ze stapt uit en loopt met haar koffer in de hitte langs de weg. Jasmin heet ze, uit Rosenheim, Duitsland. Langs die weg staat een verlopen motelletje, annex benzinestation, Bagdad Café geheten, gerund door Brenda, wier man op datzelfde moment haar verlaat en met de auto wegscheurt.

Zo komt Jasmin aan en huurt er een kamer. Er leven allemaal eigenzinnige mensen op dat kleine oppervlakte, midden in die woestijn: een tatoo-kunstenares die het drama zoekt, een oude hippie-schilder in een ijzeren caravan, het zoontje van Brenda, die de hele dag Bach wil spelen op zijn piano, een jongeman die aankomt en zijn tent opzet en speelt met een boemerang. Brenda vertrouwt Jasmin aanvankelijk niet, omdat ze haar kamer volhangt met mannenkleding, waaronder een lederhoser. Maar ja, in die koffer zaten gewoon de kleren van haar man.

Jasmin begint verwoed het vieze en verlopen kantoor en café schoon te maken en ze oefent in haar kamer de goocheltrucs uit de goocheldoos die ook in haar koffer zat. Vriendschappen onstaan, de hippie- schilder gaat Jasmin schilderen, het café trekt steeds meer bezoekers, aangetrokken door de magic-show van Jasmin en Brenda...Ja, ach, het is een vrolijk, kleurige fabel over hoe mensen elkaars verschillen leren begrijpen en vervolgens het beste uit elkaar halen.

Het liedje dat de hele film aan elkaar weeft is Calling you gezongen door Jevetta Steele en geschreven door Bob Telson die ook dat prachtige liedje in Salmon Berries maakte en de sfeer van beide is ook hetzelfde: I'm calling you... dwars door alle wateren heen die koningskinderen kunnen scheiden : Wie doorzetten , die bereiken samen dezelfde oever.