Wat een geweldig, geweldig bericht stond er afgelopen weekend in Trouw: 'Melkweg is de gids voor de mestkever' is de kop. Het leven van de mestkever is me voor het eerst opgevallen in de film Microcosmos, waar men tot zeer dichtbij het leven kijkt van kleine dieren. Zoals een vrijscène van twee slakken: de wulpse, langzame, kronkelende bewegingen, het in elkaar verstrengeld zijn, het wiegen, strijken en de streelachtige bewegingen, heel verleidelijk. Maar de mestkever: die zie je er elke keer weer een Sisyphus-arbeid verrichten: alle inspanning om als het ware een gigantische rotsblok naar boven te hijsen, en dan valt het weer naar beneden en dan begint hij gewoon opnieuw, net zolang tot het wel lukt.
Die rotsblok is in feite een bolletje poep en het is hun voedsel. En wat blijkt nu: de sterren zijn hun gids in het bepalen van hun koers. Ze blijken eerst een rondedansje te maken op hun poepbal en dan pas gaan ze op weg. Ze zoeken een orientatie punt om hun op het rechte pad te houden, want anders zouden ze in ene kringetje draaien en dan komen ze weer bij de mesthoop uit. Daar zijn de onderzoekers achtergekomen, door de ogen van een mestkever af te plakken, ze kregen een soort maskertje op. Jawel! Stel je dat eens voor: van die nijvere onderzoekers, die de minimaskertjes op de koppen van de mestkever plakken.
Ze richten zich dus naar boven was de eerste conclusie. Maar hoe? Ze zullen toch niet de afzonderlijke sterren kunnen waarnemen? Zouden ze zich wellicht richten op het melkwegstelsel, werd de nieuwe vraag. Je moet er maar opkomen, ik vind dat geweldig. Toen verzon men de volgende proef, ook al zo'n echte vondst: ze brachten mestkevers naar het planetariun, waar je naar believen de Melkweg kunt laten draaien en 'm dus op een andere plek kunt zetten. En warempel, na een kort dansje kozen de kevers de juiste weg.
Waarom vind ik dit nu zo geweldig? Omdat het kleine, een mestkever en het grootse, de Melkweg elkaar ontmoeten. Omdat dat aardse, laag-bij-de-grondse beestje zich richt naar zoiets groots als het heelal en in die ruimte zich laat leiden door een vlek van licht die bestaat uit zoveel sterren en planeten: de Melkweg. Omdat het me voorkomt dat wij mensen exact hetzelfde kunnen doen: We vinden onze weg en de juiste richting niet door naar de grond de blijven turen, dan blijf je in een kringetje ronddraaien, maar door je te richten op een zee van licht, een melkwegstelsel van sterren en planeten die bestaan uit het beste en het alle goede wat er in potentie bestaat.