zaterdag 12 januari 2013

Collage

Misschien heb ik er een hobby bij: het maken van placemats middels een collage van uitgeknipte woorden en plaatjes uit een tijdschrift op een groot tekenpapier en het daarna plastificeren met plakplastic. Gisteren maakte ik mijn tweede: er zit een donkerig plaatje in van Marlene Dumas: haar dochter met in haar armen de kunstkenner Jan Hoet. Gemaakt voor een Documenta, nr 5 geloof ik, waar Dumas zei: Een Documenta bestaat niet zonder de persoon van de curator. Dus nam ze foto's van Jan Hoet mee en verwerkte ze in haar presentatie.

Als je dat niet weet, zou het ook een verwond, maskerachtig gezicht kunnen zijn, in de armen van een ander. Dat is natuurlijk kunst: het meerduidige, het niet kunnen vangen in één betekenis. Dit plaatje is geplakt op een foto van een stukje Hong Kong in de nacht en verder zijn er nog o.a.een groot nat vrouwenoog,  een sterrenhemel, een winter sneeuwlandschap met daarop Walt Disney"s eerste Afro-Amerikaans prinsesje met een kikker in haar hand, de vallende man van de Twin Towers, een monnik die het gebaar van stil-zijn maakt, een vuurwerkfontein, een meisje in het zand met witte ballonnen om haar heen met bij haar een man die haar wil laten opstaan, in verwerkt. En de woorden: Dromer, denker, -  de wind waait, alles stroomt, compas, LAAT, het geheim, zo mooi...

Toen ik het vanochtend bekeek was ik er erg tevreden mee. Ook interessant is om te zien, wat je wel hebt uitgeknipt maar uiteindelijk niet hebt gebruikt:' Wonden in de jonge ziel, de bange partij, het hart van waanzin, passie, amour, verschrikkelijke compromissen,  dorpsgek', om maar enkele te noemen. En niet het plaatje van de man die omhoog kijkt naar de vallende Twin Towers en niet de Aziatische man die met zijn armen in de lucht tussen de bomen van een rubberplantage staat.

Het maken van zo'n collage geeft je dus een inkijkje in wat op de een of andere wijze in je broeit en groeit. Het geeft ook een soort keuzemoment van jezelf aan, die je maakt op dat uur in de voortdurende tijdstroom waarin je staat. Het idee is niet van mezelf maar van E. mijn oppaskind die in de Kerstvakantie weer een half dagje bij me was. Na over van alles gepraat te hebben ( wat is het toch ingewikkeld om na een enigszins zorgeloze jeugd vol plannen en idealen, te ontdekken wat ook je beperkingen zijn, waarmee je moet leren leven), zei ze : Zullen we een collage gaan maken?

Dat was meteen leuk en we knipten en plakten en we waren beide heel erg te spreken over onze resultaten en het samen-dit-doen: Zo Leuk! Net als vroeger, samen knutselen!  Ik was er zelf nooit op gekomen om zoiets voor te stellen, maar we zouden het op repeat zetten. En zo maakte ik gisteren, alleen weliswaar, mijn tweede.

Carpe Diem: dat was mijn motto gisteren met zo'n hele dag vrij zonder afspraak of agenda. Stralend zonnig weer, en zo belandde ik in de middag in de Haterse Vennen. Mijn beginlandschap, waar ik ooit, zittend tegen een boom bij de spiegelende vennetjes, omzoomd met riet, mijn ontdekkingstocht door het land van de Nederlandse poëzie ondernam. Poëzie is eigenlijk ook een soort collage, maar dan van louter woorden: het ervaren van een werkelijkheid die zoveel gevoelslagen kent, waarin je al lezend in gaat wonen.