Hoe het kan weet ik niet: ik blijk plotsklaps toch een aantal tv-kanalen te kunnen ontvangen, de commerciële zenders, CNN, National Geographic. Aanvankelijk voor de 'bewegende beelden van het nieuws' naar RTL4 gaan kijken, maar daar ben ik weer mee gestopt: hoeveel meer ruimer en vrijer sta je in de tijd, als je niet hoeft te denken: 'half-acht-journaal'.Een gevoel van altijd durende vakantie, ik kan het iedereen aanraden.
Maar gisteren zapte ik later op de avond, alvorens een dvd te gaan kijken en ik kwam in een eindeloze woestijn terecht, waar een man bezig was om een dode kleine kameel te villen. Ongelofelijk, er kwam 60 meter ! aan darmen en ingewanden uit, een blubberende bollende massa van ballon- en slangachtige vormen, glanzend glibberend, paarsachig, wit. Alvorens hij dat deed, schepte hij met twee handen water van daaronder: zó overleven de Bedoeïenen dus, als ze helemaal alleen door een zandstorm worden overvallen, daar is water voor dagen. Tot en met in het half verwerkte voedsel in de maag: de stinkende drab die je dan uitperst, is ook drinkbaar.
Het ging nog veel verder: na uren had hij de hele vacht van de kameel gevild en dat zou zijn deken worden voor de koude woestijnnacht. En dan , ja dan: je sleept alle ingewanden tot zover mogelijk weg, voor de jakhalzen, en dan pis je een grote gesloten cirkel rondom de kameel en alle enge beesten, die gaan daar dan niet overheen. Als je een man bent. Want damesplas bevat te weinig testosteron.Sorry dames!, zegt de overlever olijk in de camera. Het fraaiste moet dan nog komen: áls er dan nu een zandstorm komt: wat doe je dan? Dan verstop je je dus in het karkas van de kameel! Je kruipt als het ware in de buik.
Ik vind dit vast leuk, omdat het me doet denken aan kamperen in mijn kleine tentje op het zand in de duinen op Vlieland onder een heldere sterrenhemel. Dat tentje bestaat uit één boog, pal boven me, ik ritst de tent dicht en in die donkere beschutting, waar je je niet eens fatsoenlijk kunt omdraaien: dat is dan je huis ; de plek waar je bent, de enige plek waar je je weer kunt opladen voor een volgende dag, door je over te geven aan de slaap.
En waarom is dat dan leuk, zo kamperen? Ik denk aan de oude woestijnvaders die zich terugtrokken uit de wereld. Volgens mij voel je pas echt dat je leeft als je alle franje en alle vormen achter je hebt gelaten. Als je je kunt laten volstromen met een besef van: Ja ! Ik adem, ik leef, hier ben ik, dit zal altijd duren. En het duurt en is er voor altijd omdat het in dat moment zelve zo beleefd is. De ervaring van onvergankelijkheid zit in het besef daarvan in het hier-en-nu: de intentie en het verlangen naar continuïteit: naar iets dat blijft wat je in het moment zelf leeft. Ook al word je de volgende ochtend gewoon wakker, sta je op en vertrek je: dit besef doet leven.