donderdag 28 februari 2013

Smart

Vriendin W. uit Nieuw Zeeland belde op. Fantastisch: zij zit op haar balkon onder een heldere sterrenhemel in een zwoele zomeravond naar de omgekeerde Orion te kijken, het meer en de bergen voor haar, de stilte, ze hoort alleen in de verte de rivier stromen, en ik zit op mijn leesstoel een grauwe februari ochtend in te kijken. Toch  ben je dan ook, heel even, dáár.

Tevoren trof ik een student die een onderzoekje afnam en dat had mijn Oudste Nichtje kunnen wezen. Even kijk je elkaar aan met een vage glimlach om de lippen: : hé, we zijn van hetzelde ras gemaakt, we hebben iets bekends 'met elkaar'. Ik stelde me voor dat oudste nichtje ergens in de niet eens zo verre toekomst, ook zo'n soort onderzoekje moest doen en ik deed extra mijn best om heel  uitgebreide antwoorden te geven, zodat zij dat uitgebreid kon berichten aan de prof. Af en toe zag ik de spanning door haar ogen schieten, en zich weer hernemen. Ze stelde tussendoor belangstellende vragen om mij weer op mijn gemak te stellen. Ik vond het zo vertederend! Heel even ben je dan vreemde en bekende tegelijk,van elkaar. Hier en in een oningevulde toekomst: dáár.

Nu sta ik op de drempel om eindelijk een technisch middel aan te schaffen, waardoor hier en dáár, ook weer een flinke aardverschuiving zullen meemaken. Voor mij. Voor de meesten is het peanuts en al duizenden keren eerder gebeurd. Zusje en nichtje L. zijn me over de magische streep aan het trekken: 'Dit is precies iets voor jou, dan kan je overal in de natuur, straks op Terschelling naar muziek luisteren, en je kunt er iemand mee bellen, en op internet, en er zit een radiootje op en je download gratis van alles wat je leuk vindt, en je kunt er zomaar mee praten'.  Whats-appen heet dat dan,  begrijp ik. Nichtje L. zal alles erin installeren.

Wat is dat, een vooruitgang? Ik heb het tot nu toe helemaal niet gemist, waarom zou ik het nu wel aanschaffen? Omdat de grootste vooruitgang die men wellicht kan maken in het leven iets te maken heeft met je mee laten slepen op een  niet-te-voorspellen-wanneer- moment.  Komen als iemand je wenkt, 'hier en daar' vloeibaar willen maken, mee stromen. Of dat nu louter in je hoofd gebeurd of met een Smartphone. Zo heet dat ding, ben ik zo-even achtergekomen. Als ik het helemaal niks vind en de leegte van het niets-hebben mis en die me wenkt, dan doe ik hem zo weer weg. Smart.

woensdag 27 februari 2013

Wisselende omstandigheden

Je houdt het niet voor mogelijk. Een sauna die twee keer in de maand een badpakdag heeft en dat jij daar dan uitgerekend voor de deur staat, zonder badpak. En dan op de gok naar een andere onbekende sauna en die is die dag gesloten. Om te eindigen, na een doldrieste rit van bijna 180 kilometer, in je eigen vertrouwde sauna in je eigen stad!

Ik dompelde me in het hete water met mijn kop in de koude wind en dacht aan 'wisselende omstandigheden' en hoe je daar afhankelijk van bent. Zo meteen zou ik me weer opheffen en dan zou ik het weer eventjes héél koud hebben, om mijn lijf daarna weer te omhullen met de warmte van de sauna .

Wisselende omstandigheden, waar je niks van weet en waar je geen enkele invloed op hebt. Je leeft je leven op de gok, op wat en wie er naar je toe komt en daar kun je dan het beste van proberen te MAKEN. Iets, ja een ietsje pietsje kun je zelf maken, maar je doet het met spul, en materiaal, mensen en middelen die je niet kunt maken. Die vallen je toe. De schepper schept een beeld uit leem en de aarde, maar niet de aarde zelf. De adem die mij gegeven wordt kan ik niet zelf maken, en ook niet besluiten om die door te geven, te verlengen of voor mezelf te houden.

Ach... en dan lees ik vanochtend over Whoopi Goldberg die  de Nederlandse premiere zal bijwonen van Sister Act, geproduceerd door Joop van den Ende. Ik werd vroeger weleens met Whoopi vergeleken en ik heb dat altijd wel als een compliment beschouwd. Ook nu zegt ze hartverwarmende dingen. Dat humor alles is, dat je zonder humor gek word en dat het je dag verlicht. En ze zegt: je moet gewoon leven en ophouden met alles op zijn plaats proberen te duwen.

Daar ben ik het helemaal mee eens. Probeer niks ergens in te duwen of te gaan trekken, dat veroorzaakt krampen. Leef, en alles komt op de eigen pootjes terecht. Ja, die Whoopi! Whoopie! Voor mij is haar rol in Sister Act ook bijna uit het leven gegrepen. Nachtclubzangeres die zich schuil houdt in een klooster en alle zusters anders leert zingen en dansen. Die interactie tussen de zusters en haar, die zusters die van vroomheid verspringen naar lol en alledaagsheid, dat elkaar wederzijds ook respecteren ondanks het anders-zijn en anders-leven: ik herken het wel.

Niet dat ik me zoiets als  een nachtclubzangeres voel in het klooster. Maar wel de ervaring dat verschillende soorten van culturen en leefwijzen elkaar wel positief kunnen raken. Nee, niet om het ene van de ene plek in de andere duwen, maar gewoon leven en genieten van de wisselende omstandigheden.

dinsdag 26 februari 2013

Gatekeepers

Mijn leraar geschiedenis van de middelbare school, die heeft het in mijn geheugen gegrift: de uitzichtloze situatie van wat toen 'De Palestijnse Kwestie 'heette. Nog altijd is hij voor mij het voorbeeld van een goede docent: hij was neutraal, je wist niet wat hij zelf ergens van vond, hij belichtte meerdere kanten van hetzelfde verhaal en hamerde erop dat dit de kern van studeren is: dingen leren afwegen, ze naast elkaar zetten, wegen en dan daardoor leren dat een uiteindelijk oordeel soms bijna niet mogelijk is.

Maar bij De Palestijnse Kwestie was hij bewogen, welhaast emotioneel: Hoe de staat Israël in veel te korte tijd in elkaar was geflanst en hij voorspelde dat dit welhaast een uitzichtloze situatie zou worden voor beide partijen, ja zelfs voor de wereld. Ik denk aan hem omdat ik iets las over een nieuwe documentaire The Gatekeepers geheten, waar zes Israëlieten, voormalige hoofden van de geheime binnenlandse veiligheidsdienst, onafhankelijk van elkaar zeggen, op het einde van hun carriere, dat geweld en pressie op de bevochten gebieden rond Israël alleen maar voor meer oorlog zal zorgen.

Ze waren dus de poortwachters: hun taak was het om, in feite, de Palestijnen zo ver mogelijk weg te houden van Israël. Na daar een groot deel van hun leven aan gewijd te hebben, zeggen ze nu dat de enige oplossing is om de Palestijnen wél rechtmatig grondgebied te geven. Onafhankelijk van elkaar en de documentaire schijnt de wereld over te gaan en prijzen te krijgen, maar in Israël wordt het geheel genegeerd.

In dit kader las ik Grillroom Jeruzalem van P.F. Thomése. Hij bezoekt met een Nederlandse delegatie van Antoine Bodar, Jan Siebelink en Rosita Steenbeek eind 2010 Israël en de Palestijnse gebieden op de Westerlijke Jordaanoever en de Gazastrook. De samenstelling van het gezelschap leek de belofte in te houden van een boeiend boekje. Zo zal de NCRV daar ook wel over gedacht hebben, want tezamen werden ze gefilmd voor een programma. In het boekje merk je niks van een spannende dynamiek tussen de vier. Thomése schildert op een beetje cliché wijze, de vrome priester, het filmsterachtige meisje en de losgekomen protestante jongen op zijn rode schoenen. Soms grappig, soms wat makkelijk met effectbejag.

Hij is wel scherp in de beschrijving van de welhaast onmogelijke gecreëerde situatie. Hoe een aantal vrije Westerlingen aapjes gaan kijken, hoe er verwachtingen naar hen toe komen, het ongemak van daar zijn met die filmploeg. Dan verandert de hilarische, ietwat wanhopige toon. Op het moment dat hij met het gezelschap door de corridor rijdt, het niemandsgebied tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Een gang van meer dan 1 kilometer lang. Dat hij  aan de andere kant van de langste gang van zijn leven zich dan ineens in een derde wereld gebied bevindt:  mensen als ratten in een val, in armoedige en vieze omstandigheden.  Ik denk aan mijn geschiedenisleraar. Van der Sterre heette hij. Je zou willen dat er werkelijk een ster was, die de weg kon wijzen.

zondag 24 februari 2013

Toverhazelaar

Halfziek: dat is zo'n status tussen wel willen, maar het niet allemaal kunnen...Dus ik zei vrijdag de meditatie af  en zo las Zuster R. mijn tekst voor over Psalm 38, maar de volgende dag spoedde ik me toch naar het klooster, want er was een gebrek aan dansers om de zo zachtmakende dans Amor Dei te dansen in de vigilie-viering. Als ik er niet geweest was, dan had men op het kruis moeten trappen dat in het midden lag. Dan heeft het leven in ene keer een heel concrete zin.

Maar ja, dan toch maar niet vandaag het uitstapje doen naar de 75 portretten van Bea, in het Loo, maar toch maar wel naar buiten, even, om weer in de sneeuw te stappen. Daar zag ik een toverhazelaar in bloei, de gele sprietjes als zonnestralen omkranst door cirkeltjes van zachte sneeuw. Het zijn vreemde dagen, zo...wel willen, maar het niet allemaal kunnen en telkens maar afwegen wat wel en wat niet.

Ik ben als de sprietjes van die toverhazelaar, reikend naar zon, lente en licht en het koude dunne watten sneeuwlaagje om elke bloem versterkt het bloemetje, maar geeft ook de begrenzing. Wel willen, niet alles kunnen: zo is het leven, zo is de weg, dat is de Veertigdagentijd.

Het ging in de viering over de twee vroedvrouwen in Exodus, Sifra en Pua, wat in de Nederlandse taal Schoonheid en Schittering betekent. Farao beveelt hen om alle mannelijke babies te doden, maar zij doen dat niet, ze ontwijken zijn bevel ze gaan hun eigen gang en ze doen net of ze het niet begrijpen: ze zijn immers maar Hebreeuwse vrouwen, die begrijpen dat soort dingen niet.

Schoonheid en Schittering: dat klinkt mooi, maar hoe vaak is het ten volle aanwezig? Misschien is de kern van de betekenis ook: wel willen, maar het niet altijd kunnen. Zoals die toverhazelaar zo'n tussenfase voor mij vandaag materialiseert:  Een zonnetje omkransd door de koude. En dan plots dan weet je het, als bij toverslag: je doet alleen dat wat er mogelijk is in het moment: Schoonheid en Schittering: Het is zover, we kunnen.

donderdag 21 februari 2013

The EVENT

Vorige week was ik dus een paar dagjes grieperig en toen kwam de tv-serie The Event naar me toe, want er zit ook een sci-fi element in. In de pilot moet je je verstand op nul zetten, want er gebeurd van alles en elke scene grijpt dan terug naar iets wat ervoor gebeurde: één dag geleden, maar ook vijf jaar geleden of zelfs terug naar ergens in de tweede wereldoorlog.

Om kort te gaan: er blijkt een buitenaardse groep 'aliens', gevangen gezet in Alaska. Deze aliens verschillen maar 2 procent in het DNA met gewone mensen, ze zien er dus ook uit als gewone mensen, alleen verouderen ze nauwelijks. Apen verschillen maar 1 procent met mensen, dus dan kun je nagaan hoezeer alien, ze zijn. Zo betogen sommigen van de ingewijde groep mensen die van hun bestaan afweten en ze gevangen en verborgen wil houden. De president van Amerika wil ze al vrijlaten en ze wereldkundig maken.

Velen en hoeveel is niet bekend, hebben ook een leven opgebouwd als gewone mensen en die worden sleepers genoemd. Die blijken ook niet terug te willen naar hun eigen planeet. Sommigen van hen experimenteren met tijdelijk verouderingsmiddelen. Er zijn dus, zoals altijd, strijdende groepen:  zowel tussen de aliens als de mensen. Leidster van de aliens is Sophia, een zo lijkt het,wijze, milde vrouw die 66 jaar uit vrije wil in gevangenschap heeft geleefd en het als haar opdracht ziet om vreedzaam thuis te komen.

De aliens bezitten namelijk machten en krachten die de mensen ver te boven gaan, maar de technologie op aarde is zo primitief dat er te weinig middelen zijn om terug te kunnen naar hun moederland: Via het opbouwen van technische zakenimperiums en infiltratie op machtige plekken, zoals in het naaste team van de president, proberen ze stiekem de mensheid te ontwikkelen.

Tja, wat vind ik van de serie? Het is een tv-serie en die zit dus vast aan een verteltrant: In elke aflevering een portie achtervolging, actie en emotie. Er zitten twee verhaallijnen in die ik echt interessant vind. De ene gaat over Simon Lee, een sleeper die verliefd werd op een vrouw. Hij wil blijven maar hij krijgt de opdracht om te verdwijnen uit het leven van de vrouw. Hij zou zonnebloemen gaan kopen en komt niet terug. Dan zien ze elkaar, pakweg 60 jaar later, zij dementerend en oud en hij is hetzelfde gebleven. Ze herkent hem, ze herkennen elkaar, hij bezoekt haar op haar ziekbed en hij brengt alsnog zonnebloemen mee. Ze hadden wellicht gelukkig kunnen zijn met elkaar, maar het mocht niet van Sophia. Waarom niet?

De andere is het verhaal van de kleine meisjes. Die zijn gekidnapt door een machtige sleeper en in de kelder van een psychiatrisch ziekenhuis worden er proeven met hen gedaan. Ze worden kleine oude vrouwtjes. Een meisje weet te ontsnappen en komt weer bij haar ouders. Die zien dus een oud, heel oud meisje, maar dat maakt hun niet uit, natuurlijk. Is dat wel zo natuurlijk? Gaat 'houden van'  dwars door alle uiterlijkheden heen?

Beide verhaallijnen vertegenwoordigen hetzelfde thema: Waarom zouden deze aliens niet op aarde kunnen leven met mensen, zonder dat ze experimenteren met verouderingsmiddelen? En heeft Sophia wel gelijk, dat zij terug wil? Hun thuis schijnt helemaal niet zo'n prettige plek om te leven. Is dit niet een botsing tussen de oude en de nieuwe wereld?

Het oude verandert door het nieuwe. Ofwel : iets verandert pas en kan zo vooruitgang en groei doormaken, als je het niet bij het oude laat. Als je bereid bent om dingen op te geven en het vreemde, the alien te vertrouwen.  Ik ben benieuwd hoe deze serie eindigt. Ik hoop dat ze blijven en dat iedereen van ze zal weten. Dan is er pas sprake van een echt EVENT.

Aankondiging

Hé, wat is het toch leuk om een krant te lezen en dan van het ene leuke bericht in het andere te vallen. Natuurlijk lees je dan zeer selectief, maar dan toch: dat het niet elke dag gebeurt om vrolijk makende berichten te lezen, zegt ook iets over de samenstelling van de krant. Het begon met lachende kinderen op een foto op de voorpagina van Trouw, die de laatste tijden heel verfrissende andersoortige foto's en koppen op de voorkant plaatst. In Den Haag gaan steeds meer middelbare scholieren in de bieb leren en die tendens is in veel steden in opmars.

Het bracht de herinnering terug, dat ik zelf ook graag in de bieb leerde. Daar zat een zwerver die ik interressant vond om te volgen, daar wandelde ik tussendoor naar de poeziëkast onder of bladerde in kunstboeken en vond ook dat ik veel beter leerde door die afwisseling: je bleef in een soort van concentratie, alleen richtte die zich naar meerdere dingen tegelijk. Nog steeds vind ik dat het vruchtbaarst: tegelijkerijd met je aandacht bij verschillenden dingen zijn: het is alsof de verschillen elkaar versterken en elkaar wederzijds leven in blazen.

Toen kwam ik in twee berichten die over meditatie gingen: In het Amerikaanse leger wordt mindfullness-meditatie gegeven en militairen die deze training gedaan hadden, alvorens uitgezonden te worden naar gevechtsgebieden, hadden minder last van stress of posttraumatische stoornissen. Het verscherpte ook hun handelen. Waarmee geconstateerd is dat meditatie niks met moraliteit te maken heeft en dus neutraal is. Fijn, denk ik daarbij: het gaat tenslotte om een menselijke mogelijkheid in je die gelukkig kan maken en gelukkig speelt daarbij dan niet mee of het goed of slecht is.

Zo kwam ik in 'Alle mensen dragen maskers', de titel van een bericht over Richard Gere die een bliksembezoek maakte in Nederland ter promotie van zijn nieuwe film Arbitrage. Gere is al jarenlang fan van de Dalai Lama, dus ook boeddhist. Whatever that may be: het boeddhisme kent exact dezelfde varieteit en uitwassen als bijvoorbeeld het christendom: Boeddhisten in Thailand brandden kaarsen, strooien bloemen, roken wierrook bij talloze gouden boeddhabeelden, dat komt 'katholiekerig' over en dat terwijl het boeddhisme officieel geen god kent. Terwijl er in Sri Lanka sprake is van sobere stenen Boeddha's, zonder veel tierelantijnen. Boeddha vond de meditatie uit als weg naar mededogen en dat is zijn verdienste. Eigenlijk is het raar om bij een Boeddhabeeld te mediteren.

Mooi wat Gere dan zegt: Alle mensen dragen maskers, maar weinig mensen zijn naakt.U bent nu de journalist, ik ben de acteur. Het masker dient als bescherming en als aankondigng van wie ik ben.
Hat masker als AANKONDIGING van WIE IK BEN. Daar kun je lang op mediteren. Dat wat je doet slechts een aankondiging is. Van wie je bent. Wie ben je?... En kondig je wie je bent altijd aan in wat je doet? Ik denk het niet. Veel maskers zijn besmeurd met bloed, zweet en tranen. Dus ook het ene masker kan tranparanter zijn dan het andere. Als aankondiging van...?

woensdag 20 februari 2013

Cantuus

Het meest verheffende wat een boek kan bewerkstelligen is, dat je er een volstrekt nieuwe wereld mee leert kennen. Gisteren overkwam me dat bij elke bladzijde die ik las in Baltische Zielen van Jan Brokken. De ondertitel is: Lotgevallen in Estland, Letland en Litouwen. Dat waren voor mij totale terra incognita. Ja, het ligt daar 'ergens' Noordelijk, bij Rusland ofzo. Is het daar dichtbevolkt...? Ik zag alleen maar toendra-achtig gebied voor me en koud water in ijzige zeeën. Veel cultuur kon ik me daar niet bij voorstellen: Muziek? Literatuur? ... geen idee.

Nu blijkt dat in Riga, in Letland, er een uitgeverij en boekhandelaar was, Janis Roze, die in 20 jaar tijd 820 boeken uitgaf, waarvan er 2 miljoen werden verkocht, een literaire en acedemische boekhandelaar die volgens zijn dochter kunstenaar had moeten worden en die vele Art Nouveau kaften zelf ontwierp. 15 boekhandels had hij, sommige deftig en op stand. In de tijden van het Communisme en Stalinisme is hij gedeporteerd en in 1942 is hij in een kamp gestorven aan honger en uitputting. Maar zijn kleinzoon runt nog steeds dezelfde boekhandel, al gebeurt het nu vanaf een bescheiden zolderverdieping.

En nu ben ik erachter gekomen dat Arvo Pärt een Estlander is! Ik dacht dus een Scandinaviër. Ofzo. Jan Brokken beschrijft dat hij in de Schouwburg van Riga, dat ook een lange muzikale traditie heeft, Richard Wagner was er drie jaar muzikaal en artistiek directeur van de Opera, opeens rechtop in de stoel ging zitten bij de klanken van Cantuus, van Arvo Pärt, geschreven ter nagedachtenis aan Benjamin Britten.Het duurt 5 minuten, maar in zijn beleving 5 keer zo lang. Het begint met klokgelui em daarna zetten de strijkers in. Van ijl en hoog naar diep, diep, de allerlaagste tonen die mogelijk zijn.

Brokken schrijft: ...alsof ze alle mannen, vrouwen en kinderen betreuren die wegegvoerd zijn naar de strafkampen in Siberië, de slagvelden van de Tweede wereldoorlog of de concentartiekampen van de nazi's (....) met een voortdurend herhaald motief dat het verglijden van het leven verklankt. Voor de laatste noten, de diepste, de allerdiepste, moeten de cellisten zich helemaal over hun instrumenten buigen. Het is dan alsof ze een bloem of een handje aarde in een graf werpen.

Ik had Cantuus toevallig op een cd staan. Ik luisterde voor het eerst met de wetenschap dat dit dus Baltische muziek is en de Baltische staten een pijnlijke geschiedenis kennen waar licht en donker elkaar telkens hebben afgewisseld. Uit die genen, uit dat geslacht komt Arvo Pärt: zijn zoeken naar verstilling, naar plekken die het menselijk gewoel overstijgen, komt ook voort uit een volk van zoekende, verlangende zielen. Ik luisterde en was meteen klaarwakker. Wakker: alert. Hier wordt tijd een levenstroom die aanzwelt en afzwakt, en die tegelijkertijd, als je mee in de beweging gaat, pijn en onmacht overwint en blijft en duurt.

Keukenperikelen

Bij de AH was de boerencakemix in de aanbieding. Vooruit maar, een pakje gekocht. Want maanden geleden had ik aldaar een oventje gekocht, maar die stond nog in de verpakking boven. Ik zag niet hoe die te plaatsen in mijn keuken. Moest ik maar boven een ovenplaatsje inrichten? 'Zal ik eens met een vuilniszak door je keuken gaan?' bood L. mij aan. En ze had ook al een keer uitgeroepen dat mijn keuken een puinbak was en zij meende dat het oventje best op het aanrecht kon staan, ware het niet... vult u zelf maar aan: dat ik zo'n gigantische rotzooimaker ben.

Ja, een vuilniszak willen vullen met troep is een doel op zich en een methode die ik al eerder heb toegepast om eens wat ruimte in huis te maken. Dan kijk ik niet naar wat weg kan, maar wat de vuilniszak kan vullen, zonder dat ik het werkelijk mis. Een subtiel verschil wellicht, maar voor mij wezenlijk. Dus ik heb een halve avond zitten vullen en onderwijl werkte dat als een tijdslijn, het verleden in.

Ik kwam zakjes en pakjes tegen die nu niet meer gemaakt worden qua vormgeving en dat bracht me terug naar bijna de studententijd. Maar dat kan niet. Uiterste data van gebruik van 1999 en  2005; blikken met bonen, oude half vergane hard geworden dingen van íets'. Gedroogde kwaliteitsthee van een theeplantage uit Maleisië.  Om maar een idee te geven hoe diep de keukenkasten zijn. Maar ook nog een mok uit Seattle en eentje uit Praag, vlak na de bevrijding en de straten vol muzikanten feest vierden. O, wat lang geleden...En de witte theebeker uit Peking met Chinese vrouwen in een tuin valt nu ineens op.  En een waxinelichtje.

Als ik die nu eens laat staan op mijn opgeruimde aanrecht, waar nu het oventje op prijkt? En dan elke keer het lichtje aandoen als je kookt. Om met meer aandacht te koken en je bewust te blijven wat een zegen het is om een keuken te hebben en zomaar welhaast alle ingredienten van de wereld in handen te kunnen krijgen en een maaltijd te bereiden. Ergens kwam me dat bekend voor: een waxinelichtje aansteken, die ergens op een schapje brandde. En toen wist ik het weer: in het mortuarium waar Vader lag. De vrouw die dagelijks de hele dag door mensen aflegt, ze wast en ze klaar maakt voor hun laatste verschijning in de buitenwereld, ontstak uit eerbied en respect elke dag dat lichtje. Een mooi gebaar.

Zolang we eten, leven we. Eten is een levensbehoefte. Bij elke hap eten is te vieren dat we levende en ademende wezens zijn. Eten met elkaar delen is daarom ook zo levenwekkend: De Potluck: een ieder kookt wat en tezamen heb je een grote feestelijke tafel vol verrassende dingen. En ik hoorde van een initiatief waar ik direct helemaal enthousiast voor was: je kookt voor meerderen en mensen halen die vers bereide maaltijd bij jou thuis af op een afgesproken tijd. Of je haalt alleen maar maaltijden.

Thuisafgehaald.nl, zo heet de site. Aanwezig in heel Nederland en in mijn buurt zou ik vanavond 3 maaltijden voor 4 euro per stuk kunnen afhalen. Wat leuk! Om kokende mensen in je eigen buurt te leren kennen! En als je het lekker vind, kom je er vaker. En degene die kookt, kan voor dat bedrag zelf gratis eten.
Na de opruimactie heb ik nog een boerencake gemaakt. Perfect, goudgeel en goed gerezen kwam het uit het oventje. Maar die biedt ik niet aan op Thuisopgehaald.nl, ik hou het lekker voor mezelf.

dinsdag 19 februari 2013

Over volmaaktheid gesproken

Het ging over 'volmaaktheid 'in de Franciscaanse leesgroep. Wat dat woord voor je betekent ( van afgrijzen tot iets van instemming) Volmaakt? Niks en niemand is volmaakt! Van die typen die denken het goed voor elkaar te hebben: wegwezen: waarbij volmaaktheid dan riekt naar 'onfeilbaarheid'. Of dat het een hele hoop vaardigheden en kwaliteiten behelsd waar je toch niet aan kunt tippen. Plus de moraliteit daaromtrent.

'Volgens Clara kan God in mensen zien dat ze volmaakt zijn, kunnen mensen dat volgens jou bij elkaar zien?' vroeg ik. Nou, met heel veel moeite, elke dag weer als een opdracht en dan lukt het nog niet, want dan kijk je dus als het ware 'met de ogen van God', naar anderen. Wil je wel door alle onvolmaaktheden van mensen heen willen kijken? En dan zijn er ook mensen waar je het niet kan zien, hoe goed je ook kijkt...

Wat een onderwerp van gesprek op een druilerige namiddag...Waarom zou je hierover willen praten? Omdat iemand dan vertelt dat ze bij elk sterfbed dat ze heeft meegemaakt, wel, een kort moment, even het volmaakte van die ander kon zien. Dan vervalt alles, en dan zie je een mens zoals die in de kern gemaakt is, die hij of zij had kunnen zijn, door alle lagen van uiterlijkheden en aanslibsels van het leven heen.

Omdat je dan hoort dat er wel iets is, waarnaar een ieder verlangt: groei, je eigen grenzen leren kennen en daar voorzichtig doorheen breken. Momenten van volmaaktheid ervaren die als het ware buiten de tijd staan, die niet gebonden zijn aan je concrete omstandigheden, alsof het je overstijgt, of nee, omdat het eerder iets is dat eronder zit, als dragende en verbindende kracht.

En zo stamelden we maar wat. Dan kijk je elkaar eens in de ogen en je knikt. Ja, ik weet waarop je doelt, ja ik weet wat je verlangen daarin is, ja, ik weet...maar ik weet tegelijk niks. Wij mensen weten niks. Niks over volmaaktheid. Wel dat het in onze hoofden en harten kan rondzingen: iets, ja iets weet iets:  Van heelheid en gaafheid, wie je in de kern bent en hoe die kern door... 'andere handen dan de jouwe', nou ja, niet letterlijk,  beschermt en gekoesterd wordt en je dus altijd thuis bent, ook al ben je in den vreemde.

maandag 18 februari 2013

Lentebode

Donderdagavond was er ijzel en sneeuw voorspeld, het zou maar een nachtje duren en de volgende dag zou alles weer verdwenen zijn. Dus ik besloot naar het wijkcentrum te wandelen. Men wil niet met de fiets een uitglijder maken. Zeker niet omdat ik me toch al rillerig voelde, ziek, zwak en misselijk, maar daarvan hoop je dat het over gaat. Van te voren las ik wat winter- en sneeuwhaiku: het kwam me voor dat dit de laatste maal sneeuw-kijken van het het jaar zou kunnen zijn en dat wilde ik wel zo bewust en intens mogelijk meemaken.

Dus welbewust stapte ik de winterse vroege avond in. Ik hou ervan hoe de wereld in een klap verandert door sneeuwval. Maar o, wat was het ook koud! En wat voelde ik me toch ook echt niet lekker. Nu is het drie dagen later en telkens weer zie ik twee sneeuwbeelden voor me: die van een ongerept, maagdelijk wit stukje tussen de struiken en een enkele boom én een hartstikke druk stukje: fietsbanden, voetstappen, katten  en honden pootjes, een motorband, allemaal kris-kras door elkaar heen, een uitsnede, een scheur tussen het donkere asfalt. Zó dubbel voelde ik me toen en zo komen de beelden uit de wereld naar je toe, die daarbij passen.

Gisteren en vandaag is de wereld lente-achtig. En dat past weer bij de woorden van de ochtendmeditatie, die mij gisterenochtend te binnen vielen na het stille uur tussen 5 en 6 in de kapel bij de Clarissen en de vigilie-viering 's avonds, de eerste in de Veertigdagentijd voor Pasen:

In de stilte van de kapel
in de schemering
kwinkeleerde een vogel.
Een lentebode:
dat het mosterzaad mag gaan ontkiemen
tot een struik, een boom
waar vogels zich gaan nestelen:
Het koninkrijk van god.

'Dat mosterdzaadje uit Lucas, dat was mijn intrede tekst', zei M. na afloop. M is drie jaar Claris geweest en toen weer van haar geloof afgevallen, het geloof dat Claris-zijn bij haar zou passen. 'Dat is wel mooi, zo heb ik het nog nooit gezien: dat de stilte in zo'n kapel, als een lente is... dat het iets aankondigt, een heel koninkrijk...'

Zo zie je weer, hoe woorden telkens weer een andere invulling en betekenis kunnen krijgen. Leek het eerst voor haar te gaan over de groei in het Claris-zijn, jaren later gaat het over groei in het algemeen... Wat mijn betekenis is, de afgelopen tijd, waar mijn vogelkolonie bekeken is door deskundigen, het groeit letterlijk en figuurlijk zowat boven mijn hoofd:  Elke boom met een brede kruin vol vogels,is ooit begonnen als eén zaadje en welke vogels zich gaan nestelen, dat weet je niet. Mij gaat het erom dat het mogelijk is om plekken te maken en te vinden waar je kunt nestelen en van waar je kunt uitvliegen.

donderdag 14 februari 2013

De appel

Dat is toch wel een grappige samenloop. Ik word vanochtend wakker met het liedje van de Andrews Sisters: Don't sit under the appletree with anyone else but me... Ondertussen vraagt een soort voice-over waar ik wil dat die appelboom staat: ofwel in een tuin met een bakstenen huis of wel ergens in de toekomst in een witte sci-fi stad, ergens in de lucht. Ik weet meteen mijn antwoord: doe maar bij dat bakstenen huis, want dat is het hier-en-nu, daar ervaar ik de seizoenen, die plek in de toekomst, daar weet ik niks van af.

Ik was de droom alweer bijna vergeten gedurende de ochtend. Ik laat mijn oog dwalen over mijn permanente kersstalletje: hé, ha, wat is dat nou?! Er zit plotsklaps een wasbeertje met een wippend eekhoorntje tussen de herders! Van Walt Disney. Nou, die mogen daar blijven, een wasbeertje ontbrak nog en een ander eekhoorntje wipt al boven het kindje Jezus op een balk, die heeft er nu dan een soortgenootje bij.  Maar dan zie ik nog wat: Nee, dat kán niet: Het is de boze heks van Sneeuwwitje, helemaal in het zwart, die de rode appel aanbiedt aan Maria en Jozef, helemaal vooraan, op de eerste rij.

Waarom past dat nou niet? Omdat dit het ultieme moment is in het sprookje, waar Sneeuwitje zometeen in de giftige appel zal bijten en dat past niet bij het ultieme moment van het stalletjesverhaal: Jezus die net geboren is, symbool van het licht en het goede. Die twee uitersten zo dicht bij elkaar in het centrum van de kerststal, daarmee explodeert het kerstverhaal. De boze heks moet een heel eindje verder, gewoon bij haar eigen sprookje, bij de 7 Dwergen en bij Sneeuwwitje en haar prins, die bij de stripboeken in de boekenkast staan. Daar kan de prins straks de heks verslaan.

Zo'n appel... dat is toch wel een knapperige, verse levenslustige vrucht, die in de romantiek de sfeer oproept van een appelboom ergens planten met iemand, die zien groeien en gelukkig zijn, generatie op generatie.Niet voor niks dat het bij Sneeuwwitje deze vrucht is, waarmee Sneeuwwitje verleid word en onbevangen in de appel zal happen. Welke ondeugd heeft de kerstal bevolkt met dit nieuwe volk, met die goedaardige beestjes en die donkere heks? Ik heb wel een vermoeden. En zo dacht ik ineens weer aan het liedje van de Andrews Sisters, de cirkel is weer rond.

woensdag 13 februari 2013

Wilgentakje

Wat vind ik dat nou hartverwarmend. T. komt het wijkcentrum binnen wandelen met een heel klein takje Een wilgentakje. Daar zitten gelige rechte  flubbertjes aan en daartussen:... 'weet je wat dit is?'zegt ze , 'dat is het vrouwtje'! Het is een heel klein frummeltje aan het takje en als je goed kijkt, dan zie je pas dat het bovenste topje uit felrode hele fijne haartjes bestaat. Dus die wilgenflubbertjes, die groeien straks door en dan openen ze zich en het stuifmeel of zaad , dat wordt opgevangen door die rode haartjes, zo worden ze bevrucht en daar groeit straks dat grijze zachte katje uit.

"Mannetjes en vrouwtjes aan één takje!" zegt ze, vind je dat niet leuk ?, ik dacht dat laat ik mirjam zien! Ja, leuk. het is dus in feite een androgyn takje. Maar het allerleukste is, dat , als je het niet weet, je daar pal overheen kijkt. Zulke felrode haartjes, die dan straks verdwijnen en plaatsmaken voor dat zilvergrijze zachte van een wilgenkatje. Dat de natuur al die moeite doet, die metamorfose, telkens weer, de esthetiek daarvan: De lente is in feite één grote orgie, een extase.

Blog-mijmering

Heel vervelend. De computer op mijn werk laat mijn blog niet meer zien. Of de helft, met rare vervormingen en letters die zich uitrekken. Ik kan wel een blogje schrijven. Maar op de een of andere wijze, voelt het dan aan alsof je iets in het luchtledige doet. Alsof de context verdwenen is, de wereld eromheen die dat blog genereert.

Waarom, o waarom schrijft men een blog? Kennelijk denken sommigen dan dat je een soort van openbaar dagboek hebt. Welnu, dat is het dus helemaal niet. Ik stort mijn hart hier niet uit. Toch is het ook persoonlijjk. In de vele jaren dat ik dit nu doe, is het ook steeds meer iets van een regelmatige oefening geworden. Om alert te blijven, om iets vast te leggen, of wellicht eerder te vangen, als een vlinderman met een netje tussen de bonte snel fladderende vlinders, van wat er aan belevingen in mijn brein en de buitenwereld rondzwerft.

Door een blogje, worden sommige zwervers zichtbaar, omdat ik ze vastleg. Niet als aan een ketting, om ze gevangen te houden, maar als een soort van vergrootglas dat ik erop leg: dát raakt me. Soms is het: O, kijk ik daar zó naar? Of: Hé wat wonderlijk, dat die dingen van die dag bij elkaar passen, iets met elkaar te maken hebben, dat zie ik nú pas, nu het blogje geschreven is.

Veél, heel veel, van wat ik meemaak en beleef, komt dus niet in het blog. Maar een goede lezer, die kan toch wel volgen wat mij wezenlijk raakt.Wat mijn thema's en onderwerpen zijn. Er zijn natuurlijk inside-lezers en outside. Soms schrijf je over iets in algemene bewoordingen, maar dan zit er een specifieke ervaring achter. Waarvan sommigen weten. Anderen lezen alleen maar een algemene mijmering.

Zo zou ik nu iets over respect kunnen schrijven. Hoe machteloos en woedend makend het is, als iemand dat met de voeten treedt. Wanneer het je gebeurd als je iemand treft die zich op geen enkele wijze in jou kan inleven, die alles alleen kan bekijken vanuit het eigen perspectief, van wie je nog nooit hebt mee gemaakt dat die gewoon eens: 'Het spijt me' zegt, maar manipulerend elke keer weer het gelijk (alsof het daarover zou gaan...) naar de eigen  kant trekt in eindeloze redeneringen, verdraaingen en selectieve, donkere en duistere uitsneden maakt van de wereld die juist zo ruim en licht kan zijn...

Tja & enfin. Misschien wordt dit blog ten diepste wel gevoed door een verlangen en een geloof dat het mogelijk is in het leven om niet ten onder te gaan aan machteloosheid en verdriet. Dat mensen werkelijk verbondenheid en nabijheid kunnen beleven, mits men van twee kanten oog heeft voor elkaar en alles wat de wereld geeft om dit te kunnen ervaren.

maandag 11 februari 2013

De wil van...

Gisteren lag er weer zo'n fantastisch laagje sneeuw, het was helder weer en dan wil ik naar buiten. Een wandeling bij de Bisonbaai, hoe zou het daar nu zijn? Des zomers is dit mijn favoriete hang -en verwijlplek. Maar ook nu, is het er wellicht mooi om een rondwandeling te maken: langs het meer en aan de andere kant langs de Waalstranden met uitzicht op de Waal die breed en 'traag door oneindig laagland' gaat en je Duitsland inkijkt.

Maar de Bisonbaai was afgesloten, er stond een boswachter van Staatsbosbeheer bij een rood-wit lint. Hoog water: alles was overstroomd, er waren geen strandjes meer, het water stond aan de populierenrij die de Bisonbaai omzoomd en het land aldaar was als een pier geworden, die de wateren van de baai scheidde van de wateren van de Waal. Verderop was alles onder water, dus je kon hoogstens op-en-neer wandelen. Maar dat mocht niet.

Waarom niet? Welnu: ook het wild, de reeën, de verborgen dieren, er was een das gesignaleerd en een vos, het kleinere grut, muizen en ratten, ze konden nu ook niet weg. Wanneer de mensen daar ook zouden gaan lopen, dan was er een kans dat je ze verjoeg en dat ze dan het water in zouden vluchten en zouden verdrinken. Waar het wild anders vrij rond kan lopen, langs de oevers en door de uiterwaarden, was er nu alleen maar die landtong, een ingang zonder uitgang.

Nou, daar wil je wel rekening mee houden. Niks in je wil het vrije wild inperken, verjagen, beklemmen. Ook al betekent dat je dan zelf niet kunt doen wat je het allerliefste wilt. Zo komt het me voor dat de wil, je eigen wil werkt: je wilt niet iets alleen maar voor jezelf, je wilt iets wat het beste is voor 'de zaak', dat wat een groter en ruimer goed dient, dan de engte van je eigen willetje.

Dat wild op die landtong: dat zijn alle verborgen gevoelens en verlangens. Die verdrinken als ze niet rond kunnen lopen, geen eigen wegen kunnen zoeken en vinden. Soms word het ruimer en vrijer, ontstaat er doorgang en iets nieuws, door je eigen wil te beperken. Een wijsheid die ook te vinden is in de kloosters.

zaterdag 9 februari 2013

Adele & Grisham

Ik dacht een liedje ofzo te gaan bekijken en beluisteren, voor het slapen gaan.  Van Adele; het concert Live in the Royal Albert Hall. Het kwam erop neer dat ik de gehele dvd bekeken heb, méé in de sfeer, de liedjes, haar geweldige stem, haar anekdotes ertussendoor, soms boers, grof, arbeidershumor: hier sta ik dan in de fucking Royal Albert Hall!, sorry mensen, zo'n taalgebruik past niet hier, maar ik mot het effe kwijt!, zo begint het. Ze vraagt regelmatig of de zaallichten aankunnen zodat ze rond kan kijken en op het einde kan ze haar tranen niet inhouden als de hele Hall voor haar zingt: Someone like you.

Wat zijn de mensen toch wisselend begiftigd met talenten! Haar albums 19 en 21, geven haar leeftijd aan; zó liedjes kunnen schrijven, zó zingen, zó'n persoonlijkheid zijn en dan heb je nog jaren te gaan, volgens de levensverwachting, wie kun je nog meer worden, hoe zal dat gaan? Wat is dat toch prachtig; als je gevoeligheid en kwetsbaarheid kunt laten afwisselen met een daverende lach. Ze vertelde over het ontstaan van sommige liedjes: dat ze zelf schrok: Voel ik dat? Ik wist dat tevoren niet. Haar beste vriendin zat in de zaal en ze bood haar excuses aan voor arrogantie: dat ze ooit de vriendschap had verbroken en hoe blij ze was dat dit haar vergeven was.

Ik hou er wel van als die bewegingen van het hart zichtbaar gemaakt worden:  het bijna of eventjes op het verkeerde pad zijn en dat dan herstellen en zo als aanvankelijke underdog, angstig en bedreigd in de wereld die je zelf geschapen hebt, daaruit loskomen en samen met je dierbaren daarop terugkijken en dus samen triomferen: Er is iets overwonnen.

Daarom dat ik waarschijnlijk in enkele weken tijd weer eens twee boeken van John Grisham achter elkaar door, in één ruk uitgelezen heb. Gisteren was dat de Deal. Het speelde zich af rondom Treviso, Venetië en in Bologna en dat was ook een factor. Lezen is toch een merkwaardige activiteit: want je leest het verhaal, maar dat mengt zich tegelijk met eigen ervaringen, herinneringen, belevingen. Je bent dus al lezend, werkelijk op meerdere plaatsen en tijdslagen tegelijkertijd.

Het is toch die éne beweging waar John Grisham in gespecialiseerd is: je kruipt in de huid van een zielenpiet, iemand die totaal aan de grond zit en bedreigd is of onrechtvaardig behandeld is en dan zie je die zielenpiet allerlei onverwachte, aanvankelijk onbegrijpelijke, dingen doen. Moves waarvan je weet, omdat je Grisham leest, dat die onderdeel zullen zijn van een groot plan van bevrijding. En zo ontwikkeld zich het ook, naar een happy end, alle uitgezetten lijntjes komen op het einde bij elkaar en vormen een geheel.

Zoals Adele in tranen tegen haar publiek zegt: dat ik dat liedje ooit heb geschreven en dat jullie het nu zingen, op een plek waarvan ik alleen kon dromen... en nu ben ik hier.

vrijdag 8 februari 2013

Zij bidt mussen

Vanochtend een verrassing bij de krant: een gedichtenbundel met een selectie uit het werk van Judith Herzberg. Leuk formaat, mooi strak uitgegeven met een ribbelige kaft en het ruikt zo fijn naar gloednieuw papier. Je kunt een box met 10 dichters bestellen voor 49, 95 euri. Het eerste gedicht dat ik opsloeg paste heel erg bij mijn stemming, die ook gevoed werd omdat ik opnieuw Rapture op herhaling beluisterde. (zie eerder blogje).

HIJ BIDT
Hij bidt maar niet tot God
niet tot, maar bidt.
Dan moet hij plassen en staat op
maar komt, vóór kleren, auto, weer in bed,
omhelzend verlangt hij naar omhelzen, haar.
Een hemlsbreedte rekt zich in hem
om haar, dagelijks, omhelsbaar.

Toen ging ik de krant lezen en onbijten en sloeg daarna weer de gedichtenbundel open. Nou moe! Hoe kan dat nou? Wéér zo'n volkomen toepasselijk gedicht op wat er komen ging. Mijn mussen en vogelkolonie is vandaag bezocht geworden door iemand van de vogelbescherming Nederland. Die maakte een heleboel foto's en vertelde aan de mensen van de woningbouwvereniging dat er, om alles weg te snoeien, een officiële ontheffing moet worden aangevraagd. Waarvan maar de vraag is, of die zal worden toegekend, voegde ze er aan toe. En zó ging het gedicht dat ik net tevoren las:

MUSSEN
Als ik oud ben, echt oud, niet als nu,
dan een gladhouten tafel, geen teak, of mahonie
geen chique , geen antiek maar een glad-
houten tafel, als hier.

Maar waar vind ik het simpele,
niet efficiënte maar ook niet verwende,
het ongetrainde, onaangeleerde.

Waar vind ik een uitzicht
dat geen uitzicht wil heten
en stilte zonder gebeier
of trommels
met stemmen
die praten en roepen
maar niet schreeuwen
of commanderen.

Een kussen dat ruikt naar zon
op katoen, en zijn er nog
mussen die ik kan voeren
zoals op dat bankje Abel
en Thea dat deden
in het Weteringsplantsoen?

donderdag 7 februari 2013

Voor mannen?

Wat was dat lang geleden! De hele avond uitgezakt tv liggen kijken met een zak chips bij de hand. Het was op RTL7, die tot mijn verbazing als onderstromer heeft: Voor mannen. Ik dacht eerst dat het een grapje was, maar nee hoor, als je het de hele avond voorbij ziet komen, voor en na elk reclameblok, dan moet je eraan geloven: er is een zender die er voor mannen is. Nou ja, wellicht vergelijkbaar met het 'damesblad'.

De eerste film die ik bekeek klopte titelmatig wel met het aanbod: Men in Black. De film heeft nog twee andere vervolgen gehad, dus dat moet ergens een beetje een soort van kwaliteitje hebben. Het is héél grappig. Het speelt zich af in New York, alwaar allerlei buitenaardse wezens vanuit het hele universum incognito leven als mensen en een veilige haven hebben. Veel van die buitenaardsen staan op voet van oorlog met elkaar en weten sporadisch dat de andere er ook is. Mensen zijn voor de buitenaardsen van het meest primitieve soort. De 'men in black' (zonnebril, zwart pak, zwart stropdasje, wit overhemd) vormen een speciale eenheid, die alle strijdende buitenaardsen te vriend moeten houden en tegelijk ervoor moeten zorgen dat geen enkele New Yorker van het bestaan hiervan afweet. Lukt het niet, dan blazen de buitenaardsen eenvoudigweg, de aarde op.

Hé, wat kan het leven simpel zijn, is dit wat mannen willen? Pal daarop volgde de eerste bioscoopfilm die van de tv-serie Star Trek is gemaakt. Je kunt dus niet in de verleiding komen om de tv maar uittezetten, want voordat je het weet zit je weer in een heel ander avontuur. Zou men daar onderzoek naar gedaan hebben voor deze zender? De man moet direct weer bezig gehouden worden, dan blijft hij. Onlangs heb ik een testje gedaan waar men kijkt of je een mannelijk dan wel een vrouwelijk brein hebt. Welnu, U raadt het wellicht: ik heb een mannelijk brein.

Nu ben ik al fan van de oude Star Trek en deze eerste film kende ik nog niet. Er is maar één ding over te zeggen: de film is van 1979, maar de hele Matrix-trilogie is hieraan schatplichtig. Mens en machine verenigen zich op het einde met elkaar, op weg naar...? Ik ga nu ineens denken dat mijn fascinatie voor sci-fi wellicht ook hoort bij dat mannelijke brein. Je ziet in een damesblad toch nooit sci-fi als onderwerp? Er waren in de vooraankondigen nog wel meer films die ik wilde zien. Zometeen wordt RTL7 mijn favorietje. 'Voor mannen'...O, nee, gelukkig maar: ik hou absoluut niet van sport, van geen enkele sport: niet om te doen, om naar te kijken of over te praten. Dat laat de balans weer een heel andere kant opgaan. Heb ik dan toch een androgyn brein?! Dat vind ik fijn.

Rapture

Ik heb weer een mooie cd in de bieb gevonden, van Antony & the Johnsons, Cut the World, een live registratie met het Deens Nationaal Kamerorkest op 2 en 3 september 2011. Zijn/haar stem weeft en vervlecht zich met de instrumenten van het orkest. De sfeer is bij Antony altijd al specifiek... noch het ene, noch het andere... van beide wat, in één beweging door en gisteren had ik het lied Rapture op de repeat-knop gezet.

'Rapture' betekent geestverrukking, verheffing en in het oude christendom van de eerste eeuwen stond het woord voor verrijzenis: van Jezus of bij de Dag des Oordeels wanneer het Rijk Gods zal gaan komen.Ik heb dat even opgezocht omdat ik door de woorden van het lied ook in verwarring raakte: Anthony zingt aanvankelijk over 'vallen', het omgekeerde dus. Eyes are falling, lips are falling, hair is falling to the ground, slowly, softly... Tegelijk wervelt de muziek naar boven.

Het lied, dat zich nu zonder onderbreking herhaalde, kreeg iets bedwelmends. Het heeft iets klagends, maar ook iets troostends: all the world is falling, all the blue from me and you, teardrops falling to the ground, I 'm talking about your teardrops... Tranen die ook kunnen louteren, die maar één weg op kunnen gaan bij mensen van de zwaartekracht: naar beneden, de grond in.

Het lijkt een natuurlijke loop, maar wanneer hij zingt dat zijn vrienden vallen, dan denk ik ook aan de vele vrienden die Antony verloren heeft aan aids, I've watched them falling, falling softly to the ground,o the leaves are falling, down in silence to the ground. Is this the rapture? Why don't you tell me, is this the rapture?

Dan eindigt het lied, toch vrij onverwacht met het begin van het Onze Vader. Our father who art in heaven, for the kingdom, the power, the glory, yours, now and forever. Alsof je op associatief nivo de onbegrijpelijkheid van de dood toch naar een ander plan trekt.Ik geloof dat de handeling van dat zeggen en doen, troostend is. Of die Vader nou wel of niet écht in de hemel is, dat doet er niet meer toe. Het magische van taal, die de mensen van de zwaartekracht tot hun beschikking hebben: De kracht en de glorie wordt waar in het hier-en-nu: Rapture.

woensdag 6 februari 2013

Wonderlijke verhaaltjes

Nou! Dat is een verrassing; om vanochtend naar buiten te kijken en weer een witte wereld te zien! Wat is dat toch mooi. Gisteren in de leesgroep twee verhaaltjes die wat mij betreft over 'licht' gingen, al zijn het tegelijk ook twee middeleeuwse wonderverhalen. Van Bonaventura, een grote geleerde in zijn tijd. Des te meer opvallend is het dat dit soort verhalen met grote vanzelfsprekendheid in de levensbeschrijving van Franciscus van Assisi komen. In onze tijd zouden zulke toevoegingen zo'n levensbeschrijving juist ongeloofwaardiger maken.

Het ene verhaal bevatte een Harry Potter-scene, zoals zuster M. zei: Er rijdt een grote wagen met vuur en een bol van licht boven de hoofden van de broeders en daarna kunnen ze in elkaars geweten kijken en niks is meer voor elkaar verborgen. Voor mij verrassend was, dat meerderen reageerden dat ze dat nou helemaal nooit mee wilden maken: Waar blijft de privacy? Het doet denken aan elektronische patiëntendossiers waarvan het gevaar bestaat dat Jan en Alleman die in kan gaan kijken. Je wilt toch wel wat verborgen kunnen houden? Toch herkende iedereen wel de ervaring dat het je soms kan gebeuren dat je  met iemand of met een groep mensen de hele avond met elkaar gepraat en gediscussieerd hebt en dat je elkaar op het einde ineens glimlachend aan kan kijken: wat er gebeurd is en wanneer weet je niet precies: maar je begrijpt elkaar, zonder woorden: er schijnt een licht.

Het ander verhaaltje is wel een mooie, voor als je ziek bent. Het gaat over iemand van de orde van de kruisheren die ziek is en een bode stuurt naar Franciscus, of die niet iets voor hem kan doen. Franciscus bereidt dan met olie uit een lamp die brandt bij het beeld van de moeder Gods, Maria dus, met wat brood een brij en laat die brengen. De man eet en wordt geheel gezond van lichaam en van geest en hij besluit om zijn orde te verlaten en zich aan te sluiten bij de broederschap van Franciscus. Dat die olie uit dat Marialampje kwam, dat gaf voor mij aan het verhaal een zacht, teder, beschermend licht, zo heel anders dan het overdonderende licht uit het eerste verhaaltje.

Wat is nu het werkelijke wonderlijke in het verhaal? Dat zit eigenlijk in die kleine, menselijke handelingen die ontstaan zijn uit het vertrouwen dat je in elkaar hebt. Die zieke man had al een vertrouwen in Franciscus om aan hem te vragen of die iets voor hem had ter genezing. Franciscus maakt in vertrouwen iets klaar. Die wederzijdsheid, die heeft op zich al iets genezend.

En soms gebeuren er onverklaarbare dingen die buiten de verwachtingen om gaan en die door dit soort verhaaltjes weer in je herinnering komen.  Iemand vertelde dat haar oom vol toeters en bellen ziek lag in het ziekenhuis. Hij was opgegeven. Ze haalden alle apparaten weg. 'En toen bleef hij gewoon doorademen! Nog vijf jaar lang!'. Hoe kan dat nou?  En zo beëindigden we de avond, met dat ene woord: 'wonderlijk".

dinsdag 5 februari 2013

Kijk! David Hockney

Zijn geschilderde teckel Stanley, staat al meer dan 15 jaar als ansichtkaart ingelijst ergens tussen de boeken in mijn boekenkast, slapend in het middaglicht op een blauw kussen. David Hockney schilderde het in 1995, hij schilderde een wand vol teckels, het was het enige wat hij kon schilderen toen, nadat zijn partner overleden was. In mijn keuken hingen ook de ansichtkaarten van een geschilderde forel op een schaal, een waterfles met een zonnebloem daarbij. Alleen maar de dingen vlak bij, dat kon hij aan, het intense waarnemen en schilderen gaf troost, zei hij.

Die milde, troostrijke sfeer is voelbaar in elke penseelstreek. Maar nu: zoveel jaren later is David Hockney als een krachtige, sterke phoenix herrezen uit de smeulende as die hem warm heeft gehouden: hij is uitgevlogen in het landschap van zijn jeugd en afkomst,  Yorkshire. Ik was Zondag 5 uur lang betoverd door zijn schilderijen in Keulen, het was de laatste tentoonstellingsdag van A Bigger Picture: een daverend succes in Londen en nu gaat het als geheel nog naar het Gugenheimmuseum in Bilbao.

Ik heb David Hockney eigenlijk altijd wel gevolgd want wat hij doet en hoe hij kijkt is zo bijzonder: hij ziet altijd meerdere perspectieven tegelijk en hij gebruikt het beeld zelf en de moderne techniek om je die ervaring te geven. Vroeger was het de Xerox kopieermachine, en de snapshots uit zo'n candid cameraatje die hij aan elkaar assembleerde tot wandgrote collages en nu is het de iPad en de schilderdoos daarin, waardoor je nu elke streek die hij zet en weer weggumt en vervangt kan meemaken. In het Ludwigmuseum zie je het gebeuren: een hele zaal aan alle wanden gevuld met zeer uitvergrote schilderijen uit de computer o.a. van het Yosemite Park in Amerika. En in Yorkshire schilderde hij het komen van de lente in 52 iPad tekeningen van Januari tot en met April en een wand bestaande uit 32 olieverdoeken aan elkaar, tesamen 144-385 groot: The Arrival of Spring in Woldgate, East Yorkshire in 2011.

Op Holland Doc, onder Kunst en Kultuur op p.8 is een documentaire te zien die drie jaar werken in Yorkshire bestrijkt en toen ik de tentoonstelling opliep, toonde de eerste zaal dat ene landweggetje die een tunnel lijkt en die hij in alle seizoenen geschilderd heeft en waar je hem bezig ziet met een opklapbare pichnicktafel vol penselen en verf. Iets heel anders is de installatie van 9 camera's op een truck, waarmee hij op wandeltempo een bospad ingaat, 4 keer op een rij, in elk seizoen 1 keer, alle 4 tegelijkertijd op elke wand in een zaal afgespeeld. In één keer wordt het je dus mogelijk 4 seizoenen tegelijkertijd te beleven in haarscherpe beelden, je wordt het bospad ingezogen en erdoor geabsorbeerd.

David Hockney tekent, aquarelleert, schildert in felle, heldere kleuren, maakt composities, kijkt zowel op de grond naar  de grote verscheidenheid aan blad, grassen en planten, als in vogelvlucht, over een heel gebied heen. Ach, het beschrijven heeft niet zoveel zin: kijk! Een levensmotto dat vitaliseert en gelukkig maakt. In zijn eigen woorden: Alles heeft natuurlijk ook een donkere kant; uiteindelijk is het bekijken van de wereld iets positiefs; ik vind de akt van het kijken wonderbaarlijk mooi. Daarom is de wereld voor mij mooi, omdat ik ernaar KIJK. 


zaterdag 2 februari 2013

De Warme Winkel: Villa Europa

Theatergroep De Warme Winkel doet elke keer haar naam volkomen eer aan: O! hun voorstellingen zijn warm, in de zin dat ze je bloedstromen, je hoofd, hart en ziel verwarmen en dat doen ze door te winkelen binnen genres, stijlen, gevoelslagen, theatrale middelen, haarscherpe dialogen, gedachtespinsels die almaar verder spinnen, je denkt soms te verdwalen en ingesponnen te zijn, maar de acteurs weten dat ook en dan plotsklaps dan gaat het van ernst en gedragenheid, naar een postmoderne blik naar het publiek: U onthoudt toch wel, dat we in deze tijd zijn, hé, een tijd waar alles onder vuur staat, waar we zoeken naar wat echt is en authentiek en dat vaak vinden te midden van het absurde?

Of we vinden het een moment maar, in een scene, maar ook die heeft altijd meerdere kanten, wat helder is en ondubbelzinnig kan alleen maar eventjes gevonden worden, en jij kijker, die dit ondergaat, jij kiest zelf het moment wanneer dit gebeurt. Alhoewel? je kiest niet: het gebeurd aan je: momenten van ontroeringen en lachen en ernst wisselen elkaar voortdurend af.

Ze speelden Villa Europa in mijn stad. Een onderzoek naar het zielleven van Stefan Zweig, die in 1942 in Brazilië zelfmoord heeft gepleegd, tezamen met zijn tweede vrouw, hij was een Jood die de glorie van het cultuurleven van het fin de siècle rondom Wenen en Salzburg beleeft heeft. Toen het oude Europa op het toppunt van zijn kunnen leek en de Europa bewasemt was van een rijk geestelijk leven. Hij kenden Wittgenstein en de beeldhouwer Rodin.

Waarom heeft hij zelfmoord gepleegd vragen de twee zich af, die tegelijk ook Stefan Zweig en zijn vrouw spelen. Ja, hij was altijd al depressief. Of miste hij zijn vrienden en het culturele leven daar ver weg in Brazilië? Maar kunnen wij ons voorstellen hoe het is om uit dat vanzelfsprekende oude geestrijke Europa mee te moeten maken dat Joden als kakkerlakken werden en dat er boeken verbrand worden? Dit soort vragen stellen ze, kruipend, zich ingravend, zittend, zich laten vallend op een enorme berg oude boeken, ze slaan ze hysterisch open, willekeurig, zogenaamd als illustratie, maar de plaatjes kloppen niet met het verhaal.

Onderliggend aan deze vraag over Stefan Zweig ligt een andere vraag: wat is nodig een land, een continent, een individu, menselijk te houden? MEDELIJDEN, daar komen ze op, ja, het is medelijden die de kern is van elke beschaving. Maar er zijn twee soorten van medelijden: de ene lijdt mee, zwelgt mee in verdriet en leed, maar je blijft een buitenstaander. En je hebt het medelijden dat zich inlaat met het duistere en donkere, en om dat te blijven leven, dat vraagt geduld en uithoudingsvermogen.

Dat laatste: is dat wat het nieuwe Europa ontbeert? Is dat wat Stefan Zweig ontbeerde, en hij heeft hij daarom zelfmoord gepleegd? Zijn dood, die ook gespeeld wordt, is een mooie, hij neemt het gif legt zich neder op een bed en sterft. Maar zijn vrouw die naast hem is gestorven had een ander soort gif: haar dood was zeer pijnlijk, een worsteling. Op het toneel zie je haar twee keer sterven: de ene keer zoals Stefan Zweig denkt dat het gebeurde, kalm en vredig naast hem. Maar de tweede keer, dan trekt zij langzaam haar kleren uit, legt elk kledingstuk over de dorre en dode planten, alsof ze daarmee het oude , gestorven Europa bekleed, trekt haar doodskleren aan en dan sterft ze kermend en kronkelend van de pijn.

Ach, ik bericht hier maar een van de vele verhaallijnen en sensaties die Villa Europa teweeg brengt. Er zit een prachtig stukje in waarin de man Rodin is en laat zien wat het moment is dat inspiratie in je komt en hij een beeld tot leven wekt. Er wordt gespeeld met snorretjes, kleren die opgehesen worden en weer afvallen, er wordt gemimed, dansbewegingen wisselen zich af met vallen, gefluister wisselt zich af met geschreeuw. Soms staat het beeld stil, zoals in stills in de film, soms druipt de dramatiek eraf en lijk je in een goedkoop slecht theaterstuk te zijn belandt.

Daarom is hun video van de voorstelling op hun site heel bedrieglijk. Wat je ziet lijkt een overdosis aan overdrevenheid en het fijnmazige en zinnige net dat dit alles opvangt en draagt, dat zie je niet. Alleen als je gaat kijken en je het ondergaat. Prachtig, steengoed.

vrijdag 1 februari 2013

De kunst van het reizen

Leuk boek heb ik gelezen: De kunst van het reizen van Alain de Botton. Het stond al lang op mijn verlanglijst en dan is het ineens binnen handbereik. Het concept is leuk: hij begint in zijn eigen wijk in London, hij wil naar de zon en gaat naar Barbados, een zonnig eiland met strand en palmbomen en hij neemt als gids J.K. Huysmans mee, iemand die juist naar Londen wilde reizen. Zo reist hij naar andere plekken, met steeds een andere gids: naar de Provence, met Vincent van Gogh, die hem voor het eerst de kleuren van het gebied laat zien, naar de Sinaï, waar een ervaring van het sublieme woorden krijgt door Edward Burke en het boek Job in de bijbel, naar het Lake District waar de poëzie van Wordsworth hem het simpele geluk leert van een bloem, een landschap, een boom.

De vragen voor Botton zijn: Waarom reis je? Wat heeft dat voor zin als je liggend in de zon in dat paradijsje telkens weer denkt aan beslommeringen thuis? Wat als je omgekeerd, door te lezen en schilderijen te kijken je  je zelf veel beter kunt verplaatsen naar die plekken, dan wanneer je er bent en je allerlei lichamelijke ongemakken gewaar wordt? Wat betekent het wanneer je steeds maar leest in een reisgids hoe geweldig en bijzonder het is wat je ziet van grote culturele en historische waarde enzo, maar je het ter plekke maar saai en oninteressant vindt? Enzovoort.

Het lijkt erop dat Botton diep in zijn hart een romanticus is. Reizen moet verheffen, je gelukkig maken, je uitzonderlijke en diepzinnige ervaringen brengen. Je hoort je in ieder geval op reis niet te vervelen. Ik moet bekennen dat ik tijdens het reizen juist altijd zit te wachten op het moment dat ik me verveel. Het lijkt dan alsof ik dan pas echt daar ben aangeland, of ik dan pas kan ervaren dat het exotische, juist ook gewoon is en in jezelf aanwezig is, en dat wie je bent zich werkelijk helemaal thuis voelt op die vreemde plek, en het dus mogelijk blijkt om overal te wonen en een thuis te maken.

Die momenten van verveling herinner ik me ook heel goed. Bijvoorbeeld op een zondagmorgen op Fidji. Er was niemand op straat, er hing een zondagsrust, heel saai, ondanks alle palmbomen en een eilandsfeer. O ja, ik herinner me ook die spectaculaire zonsondergang en maanopgang in vlammende kleuren, en de diepzeevissen, en het witte zand onder de kokosbomen. Maar die verveling op die Zondag: die geeft me het gevoel dat ik er echt geweest ben en niet alleen maar in een plaatjesboek bladerde.

Ben ik hier nu uitzonderlijk in? Dat ik je-vervelen best wel een positief gevoel vind? Waarom moet je altijd wat beleven, doen, meemaken? Zit de kunst van het reizen niet in de kunst beoefenen om waar dan ook, op elke plek ter wereld, je voor te kunnen stellen dat je daar ook zou kunnen leven? Je vervelen hoort bij het leven: het is de ongelofelijke luxe dat alles, eventjes helemaal goed en in rust is. Uit het moment van verveling ontspringen alle nieuwe mogelijkheden.