Douwe Draaisma zegt het: dat hoe ouder je wordt, hoe levendiger herinneringen zich aan je voordoen. Of zou het bij mij die moeheid zijn, door slaapgebrek? Misschien is het een combinatie van beide. Want vanochtend gebeurde het me weer: Ik las in de krant dat de oostkust van Sri Lanka nu geteisterd is door zware tropische stormen, wegen vol modder, huizen weggevaagd. En ik was ineens weer in Sri Lanka. Ja, ook aan de oostkust.
Het was 1999. Ex en ik zouden eigenlijk beginnen in Sri Lanka, maar we waren van plan om over te steken naar Zuid India. We deden eerst een rondreis. Ik was ooit eerder in Sri Lanka geweest en wilde ook best graag die plekken terug zien: Kandy, de theeplantages, de liggende en staande boeddha in Polloranuwa enzovoort. We eindigden aan de oostkust. Daar bleek pal op het strand tussen de palmbomen er kleine huisjes gebouwd. Het was in bezit van een Britse jongen, die omdat er oorlogsdreiging was aan die Oostkust, er was toen een burgeroorlog gaande, die grond heel goedkoop had weten te bemachtigen. Twee keer in het jaar kwam hij er voor langer. De dagelijkse leiding had Nalin een jongen uit het dorp in de buurt.
Wij streken er neer en bleven er. Een hele maand Zuid-India was toch een brug te ver... Pal achter ons huisje woonde een oude man met zijn gezin, in een rieten huisje, op het strand. Elke dag wandelde hij naar een fragipani-boom met witte bloemen, raapte die gevallen waren van de grond en legde die neer bij zijn hindoeïstisch huisaltaartje. Hij bleek de boekhouder te zijn van Tsunami. Zo heette het daar en dat was natuurlijk lang voordat de echte tsunami, vijf kaar later, ook deze kust teisterde...
Die boekhouder kon goed Engels en hij vertelde dat Nalin in het dorp een gezin had, met vrouw en kinderen, maar hier, op Tsunami de vrijgezelle jongen uithing, vrouwen versierde en in het dorp ondertussen de tiran en dictator was. Hij was plotsklaps de rijkste van het dorp geworden met de macht om dorpelingen in te huren voor Tsunami. Besluiten wie er mocht gaan bouwen, wie hij als timmerman inhuurde, van welke visser hij de vis kocht, voor het restaurantje. Nalin deed zich goed voor bij de Brit omdat hij als enige van het dorp vlot in het Engels kon babbelen, maar had verder geen kaas gegeten van boekhouden en geldbeheer: dat deed deze oude man: alles was van hem afhankelijk.
Hij had er verdriet van: 'Nalin is evil...', sprak hij. Wanneer de Brit kwam moest de boekhouding tip-top zijn en de boekhouder werd zo ver mogelijk weggehouden van Tsunami. In die tijd mocht hij het terrein niet op en bezocht Nalin hem bij zijn huis. We maakten het mee dat de Brit zou komen en Nalin werd steeds zenuwachtiger. Hij staakte zijn versierpogingen en de oude man vertelde dat de dag voor de aankomst van de Brit, Nalin huilend bij hem thuis was geweest. Dan had hij toch ook weer met Nalin te doen: hij kende hem al vanaf dat hij een baby was.
We hebben een kort gesprekje gehad met de Brit, we waren tenslotte longstay-guests. Hij hoopte zich ooit te kunnen vestigen aan de kust. Als de burgeroorlog voorbij zou zijn, zou die oostkust weleens booming kunnen worden. Onderwijl verdiende hij in het westen geld, om te blijven investeren. Hij had ook het gevoel goed werk te doen, omdat hij werkgelegenheid en iets van economie had gebracht, in wat anders een godverlaten dorpje aan die oostkust was gebleven.
En nu is die oostkust dus geteisterd. Net als toen bij de tsunami vraag ik me af wat er over is van Tsunami. Toen dacht ik nog: zou die oude man nog leven? En staat zijn rieten huis er nog? Tsunami was gebouwd uit steen. Nu weet ik zeker dat die oude man allang overleden is.. .Maar ik zie hem nu zó voor me. Zijn vriendelijke met rimpels doorgroefde smalle donkerbruine gezicht. 's Avonds bij zonsondergang liep hij vaak met zijn vrouw het strand op tot vlak bij de zee en samen keken ze uit over die verkleurende einder.