dinsdag 23 mei 2017

Tanna, zonder mobieltje

Heel vervelend. Ik ben mijn mobieltje alweer een dag kwijt... Dus veel tijd gebruikt gisteren aan zoeken in huis, in plaats van er iets op doen aan de waterkant. Steeds meer zie ik dat je een ware computer op zak hebt, maar wat ik vooral erg vind, als ik deze niet terugvind, is dat het ook ondertussen mijn fotoboeken bevat. Ja, ik had het natuurlijk moeten 'saven' enzo, op de oude laptop die ik heb, maar dat mislukte steeds. Kijken of mijn laksheid nu betekenen gaat, dat het een oefening is in het loslaten van al die beelden...

Dan moet je het maar met je herinnering doen. En misschien is dat toch levendiger dan de concrete plaatjes die je bewaart. Ik weet nog, dat foto's van vakanties, die je vroeger dan een week later na thuiskomst kon ophalen, altijd tegen vielen. Ook nu, als ik in oude fotoalbums kijk, dan denk ik: daar was je vroeger dus tevreden mee? Onscherpe foto's, statisch, zo heel anders dan de heldere beelden via een mobieltje en de mogelijkheid daarmee veel scherpere actie-achtige foto's te maken.

Ik zag Tanna, een film die ook werkte als een soort van trigger naar herinneringen, die bijna met geluid en geur bij me binnen kwamen, Het speelt zich af op het eiland Vanuatu op Fiji, lijkt en het wordt gespeeld door een echte traditionele stam die daar nog zo leeft. Je ziet ze in traditionele 'kleding' van rieten rokken en peniskokers, de huizen in de rimboe, ze rennen met gemak door al dat heel erge groen van het oerwoud, duiken tussen de watervalletjes, en rennen over stenen naar de levende vulkaan.

Het is het verhaal van Wawa en Dain, een jongen en meisje die verliefd raken, maar Wawa wordt weggegeven aan een andere stam, om de lieve vrede te bewaren, zo is het aloude gebruik. De levende vulkaan is hun moeder, de godin, daar gaan de sjamanen heen om  raad, en ook daar vluchten beide heen. Het is waar gebeurd: en hierna hebben de stammen hun gebruiken veranderd: en is het niet meer nodig dat een vruchtbaar meisje en jongen van twee verschillende stammen verenigd moeten worden.

Ik ben op Fiji geweest alweer heel lang geleden en de herinnering ontsprong, dat ik daar op een heel klein eiland was, heel slim voor goedkope rugzaktoeristen toegankelijk gemaakt door alle ratten van het eiland met de kokospalmen, te verdrijven via het graven van een heel diepe kuil en die vol kippen te leggen. Alle ratten renden erheen, waarna, toen het geritsel veranderde in het geluid van schranzen men benzine in in  de kuil gooide en is die in de fik heeft gestoken.

's Avonds laat, elke avond, kwam er iemand aanpeddelen, die woonde op een ander eiland. Je kon dan kava drinken, de alcoholische drank die er van wortels wordt gebrouwen en die man, in een soort van rieten rok, had een houten muziekinstrument mee en ging zingen. Tezamen met de andere Fijianen, die op dat eiland als personeel werkten, ze kenden elkaar allemaal en wisselden ook hun verhalen uit in hun eigen taal. De toeristen mochten erbij zitten, maar werden verder eigenlijk genegeerd.

Het soort gezichten in de film, de motoriek, de lach, het drinken van kava: zó was het toen op Fiji. Tot en met oude foto's van een jonge prins Charles met een stamhoofd in westerse burgerkleding, zoiets heb ik daar ook gezien. Wij hebben besloten om traditioneel te leven, zegt een nazaat in de film, in de natuur, zonder geld. Zo'n wijze van leven relativeert wel heel erg het moderne 'gemak' van een modern mobieltje.