vrijdag 1 oktober 2010

Kruispunt

Deze week zag ik twee voorbeelden, hoe Nederland op het kruispunt van twee wegen staat. Ik zat in mijn buurtbiebje een blogje te schrijven en hoorde achter me de conversatie van twee stemmen een aanvang nemen. De ene kende ik: dat was de oudere, heel vriendelijke rustige bibliothecaresse. De andere was een ratelende stem met een buitenlands accent die in staccato meldde wat ze allemaal wilde doen op een aanstaande actieve dag, om zo begreep ik, meer kinderen naar dat biebje te lokken.

Eerst dacht ik dat het de stem was van een 12-jarige of zo, een leerlinge uit de hoogste klas van de lagere school waaraan het biebje vast zat. Toen dacht ik een stagiaire. De stem wílde vooral, had zeer uitgesproken meningen en luisterde helemaal niet naar de vragen en suggesties van de biebmevrouw. Haar stem hoorde ik balanceren tussen geduld uit oefenen en steeds meer merkbare irritatie. Maar de andere had niks door. Uiteindelijk draaide ik me om en zag dat de stem met het buitenlands accent niet van een jong iemand kwam maar van een oudere onderwijzers van de school, die uiteindelijk het biebje ook weer verliet.

Ze was weg en de biebjuf liet een hartgrondige uit het onderste van haar buik komende, heel diepe zucht. Zo, dacht ik. Ze heeft met tolerantie en uiterst inlevingsvermogen, steeds maar weer haar punten herhalend, dit werkgesprek volbracht. Twee volkomen andere wijzen van communiceren hadden het lokaal doorkruist. De ene rustig, voorzichtig, via argumenten tot de andere probeerend doordringend en de andere een wildebras met een houding van Doen, Doen, Doen. Dat wat men verwacht van Allochtonen. Maar nu ongepast zelfverzekerd was. Want de biebmevrouw had uiteindelijk wel het pleit gewonnen.

nog gaat dit geciviliseerd. Maar straks? De eerste commentaren op het nieuwe regGEERTakkoord, zijn van alle kanten niet misselijk. Alsof er een grauwsluier over Nederland komt te hangen. Dacht ik, de krant bekijkend in de bus en daarbij het tweede voorbeeld van het kruispunt voor mijn ogen zag gebeuren. Een vrouw met een zwart hoofdoekje stapte in met drie kinderen. Ze geeft géén groet terug, terwijl de buschauffeuse wel vriendelijk goede morgen zei. Ze is druk met het zoeken van de juiste buskaarten in haar portemonnee. Ik zie de chauffeur betrekken en een beetje scherp zeggen: en hij daar, op welk kaartje rijdt hij?

Nu is er nog iets van een algemeen bevinden dat we aan elkaar moeten wennen: die nieuwe Nederlanders en Nederland. Maar hoe is dat zo meteen? Als er om het regeren van het land de sfeer hangt dat Die van Buiten, die maar beter allemaal moeten oprotten? Ik weet het weer. Wij moeten dit regeerakkoord niet willen. Ik vind het bijna jammer dat ik geen CDA-lid ben want ik zou acuut naar de Rijnhal gaan, om heel hard NEE te zeggen.