Ik lees Nomade van Ayaan Hirsch Ali. Net als in haar vorige autobiografie Mijn Vrijheid blijven vooral de dagelijkse ervaringen van het zomaar- in -een -totaal -andere -wereld geland te zijn me het beste bij. In Mijn Vrijheid staat bijvoorbeeld de anekdote hoezeer ze zich verwonderde bij landing op het vliegveld van Frankfurt, dat er overal klokken hingen. Ook buiten op straat. Ze vroeg zich af: Wat hebben deze mensen hier met de tijd? Het lijkt wel een soort afgod, waarom moet er overal een afbeelding van hangen?
In Nomade vallen haar wederwaardigheden met het verschijnsel GELD mij op. Dat kende ze totaal, helemaal niet. Ze wist dat het ergens onverhoopt goed voor kon zijn, dus in haar kleding had ze altijd wel ergens geld in een hoekje ingenaaid. In Nederland deed ze dat ook en haar toenmalig vriendje Marco haalde elke keer weer verwassen bankbiljetten uit haar kleding. Geld stop je hier in een p o r t o m o n n e e , maar het duurde tijden en tijden eer dat concept bij haar binnen kwam.
Een ander zeer vermakelijk verhaal, is het reilen en zeilen rondom haar eerste flat, die ze met een nichtje ging delen. Ze krijgen 5000 gulden voor de inrichtingskosten, dat allemaal in termijnen zal worden terugbetaald. Wist zij veel: wat termijnen waren. Wist zij veel: wat de waarde van geld was, hoe dat werkte. Ze gingen dus naar de winkel en kochten de vloerbedekking, hoogpolig tapijt, dat ze mooi vonden. En satijnen gordijnen. Toen bleken ze nog maar 400 gulden over te hebben. Geen nood: ze ontdekten dat je ook zomaar spullen kon bestellen. Bij een postorderbedrijf. 'Op afbetaling', maar ja: wat was dat dan? Geen zorgen voor morgen!
In zulke wederwaardigheden, ontdek je hoezeer tijd en geld met elkaar te maken hebben, hier in het Westen en hoe de een niet zonder de ander kan bestaan. Zonder geld, lijkt er wel haast geen leven te zijn. 'Sparen', 'op afbetalen', 'lenen': het verwijst naar een tijd die er nog niet is, een toekomst die je je voor moet kunnen stellen, wil je weten hoe de factor geld daar weer een rol in gaat spelen.
Ik probeerde het idee van geld even helemaal uit mijn bewustzijn te bannen. Dan voel je pas de klemmen daaromtrent. ALLES kost geld, bijna elke handeling heden ten dage is met geld verweven. Wandelen en fietsen, dat kost niks. Maar vrijen om maar eens iets te noemen, dat kost meestal wél al wat. En al het eten en drinken. Kraanwater op termijn. En dat is al heel mooi: dat je zomaar uit een kraan fris helder water kan halen.
In het Westen zijn er maar drie plekken waar ik op kom, waar het idee van geld naar een uiterste periferie is terug gedrongen. Openbare voetbal- & basketbalveldjes. De bibliotheek waar je zomaar binnen kan wandelen en boeken kan gaan lezen. En het klooster, waar er een zeer gestructureerde tijd is, maar totaal losgekoppeld van het besef van geld. 1 uur werken voor de baas, levert me een x bedrag op, waarmee ik weer andere dingen kan gaan doen. 1 uur mediteren en bidden levert helemaal niks op.
Behalve... ?