maandag 4 oktober 2010

Nostalgie

Vriendin W. is weer in het land, met haar ganse familie, 3 kinderen en man, overgevlogen uit Nieuw Zeeland. Afgelopen weekend vierde zij haar vijftigste verjaardag, met haar Nederlandse sociale kring. Daartoe bivakkeren ze bij, wat nu tegenwoordig een landgoed heet van haar broer, maar tevoren het varkensbedrijf van haar ouders was. Ik ken het nog als alleen maar maïsvelden, waar W. en ik naar toe fietsten en W. in het maïs aanwees, waar ongeveer de keuken zou komen en waar de woonkamer begon.

We spreken over meer dan 30 jaar geleden. En ineens weer terug komen op zo'n plek van vroeger, dat opent allemaal luikjes in je eigen brein. Hoe op de ouderwetse boerderij waar zij eerst woonden er nog een opkamer was, en een schuur met hooi. Hoe de varkens daar in de hokken in de modder lagen en knorden. Ik had nog nooit een boerderij meegemaakt en vond alles bijzonder en een avontuur.

Hoe haar moeder een grote kist met lapjes had en zij ons leerde om wandkleden te maken. Zo is de vriendschap ook gegroeid: omdat wij later, als enigen een groot bruiloftwandkleed afmaakten en vervolmaakten, voor P. die ging trouwen. Iedereen van het studiejaar had wel wát erop gedaan, maar avonden en avonden zijn we daar nog samen mee bezig geweest.

En de voor mij onsterfelijke uitspraak van haar moeder is ergens, ook nu nog, waar gebleken: 'De hele wereld verandert, behalve Mirjam Kho'. Daar doe ik het maar mee.

Op hun nieuwe boerderij ging haar vader het experiment aan, met wat nu de intensieve veehouderij heet, maar voor mij was het indertijd een intrigerend iets: die camera in de keuken, waar je altijd kon kijken in de kraamkamer van de varkens. En hij deed iets met alternatieve energie: warmte uit mest of zo. Toen ze uiteindelijk hun varkensbedrijf stopten weet ik nog dat haar moeder zei:"er is niks meer aan zo, het is een productiebedrijf geworden, vol schema's, eisen en regelgeving, de vrijheid van het boerenleven is weg."

Dat is dan de geschiedenis van het volkomen veranderend en verdwenen boerenbedrijf, waar je dan zijdelings iets van mee hebt beleefd. In de bus er naartoe, viel me ook het volkomen veranderd Brabants platteland op: vroeger was het een eentonigheid van weilanden met grote afgesloten boerenschuren daarin, systeembouw van golfplaten. Nu, is het een mooie route langs meanderende bomen lanen en boerenhoeven met mooi aangelegde tuinen. In de wandeling van de bushalte naar het huis vielen de vele buxushaagjes op, overal, rondom de tuinen met hortensia's en allerlei andersoortige bloemen en struiken.

Groen en saai, zo was het tevoren. Hoogstens een enkel bloembak, ergens. De avontuurlijk grote lapjeshallen vol stoffen verdween ook in de loop van de tijd. Ook Brabantse vrouwen besteden geen tijden meer om achter hun naaimachine kleding voor het grote gezin te maken en het huis te stofferen. Zoals in de steden de stoffenwinkels en breiwinkels ook allemaal in dezelfde tijd zijn verdwenen. Iets van nostalgie en verlangen naar handwerk blijft. Zuster B. in het klooster vertelde de dag erop, breiles te geven. Aan hoog opgeleide vrouwen.