zaterdag 16 oktober 2010

Herfst

Hoe lang was het nog te rekken, die zomer van 2010? Vorige week nog, zat ik met mijn blote voeten in het zand langs de rivier. De dag daarop moest ik mijn sokken aanhouden wegens de koude en de dag daarop hield ik ook mijn jas aan. Drie dagen achtereen eindigde ik de dag langs de rivier, genoot van de boten die voorbij tuften, het water dat dan een golfslag maakt, de oranjevioletgekleurde avondluchten, overtrekkende vogels, gakkende ganzen.

De rode wingerd die over vervallen stenen muren woekerde, die zag ik nog aan voor feestelijke nazomerslingers, net zoals de gekleurde paddenstoelen in het bos, gewoon gezellige nieuwvormige nazomergadgets. Er bloeiden nog zoveel bloemen in de berm, er stond nog een zonnebloem in het plantsoen; 1 van de 4 zonnebloemen die uiteindelijk uit dat hele pakje zaad zijn opgekomen en dat allemaal buiten mijn tuintje, die natuurlijk veel te donker, groen- oerwoudachtig is voor die bloemen van de zon... nee, het was nog geen herfst.

Deze week toen ik mijn spijkerbroekzak vol tamme kastanjes uit het bos had gevuld en heel in de verte het geburl van een hert hoorde, dacht ik: ja, nu is het toch echt wel herfst eigenlijk, het wachten is op de spruiten in mijn biologisch groentenpakket en als ik die dan kook, te samen met de tamme kastanjes, ziedaar: dan is er weer zo'n echt Herfstmaal. De scholen hebben volgende week alweer herfstvakantie, ja, het is zomaar ineens herfst geworden.

Dat dacht ik nogmaals, toen ik vanacht wakker werd van de kou en het winterdekbed erbij moest halen, nu nog de elektrische deken, en vanochtend tijdens het ontbijt, de krant, het boek, tegen de verwarming die weer voor het eerst zo ongeveer aan is. En Mozart die ik weer voor het eerst opzette. Dat doe ik niet: muziek, als ik buiten ontbijt met het mussenkolonie-concert. Maar nu: het is er allemaal weer: je opmaken voor donkerte die ook behaaglijk kan zijn met kaarsen, stoofpotjes, wat schilderen misschien, muziek; inkeer.