Haar boeken raakten me altijd al ten zeerste. Niet haar eerste boek waarmee ze meteen doorbrak: Oranges are not the only fruit (1985), want die heb ik nooit gelezen. Die gaat over het zware religieuze milieu waar ze opgroeide en haar godsdienstwaanzinige moeder. Dat thema zit me ergens te dicht op de huid en dan hoef je daar niet over te lezen. Maar The Passion, Written on the body, Lighthousekeeping; voor die boeken maak ik een knieval. The Stone Gods heb ik al drie keer herlezen.
Nu las ik haar autobiografie: Why be happy, when you could be normal? Een uitspraak van haar moeder toen Jeanette Winterson, thuis kwam met het bericht dat ze verliefd was geworden op een vrouw. Het is een prachtig boek dat terecht alleen maar lovende recensies heeft gehad. Ik vind dat juist bij dit boek een soort van troost omdat ze in het boek zo vanzelfsprekend vertelt dat er een life of the mind is en dat boeken daartoe de toegang geven, zij openen de getemde wereld naar de echte: reading is where the wild things are, zegt ze ergens.
Het gaat over verlies, verlangen, liefde, wanhoop en verzoening, thuis willen komen. Een zoektocht naar wie ze is en geworden is in the life of the mind dat geheel verstrengeld blijkt te zijn met het leven van haar lichaam. Ze is goudeerlijk, helemaal aanwezig in wat ze vertelt en waarnemer tegelijk. Ze gaat op zoek naar haar biologische moeder en wanneer ze die eindelijk ontmoet, had ik de tranen in de ogen staan. You were always wanted zegt haar moeder die haar na zes maanden heeft afgestaan en van wie ze nog borstvoeding heeft gehad. Fysiek verbonden, terwijl ze een leven lang de strijd is aangegaan tegen de ervaring niet gewenst, altijd veroordeeld en beoordeeld te zijn.
Hoe het verder zal gaan? Ze weet het niet. Bij de derde ontmoeting krijgt ze ruzie met haar moeder, die haar het liefste in haar leven en de grote familie waar ze uit komt een plaats geeft. Die huivert en vol ontzetting is over Mrs Winterson, zoals de schrijfster haar adoptief moeder noemt. Ja, het is allemaal wel waar, al die vreselijke dingen, maar ze is wel My monster. Wie was ze anders geweest? Wellicht gewoon getrouwd, met kinderen, nooit gestudeerd, geen schrijfster.
Een citaat maar. Ze zegt over haar adoptiefmoeder dat die altijd maar op zoek was naar wonderen, zoals die in de Bijbel gebeuren. Ik had haar wonder kunnen zijn, zegt ze dan, maar dat kon ze niet zien. Het had kunnen gebeuren, maar het is nooit gebeurd. En dan zegt ze: All of that has been a brutal lesson to me in not overlooking or misunderstanding, what is actually there, in your hands now. We always think the thing we need to transform everything -the miracle- is elswhere, but often it is right next to us. Sometimes it is us, ourselves.
Het is vandaag Internationale Vrouwendag. Ik word gefeliciteerd door de Internationale vrouwen in het wijkcentrum. Ik feliciteer ze terug. Ik eet een stuk slagroomtaart. Dat is toch de kunst in het leven: elkaar geluk wensen, felicitas, gefeliciteerd.
Nu las ik haar autobiografie: Why be happy, when you could be normal? Een uitspraak van haar moeder toen Jeanette Winterson, thuis kwam met het bericht dat ze verliefd was geworden op een vrouw. Het is een prachtig boek dat terecht alleen maar lovende recensies heeft gehad. Ik vind dat juist bij dit boek een soort van troost omdat ze in het boek zo vanzelfsprekend vertelt dat er een life of the mind is en dat boeken daartoe de toegang geven, zij openen de getemde wereld naar de echte: reading is where the wild things are, zegt ze ergens.
Het gaat over verlies, verlangen, liefde, wanhoop en verzoening, thuis willen komen. Een zoektocht naar wie ze is en geworden is in the life of the mind dat geheel verstrengeld blijkt te zijn met het leven van haar lichaam. Ze is goudeerlijk, helemaal aanwezig in wat ze vertelt en waarnemer tegelijk. Ze gaat op zoek naar haar biologische moeder en wanneer ze die eindelijk ontmoet, had ik de tranen in de ogen staan. You were always wanted zegt haar moeder die haar na zes maanden heeft afgestaan en van wie ze nog borstvoeding heeft gehad. Fysiek verbonden, terwijl ze een leven lang de strijd is aangegaan tegen de ervaring niet gewenst, altijd veroordeeld en beoordeeld te zijn.
Hoe het verder zal gaan? Ze weet het niet. Bij de derde ontmoeting krijgt ze ruzie met haar moeder, die haar het liefste in haar leven en de grote familie waar ze uit komt een plaats geeft. Die huivert en vol ontzetting is over Mrs Winterson, zoals de schrijfster haar adoptief moeder noemt. Ja, het is allemaal wel waar, al die vreselijke dingen, maar ze is wel My monster. Wie was ze anders geweest? Wellicht gewoon getrouwd, met kinderen, nooit gestudeerd, geen schrijfster.
Een citaat maar. Ze zegt over haar adoptiefmoeder dat die altijd maar op zoek was naar wonderen, zoals die in de Bijbel gebeuren. Ik had haar wonder kunnen zijn, zegt ze dan, maar dat kon ze niet zien. Het had kunnen gebeuren, maar het is nooit gebeurd. En dan zegt ze: All of that has been a brutal lesson to me in not overlooking or misunderstanding, what is actually there, in your hands now. We always think the thing we need to transform everything -the miracle- is elswhere, but often it is right next to us. Sometimes it is us, ourselves.
Het is vandaag Internationale Vrouwendag. Ik word gefeliciteerd door de Internationale vrouwen in het wijkcentrum. Ik feliciteer ze terug. Ik eet een stuk slagroomtaart. Dat is toch de kunst in het leven: elkaar geluk wensen, felicitas, gefeliciteerd.