maandag 5 maart 2012

Iconenwijding

Ik zou er het geduld niet voor hebben: het schilderen van iconen. Maar het is zo'n mooie bezigheid en het resultaat is natuurlijk bijzonder. Meditatie en handenarbeid ineen. Maar ik ben niet van de handenarbeid, van het klussen, het meten en passen, op de vierkante centimeter. 'Met passen en meten, gaat de meeste tijd versleten', zei een naaister vroeger, als ze al speldeprikkend in rug en onder de oksels jou een overgooier aanmat. Soms dacht ik dat ze dat stiekem wel geinig vond: die absolute macht die ze dan eventjes over een niet stil te krijgen kinderlichaam had.

Iconen: M. schildert ze, prachtig en ze heeft me het hele proces uitgelegd. Je begint met een houten plaat. Die je desgewenst ook al kan uithollen, zodat er wat diepte ontstaat, de rest wordt dan de lijst daarom heen. Tot nu toe had ze met triplex gewerkt, maar nu voor het eerst chique op lindehout. Dit bespan je met linnen, nee, je plakt het linnen erop met een speciaal mengsel van lijm en kalk. Dat schuur je voorzichtig en dan zet je er nog meer laagjes van dit mengsel op. 7 of 12 laagjes: heilige getallen. Elke keer insmeren, weer laten drogen en schuren.

Heb je alleen pas de ondergrond. Dan teken je er een raster op met vierkante hokjes en daarin projecteer je de icoon die je na gaat schilderen. Ook dat vind ik zo-zo: je kopieert, dus eigen interpretatie en creativiteit is niet gewenst, maar van de andere kant schaar je je in een lange traditie en is jouw handwerk en jouw aandacht hetgeen wat de icoon zal gaan begeesteren. Dan staat de icoon erop en moet je alles inkleuren. De 'verf" is een mengsel van eigeel, wijnazijn en pigment. Je kunt echt bladgoud gebruiken, duur!, of een soort vis-pigment, gemaakt van visschubben. 'Goud' komt veel voor op iconen: dat is als het ware het goddelijk licht.

Zaterdagavond was er een iconenwijding tijdens een byzantijnse mis. Alle iconen van haar en mede iconenschilders, stonden in het midden op een tafel. Ik kwam binnen na de vigilie-viering van de Clarissen, bevond me dus al in een soort milde stilte. En toen was het prachtig om in een heel andersoortige ruimte binnen te lopen, het byzantijns koor te horen zingen, het altaar met dieprode kleden en goud, een poort van iconen en kaarslichtjes daaromheen gebouwd. De priester in een lichtblauw gewaad met zilver en goud stiksels daarop.

Zo'n heel andere vorm als de eenvoud bij de Clarissen. Zo kleurrijk en beeldrijk en het koor en de byzantijnse hymnen zakte diep je hart en buik in, alles werd even klankkast. Zoveel verschillende vormen om je te verhouden tot het Licht, het Goddelijke, het Eeuwige, dat-wat-blijft, de meest Levende en Lichtende Kern in jezelf, hoe je het ook noemen wilt!