woensdag 28 maart 2012

Licht-lente-groen

De natuur blijft voor mij een grote bron van genoegen, vreugde, heerlijkheid. Gisteren ging ik naar de rivier en daar waren zowaar al vier rode kalfjes bij de kudde rode oerossen en er liep al een veulen bij de wilde paarden. De rivier zelf was pastellerig blauw, het zand pastellerig lichtbruin, er hing een waas van zonnige vriendelijkheid en mildheid. Ik schreef er de volgende woorden, alvast voor de aankomende maandagochtendmeditatie:

De waas van
licht-lente-groen
rondom
de waterwilgen
lijkt bijna
een product van de verbeelding.

Pas wanneer ik bij
een stam zit,
omhoog kijk,
mijn aandicht richt,
zie ik 't miniem
ontbottend blad.

Zo is het ook met de stilte
rondom
mijn bestaan.

Pas wanneer ik stil zit,
mijn aandacht richt
ervaar ik subtiele stromingen,
iets streelt mijn
aangezicht,
en raakt mij.

Iets of iemand is nabij,
ik ontbot,
alles wordt licht.

's Avonds laat verwonderde ik me, de tweede nacht op een rij, over de maan. Heb je het al gezien? Die maansikkel met vlakbij haar, als een schoonheidsvlek een heel heldere lichtpunt. En vlak daaronder nog een iets zwakker lichtje. Wat is het? Gisteren dacht ik nog dat het een sateliet ofzo was. Je bent eerder geneigd te geloven in de techniek, dan dat dit werkelijk een verschijnsel van de natuur zelve is. Maar dat is het wel: de grote heldere, dat is Venus. En daaronder is Jupiter: twee vriendjes van de maan, nu dus. Hoe lang het te zien is, weet ik niet. Vanavond ga ik weer kijken.