Toch was het leuk. Want nu wist ik precies waar het geheel zich afspeelde, ik kon zelfs het uitzicht visualiseren, de kade aan de Noordkant van Venetië met uitzicht op de begraafplaats van het kerkhofeiland St Michel, waar het stel in een fuik wordt gedrongen.Tegelijk zag ik dat de beschrijvingen van de afstanden niet klopten. Ineens zitten ze op het St Marcoplein en dan zouden ze tien minuutjes naar hun hotel moeten lopen en dan zijn ze plotsklaps weer helemaal aan die Noordkant van Venetië.
Ik las het boek in 1982, en dat betekent toch dat mede door dit boek ik de zomer daarop een reis naar Venetië maakte. Het leven van een stel, de vertrouwdheid, gemengd met sleur en onuitgeprokenheden was me toen ook niet vreemd. Dat jaar liep ik een dag alleen in Venetië en weet nog dat ik ineens door allemaal mannen werd aangesproken en dat gebeurd dus niet als je anders een man aan je zijde hebt.
Gek, hoe je fantasie een eigen leven geeft aan alles. Want ik had de droeve eindscene in een donker en duister huis in een achterafsteegje gevisualiseerd. Maar nee, het gebeurd in een lux appartement aan het water, daar aan die Noordkant. Beide 'werkelijkheden', blijven nu naast elkaar bestaan, twee versies van één verhaal.
In Venetië kocht ik twee jaar geleden een heel klein etsje van de Bac-Art studio en heb daar geen spijt van. Omdat ik het jaar daarop op de trappen zat, waar de ets gemaakt was en het een groot genoegen is om te weten dat Venetiaanse handen ooit met aquatinten zich gebogen hebben over dat flardje papier en een uniek plaatje maakten, dat in al haar materialiteit helemaal écht is.