Ach, en toen kwam Nichtje langs, onverwacht. Met een zelfgemaakt cadeautje waar ze heel lang mee bezig was geweest. Verpakt in een kartonnen doos zonder deksel, maar met een mooi cadeaupapiertje eroverheen gespannen. Zusje had al aan haar gevraagd, 'wat moet je toch met die veertjes?' Ze heeft een dreamcatcher voor me gemaakt. In mijn lievelingskleuren: het midden is van paarse draadjes en daaromheen zijn roze draadjes. Meteen opgehangen aan het raam en het lijkt alsof het daar altijd al geweest is.
Haar eerste dreamcatcher, geleerd uit de Taptoe, daar stond de maak-instructie in. Knap hoor. En ik heb er altijd al eentje willen hebben, maar vond die in de winkels te groot en te protserig en een beetje overdreven. Maar deze is precies goed! Met witte en blauwe kraaltjes die voor het water staan. En bruine en groen kraaltjes voor de aarde, de natuur, het zand. En geel, voor de zon en het licht. En dan was er nog een kleur: donkerblauw ofzo. Waarvoor? Voor de wind misschien, zei ik, de geest die waait. Ja! Zo was het. En daaronder dezelfde veertjes als in al mijn hoeden.
De dromenvanger.... Kon je je dromen maar echt vangen en vormgeven, denk ik soms. Dat je gedachten, de tere en mooie, zomaar waar worden. Maar 'tussen droom en daad zitten praktische bezwaren', zei een Nederlandse dichter ooit. Dus waait de dromenvanger mee met elk briesje en zuchtje wind en bewaart je dromen, want ook de dromen zelve, zijn voedsel voor de geest.