'Ja, ik kom graag met Pasen weer. Vanaf Goede Vrijdag, kan dat?'
'Ja, natuurlijk kan dat, ik vind het fijn als je er bent, je kunt zelf ook het initiatief nemen hoor. Wat is het, ben je te bescheiden... of zit Velp nog in de weg?'
Velp is het klooster waar ik een kamer heb gehad en waar ik toen weer vertrokken ben. Toen ik dat bericht aan zuster R. deed, sprongen de tranen in haar ogen.
Tijdens de afwas kwam ze nog even terug: Je vond het toch niet vervelend dat ik dat zo zei, net? Alsof ik vind dat je te weinig initiatief neemt ofzo? Zo bedoelde ik het niet, hoor!'O nee, zo had ik het ook helemaal niet opgevat. Meer als een uitnodiging om dat iniatief wel te nemen. Ja, zo was het ook bedoeld. "Ik ben nog steeds op zoek, tussen het een en het andere", zei ik, en dat begreep ze meteen.
Het ene, dat is een religieus leven, niet-meer-in-de-wereld. Het andere is wél in de wereld zijn, veel, uitbundig, de liefde, de vriendschap, de drukte. Maar zo is het eigenlijk allang niet meer. Ik leef best wel 'kloosterlijk'. Van Velp heb ik een soort klooster-tic overgehouden: het lijkt wel alsof ik niet meer zomaar vanzelfsprekend meer in-de-wereld kan zijn. Tenzij iemand me daar met volle vaart in sleurt.
Bij de drempel van de deur, had ik het er met M. over, die Claris is geweest in Megen en op het feestje van gisteren, oud medezusters zag. Die vroegen wanneer ze weer eens wat verder kwam dan alleen de spreekkamer. 'Als ze me zouden vragen, dan zou ik weer terug gaan', zei ze. En ikke? Misschien vind ik het wel fijn om elke week een dag en een nacht in het klooster mijn bedje te spreiden. Een dag in de week... om mijn klooster-tic een plaats te geven.