woensdag 29 mei 2024

Twee eenden & een vos


Ik zit op een kussen op de grond te lezen, waggelen er ineens pal voor mijn neus, twee eenden de tuin in. Dat heb ik hier nog nooit gezien.


Ze gaan een beetje op onderzoek uit, pikken wat met hun snavels in de grond en stijgen dan op, wég zijn ze. Nu snap ik dat dit die grotere vogels zijn die ik met regelmaat tussen de bomen zie vliegen.
Dit alles tussen twee zware regenbuien door. Ik ben benieuwd waar zij schuilen.

PS: Ik neem mijn boek weer ter hand en lees dan dit. Sommige vogels hebben een aardig paradijselijk leven en anderen niet. Dat geldt overigens voor alle dieren en mensen.
(Uit: Annie Dillard; Waterspiegelingen / Pilgrim at Tinker Creek)


PS2: Gisterennacht liep ik in het pikkedonker naar de bosrand en weer terug en pal voor mijn huisje struikelde ik zowat, ik meen dat we elkaar hebben aangeraakt, over ‘het silhouet’ van een vos. Natuurbeleving; de  vossen lopen dus nog rond hier, maar hebben hun route moeten aanpassen door een nieuwe achterbuur. 

dinsdag 28 mei 2024

‘Kunst’handen van Sarah de Lagarde en Faiza Butt


Het blijft heerlijk, de stilte van het bos. Om met een eerste kopje koffie vanuit de openstaande terrasdeuren het bos in te kijken. Vlaamse gaai, ekster, houtduif en andere grotere vogels duiken tussen de bomen en verder alleen maar bosvogeltjesgefluit. De laurierkers aan de zijkant is nu, met behulp van vervlochten takken daarin, zo hoog dat ik privé kan zitten en niet elke keer hoef te groeten. Alsof er zoveel mensen voorbij wandelen; niet dus. 


In de New York Times over de A.I. hand- en arm van Sarah de Lagarde. Het is zwaar en zweterig en moet minstens één keer per dag opgeladen worden en is ook meer voor een mannenlichaam gebouwd. Maar het is zelf lerende A.I. die erin is verwerkt. In het begin moest ze tien seconden, met bewuste concentratie de hand aansturen, maar deze leert zó snel dat die nu kan anticiperen wat ze wil. Bijna gedachteloos kan ze nu ongeveer alles: uien snijden, haar dochter knuffelen, achter de computer werken. Tegelijk krijgt ze ook meer ontzag voor wat ons natuurlijke lichaam allemaal kan.
Het is zo mooi als menselijke kennis en wetenschap wordt ingezet ten goede. Ik kan erg pessimistisch zijn over de politieke werkelijkheid, de klaarblijkelijke machteloosheid van de wereld om een oorlog te stoppen. Of het klimaat een definitieve impuls voorwaarts te geven zodat niet in rap tempo de biodiversiteit om zeep wordt geholpen, zoals nu het geval is…Maar dit soort berichten die vertellen mij dat er in het menselijke streven ook een sterk vermogen is om de wereld te willen behouden en te verbeteren.


Ik dacht aan het werk van Faiza Butt (geboren in Lahore, Pakistan in 1973, nu wonend in Londen), dat ik in Personal Structures in Venetië zag. Zij zet haar artistieke vermogen in, om met oude traditionele ambachten uit de keramiek en de schilderkunst werelden te scheppen die verwijzen naar wat volmaakt kan zijn (een thema dat vroeger in de kunst een streven was), maar waarin zij ook de wereld van nu toont. Mooie arcadische landschappen met mooi gecomponeerde dieren, die vroeger elk symbolisch stonden om christelijke boodschappen rondom de moraal over te brengen, en dan óók het afval daarin. Haar serie kommen heet: Beyond the forever beautiful, 2021. Zij wil mensen verleiden om via de ervaring van schoonheid je bewust te worden hoe kwetsbaar die mooie wereld is.

Dit vind ik ook een intrigerende drieluik. Het heet Closer To God On Gold, uit 2017. Ze houdt zich ook bezig met de afbeelding van mannelijkheid, met name ook van moslimmannen die doorgaans als terrorist in het westerse brein hun opgang vinden. Zij toont hen op een andere wijze. Hier lijkt het mij, alsof ze zelf in het midden van het drieluik verwijst naar zichzelf, naar haar handen en wat die kunnen scheppen. 

maandag 27 mei 2024

Naar Jezus Christ Superstar


Vanuit een ochtendbos vol vingerhoedskruid met de bus naar Zwolle. Door dorpjes als Vaassen, Epe, Heerde, Hattem en daar de IJssel over. Ik liep Zwolle in vanaf een loop-en fietsbrug over het water; ik trof een heel andere stad aan, dan zoals ik het kende. 


De sfeer, op een Zondagmorgen, was geanimeerd, vol mensen. Sinds New York kan ik al die kleinschaligheid en geveltjes veel meer waarderen.


Ik stond in de groep jarenlang bekend als ‘Mirjam, die nog in de middeleeuwen leeft’; omdat ik geen internet thuis had, geen computer en geen mobiele telefoon.(Die laatste heb ik overigens ook nu niet en verder doe ik alles op de iPad.) Nu had ik de kaartjes geregeld voor Jezus Christ Superstar, waar anderen het al hadden opgegeven, superseats notabene, op het podium zelf. 
Het was geweldig, fantastisch, het komt erg binnen, raakt. Er is helemaal geen decor en je staat oog in oog, op een paar meter afstand. Alles gebeurt met al die lichamen, de bewegingen, iedereen op elkaar ingespeeld in zang en dans, rauw en helemaal in deze tijd.
Dat bekende verhaal, waarvan ik ook nog eens al die liedjes van vijftig jaar geleden zó mee kon zingen. Alsof ze uit de diepte van je eigen geheugen zó tevoorschijn sprongen. En ook de oude filmbeelden weefden zich daar doorheen. Deze Jezus was zo menselijk en zo kwetsbaar; afhankelijk van de grilligheden van hen die hem volgen en hem dan afstoten. Vrienden waarop je niet kan bouwen, alle mensen, ook de machthebbers, die worstelen.
Heel erg de moeite waard, geregisseerd door Ivo van Hove en al beladen met theaterprijzen; nog tot September in het hele land te zien.


 

zaterdag 25 mei 2024

Kijk nog een keer

Het blijft opmerkelijk, de schijnbare contrasten en tegenstellingen in het werk van vriend T. Deze bananen bijvoorbeeld, komen uit de serie ‘Verstilling’. En toch; ze zijn tegelijk ook ‘vleselijk’, actief in de ruimte aanwezig.


En dan de héél grote doeken, die hij ‘Kleurimpressies’ noemt. Je kijkt naar heel veel stippeltjes, laag op laag, ik word er in ieder geval vrolijk van, maar tegelijk zuigt het je ook mee naar een werkelijkheid die onder of dieper dan de oppervlakte ligt, terwijl het juist lijkt dat je alleen maar oppervlakte ziet. 

Dit thema komt terug in het werk dat vandaag, 26 Mei, nog te zien is in zijn atelier (Ketelstraat 3, Horst, Groesbeek, naast de witte kerk; geen toeval zou je bijna kunnen zeggen.) Pas wanneer je er een foto van maakt,  zie je dat het gezichten zijn. Het heet ‘Extase’ en in de info erbij refereert hij aan het gezicht van Theresa van Avila in extase in het beeldhouwwerk van Bernini. Maar wanneer je binnenkomt, dan zie je de gezichten niet, er zijn alleen maar dynamische puntjes en uitvergrote pixels.


Pal daartegenover, als je je omdraait, dit werk. Qua uitstraling uit een hele andere sfeer komend. Je kijkt naar geschilderde scènes die zelf prikkelend zijn in meerdere opzichten. Het zijn speelgoedpoppetjes, waar toch leven in zit, en ze liggen op een theedoek en een spijkerbroek. Erachter twee foto’s van broeken aan een lijn: hier komen verstilling en verlangen samen; Extase. De schilderijen lijken weg te kunnen lopen, op hun driepoten.


En dan wordt je uitgenodigd om zelf afbeeldingen te maken, uit een doos vol poppen en attributen. Gezellig spelen. En tegelijkertijd denk je: Ja, waarom wordt er doorgaans gevochten met die ‘action men?’ Waarom lijkt de wereld van Barbie alleen maar roze en suikerzoet? Wat speel ik, wie ben ik?

vrijdag 24 mei 2024

Sam en Joep


Dit is Joep en nu mijn grootste vriendje. Hij komt op schoot, wil aandacht, kijkt me aan, maakt geluiden,  rolt over de grond. Maar er waren tijden dat ik Joep nauwelijks zag, want Sam nam alle plek en ruimte in. Joep was toen een beetje zenuwachtig kat, en zie nu:
 in -en -in tevreden, helemaal relaxed.
Ik was dol op Sam, dus nee, ik miste Joep niet, aan Sam had ik wel genoeg.
Maar Sam viel op een dag van de tafel; dood. Ik miste hem wel. In mijn foto’s vond ik een afbeelding van exact drie jaar geleden.


 

Groei op de boerderij (2)


De kippen hebben hier een ideaal leefgebied; zo wil ik ook wel een eitje leggen. ‘Je kunt ook wel snijbiet meenemen, zoveel als je wilt’, mailde I. Uuuh?…geen snijbiet gezien. Bleek deze helemaal overwoekerd door onkruid, tezamen met de prille wortelplantjes en de pastinaak. Héél tevreden stemmend om al die plantjes weer lucht te geven en paadjes te maken. In de verte het ooievaarsnest. In de kas de belofte van uitbundige groei: in September zal er geen spiraal te zien meer zijn, de kas donker overwoekerd, vol tomaten. Het zal er waarschijnlijk dan ook naar basilicum ruiken. 

De zwarte vlek, waar het Paasvuur brandde. Hier zal geen gras meer gaan groeien.

Vanuit ooievaarsperspectief snap ik wel dat dit koppel zich toch veilig blijft voelen op hun nest, dat in de loop der jaren aan hoogte heeft verloren: de populier is bij een storm door midden gekrakt. Toch ziet het geheel er best beschut uit; in hun eigen populierenbosje. Ze voeden hun jong, eentje dit keer, de ingebakken taak van ouders. Een mooie avond met een gesprek dat daar ook over ging: over verantwoordelijkheid, zorg dragen en groei.



woensdag 22 mei 2024

Groei op de boerderij. Boek der rusteloosheid


Fijn weer, het vertrouwde uitzicht op De Boerderie. Ook hier madeliefjes in het gras, zoals in Venetië, boterbloemen in een achterwei, zoals in Zuid-Limburg.


Het is bewolkt en regenachtig weer; te koud om buiten te zitten. Ik zoek een boek in de boekenkast om tot mij te nemen en vind deze: die stond al lang op mijn verlanglijstje. Het eerste boek dat ik deze maand lees; te ‘druk’ met andere dingen. Heel passend, het bestaat uit korte fragmenten en mijmeringen, niet eens chronologisch opgesteld, tijden verspringen.
 Heel grappig om te ontdekken; zijn waarnemingen komen mij érg bekend voor, ze bevolken ook vaak mijn gevoelens en gedachten. Maar ik zit aan de andere zijde van de medaille. Uiteindelijk ervaar ik het leven als vol zin en vol vreugde, terwijl het alter-ego van Pessoa het leven deprimerend vindt, volkomen kaal, zonder betekenis. Alle woorden die hij eraan besteedt zijn voor mij een (Gods)bewijs van het tegendeel, zou ik zeggen.


De bloeiwijze van de peulen vindt ik zo mooi; het is verwant aan de lathyrus, die aan de rand van de zandbak groeide waar ik, toen ik een kind was, bij wegdroomde, ondertussen zandtaartjes makend en zand scheppend. 
Er is zachte mesclunsla buiten in bakken, je moet ervan blijven eten en ze als ze tien centimeter hoog zijn wegknippen, dan geven ze daarna nog een tweede ronde blad. Het smaakt zacht en mals.
Alle plantjes in de hal die nu met kleine gietertjes water krijgen, of met de plantenspuit, worden straks grote struiken waar rode paprika’s aan zullen hangen, pompoenen, enzovoort. Alles uit zaad opgekweekt; elk jaar dat wonder meemaken van groei.
 

Venetië en Fort Europa


 Ik weet er natuurlijk niks vanaf, maar ik kon wel voelen dat het bij het Festa della Sensa in Venetië om een oud ritueel ging, dat jaarlijks voltrokken wordt. De kostuums van alle deelnemers zaten vol details en ik vermoed dat ze voor alle geledingen van de inwoners staan. Er deden ook wat vrouwen mee, in ‘mannenkostuums’, goed dat dit zo is aangepast aan deze tijd.


Ook de huidige wereldlijke en geestelijke wereld deden volop mee. Teken dat het feest serieus genomen wordt en niet hoort bij het rijk van de folklore. Eén opvallend moment: na de dienst kwamen burgemeester en bisschop gezamenlijk de kerk uit en toen, bij het water, scheiden de wegen zich. De burgemeester gooide meteen zijn sjerp af en werd opgevangen door mannen in pak en zij maakten een kring en omarmden elkaar en ze vertrokken. De bisschop liep met zijn klerikale gevolg naar de sacristie. Buiten wachten de nonnen tot hij weer zou verschijnen.


Er was één opvallend figuur die er vanaf het begin bij was: hij leek uit de Arabische wereld te komen met zijn kromzwaard, tulbandachtig hoofddeksel in rijk rood met goudbrokaat. Hij liep niet in de stoet, maar ernaast. Venetië had intensieve handelsbanden met de Oriënt, haar boten konden overal komen.


In het parkje bij het metrostation in Milaan raakte ik in een kort gesprekje met twee mannen. Ik had mijn bril achtergelaten op het bankje waar ik tevoren zat en de man die er nu naast was gaan zitten zag mijn opluchting dat de bril er nog lag en was blij met mij. Daarna zag hij dat ik mijn laatste druppels uit het blikje bier met mijn mond probeerde op te vangen, hij moest lachen en gebaarde van: het is nu écht op! Met behulp van Google Translate, die zijn vriend die er later bij was gaan zitten had op zijn telefoon, zelf sprak hij geen Engels, ontstond er iets van een gesprekje. 
Zij bleken uit Marokko te komen. Ze zaten zomaar op het bankje ter ontspanning, genieten van de vallende avondschemering. Ze wonen in Milaan, al enkele jaren, en werken er. Het geld is zovéél meer dan dat zij ooit in Marokko konden verdienen. Toen bleek dat ik uit Nederland kwam zeiden ze uit één mond, dat dat een droom was; om daar nog eens aan te komen…
Zó is de wereld nu. Nederland sluit zich op in zichzelf en wil elke ‘aanzuigende werking’ van asielzoekers en arbeidsmigranten met de kop kleiner maken. Deze mannen dromen zichzelf een toekomst in, niet wetend dat zij in het geheel niet welkom zijn. 
Ooit was Venetië zo gastvrij en open voor het andere, dat ook iemand uit de Arabische wereld welkom was op hun belangrijkste feest. Even zit ik met twee mannen gelijkwaardig op een bankje en daarna vertrek ik weer naar mijn zeer begerenswaardige plek in Fort Europa.



maandag 20 mei 2024

Fijn Franciscaans

De locatie van de Pinkstervoettocht hing aan elkaar van charmante rommeligheid, met een prachtig uitzicht op België.


Met mijn eenboogstentje in de kersenboomgaard, waarom gaat iedereen bij elkaar staan?, ik zocht het mooiste uitzicht. 


Ik wist niet dat Zuid Limburg zó heuvelachtig was, met flink klimmen en dalen over bemodderde steenachtige glibberweggetjes, maar daar heb ik geen foto’s van.


‘Ik ben zó blij, zó blij!’ zei A. terwijl ze voorbij huppelde. ‘Wij zijn vrienden’, zei ze plechtig tegen mij. Ze had het ook weer aan haar moeder verteld. Elke avond speelden we tafelvoetbal. Bij het afscheid stonden we even in een innige omhelzing. Vorig jaar zat ze bij mij in de groep en stelde ze zich voor: ‘Ik ben A en ik ben autistisch.’ Om vervolgens als eerste tegen mij te zeggen dat ik zulke aparte schoenen aanhad. Het waren mijn ‘indianen-slofjes’, met de hand gemaakt van hertenleer, nog uit Amerika van heel lang geleden, waarmee ik altijd de meditatie begeleidde en danste in het klooster.
Haar moeder had jarenlang een zegenwens van mij tegen de kastdeur op haar werk geplakt. Ze heeft die nog steeds. Ik weet zelf niet meer hoe die gaat.
Zoveel dierbare mensen, ik kan het niet anders uitdrukken. Zoveel gesprekjes, zoveel dat gedeeld wordt…



vrijdag 17 mei 2024

Naar Vijlen; De Franciscaanse Pinkstervoettocht


 Ach wat leuk, de ‘boemel’, zo heette dat vroeger en nu ‘de stoptrein’ van Nijmegen naar Roermond heeft een goede internetverbinding. Dan kan ik nog wel even hier kwijt dat ik op weg ben naar Vijlen in Zuid-Limburg, geafficheerd als het enige ‘bergdorpje’ van Nederland. 
Midden tussen de heuvels, kamperen tussen de boomgaarden, andere slaapplekken in originele vakwerk-huizen: De Franciscaanse Beweging heeft hier haar Pinkstervoettocht. Ik heb er weer zin in.
Na deze stoptrein door met de trein naar Maastricht, en dan nog twee bussen, via Gulpen en dan door naar Epen, alwaar ik met een auto wordt opgehaald.
Het zou nog 3,5 km wandelen zijn naar de verblijfplaats, maar na de 2,5 km door het bos, met bagage en al, waaronder mijn kleine tent, vind ik dit teveel van het goede.
Ik zit nog op Flixbusverwachingen: daar deed het internet het eventjes en dan weer niet (meer).
Op de locatie is zwak internet, dus ik hou me daarbuiten en ben dan tot maandagavond off-line. Ook wel eens lekker. 
Dus ik plaats nu dit blogje en ga verder door het raam naar buiten kijken.

donderdag 16 mei 2024

Stenen schaaltje


Ik kreeg van vriendin W een prachtig stenen schaaltje cadeau. Er staat een Maori-wijsheid op: ko au te whenuako te whenua ko au :
 I am the land and the land is me.
Nu wordt ik midden in de nacht wakker uit een droom. Iemand zegt tegen mij: ‘Kom, nu is het tijd om onder de branding naar de kust te  zwemmen, om aan land te gaan. Maar wees je bewust, de tocht is vol gevaren.’ 
Dan ben ik midden op zee: Zwem!  hoor ik, zwem! Ik wil eigenlijk niet, maar doe het toch. Zwemmend kom ik een hele groep kleurige koraalvissen tegen. Waarom kan ik hier niet blijven? Waarom moet ik dóór? Maar ik zwem door en bereik het land en kijk terug naar het lange stuk dat ik onder de branding gezwommen heb.
 Bij mij is de Maori-metgezel, die meegezwommen heeft. Hij is die ‘iemand ‘ die mij aanspoorde om te gaan zwemmen, ik had hem ontmoet in de stad. We kijken naar de zee met de woeste branding, maar onder water merk je daar niks van.
 Dan zien we een grote hijskraan die op een rots in zee staat en die helt plotseling en glijdt de zee in. Mensen schreeuwen, want er zijn zwemmers daar. De zee kleurt rood van het bloed.
 ‘Kijk, dat bedoel ik: de tocht is vol gevaren, maar toch moet je die ondernemen’, zegt de Maori. En toen werd ik wakker.
Ik heb jarenlang gedroomd van een zee waar ik voor weg vluchtte; een vloedgolf zou het land en alles daarop overspoelen. 
En nu dan ineens deze droom. Dat het onder de branding rustig en stil is, maar je tóch door moet zwemmen, altijd in beweging blijven. Er kan je altijd wat overkomen. Sommigen bereiken het land, anderen niet. Zo is het leven. 
Het stenen schaaltje is met moderne middelen gemaakt, maar kan terug aan de aarde worden gegeven. Het is helemaal onregelmatig van vorm, zoals de natuur dat ingegeven heeft, bij dit stukje steen. Dat hoort erbij, want niks is perfect rond en volmaakt. 
Het wordt licht: ik hoor de eerste vogel fluiten.

 

woensdag 15 mei 2024

Nemo; The Code, This Body


Ik keek in het donker, liggend in mijn tent naar het Songfestival. Ben nu eenmaal een gewoontedier, heb er herinneringen aan van kinds af aan , dat we op papier lijstjes maakten en punten gaven. Eerlijk gezegd ben ik ook gewoon half in slaap gevallen en was er op het einde maar één liedje dat me was bijgebleven: die van Zwitserland en die won; The Code.
Op internet lees ik het wordingsproces: vier mensen die met veel lachen en meteen met elkaar in een flow het liedje stap voor stap maakten, letterlijk op het lijf geschreven van de zanger: Nemo. Zijn échte naam; Nomen Est Omen, zou je bijna zeggen. Odysseus wist uit de grot te vluchten door te zeggen dat hij ‘Niemand’ heette, Emily Dickinson dichtte : I am nobody, who are you? / Are you nobody too? /  Then there is a pair of us, don’t tell…
Het gaat dus over het proces van de zanger om te ontdekken dat hen non-binair is. Hen heeft de code doorbroken. Hen zegt dat de kern van het lied zit, daar waar hen zijn nieuwe vrijheid vindt, in de lange, lange uithaal waar hen héél hoog zingt.
Ik vind deze versie met dat statige orkest en hen daar luchtig en licht als een fladderende vlinder dichtbij in de buurt, wel indruk maken. Dit liedje heeft méér in zich dan zomaar een popsong.
Maar ook hens optreden op het Songfestival zelf, én zingen én halsbrekende toeren uithalen op een bewegende schijf, ik vind het héél knap.


Er is een ander liedje dat mij meteen raakt: zowel door de visualisatie in een blauwe vormeloze jurkachtige zak, als ook door de tekst. Het maakt goed invoelbaar hoe het kan zijn als je je niet thuis voelt, je onveiligheid ervaart, hoe je lichaam je dwars kan zitten. Ook een elk die geveld wordt door ziekte kent deze ervaring en dit verlangen: O! Laat dit stoppen, laat het anders zijn…





 

Bloemen in stads- en bostuintje


 S’ochtends in mijn stadstuintje: Akelei, Judaspenning, Ooievaarsbek, Rozen!; ook hier bloeien ze, net zoals in Venetië.

S’middags in het bos: Margrieten, Dagkoekoeksbloem (volgens Pl@ntnet), Lupine, Rodedendron.


dinsdag 14 mei 2024

Onderweg (naar huis)



Van Venetië een tussenstop in Milaan, een groot busstation. Na in alle haast, in twee uur tijd, mijn hele boeltje weer gepakt te hebben, zonder ontbijt. Flixbus had in de nacht mijn terugreis vervroegd met twee en een half uur.

Zonsopkomst uit de bus. Route: Luzern-Basel- Strassburg- Saarbrücken- Brussel

In Brussel wel toe aan een frisse salade met geitenkaas en peer, mij verbazend over de bouw voor mij.Veel geluid, weinig mens. Met een gigantische hijskraan wordt een mannetje met kleine hijskraantje en al, ergens neergepoot:

Toch ook wel weer leuk; mijn achtertuin in de stad, de vliegroutes van de mussen volgend: 
 


 

zondag 12 mei 2024

Festa della Sensa

.

 Zo zag het er vroeger uit; het het Festa della Sensa waar Venetië haar verbintenis met de zee viert en de wereldlijke macht en de geestelijke macht samen dit ritueel voltrekken.

Het begon met een roeiwedstrijd in kleurige bootjes waaraan alleen vrouwen deelnamen.


En toen kwam de hele stoet vanaf het San Marcoplein aanvaren tot het einde van de lagune, waarna ze omdraaiden en vlak voor de kerk van San Nicolò, het plechtige moment geschiedde. Ze gooien, volgens de traditie , dan een gouden ring in het water. Of het een echte is?…Ik zag vanuit de verte een gelige krans. Elk jaar sluit Venetië als het ware weer haar huwelijk met de zee.

Alle roeispanen omhoog, ik zag dus dat er een krans het water in werd gegooid.


Aan land wandelden burgemeester en bisschop naar de kerk, voor de mis, het was er afgeladen vol, mensen zaten tot in de zijkapellen  op de grond.

De hoeden gaan af, bij de erewacht in allerlei soorten kostuums, toen iedereen weer de kerk uitkwam.


Ik vond het een hele belevenis. Nog nooit zoveel Venetianen bij elkaar gezien en weer meemaken dat ik bij de grootsten hoorde. Zuid-Europeanen zijn toch echt kleiner van stuk dan de Noord-West- Europeanen. Een beetje ‘New York ervaring’ hier in Venetië, en morgen vertrek ik weer naar Nederland.