In het paviljoen van Polen (door Open Group, een collectief) is de oorlog erg aanwezig, op een gekke, wrange wijze. Repeat after me vragen gevluchte Oekraïners, nu vanuit NewYork, Berlijn, ergens anders in het land. Ze doen de geluiden na van machinegeweren, raketten, bommen, granaten, sirenes van alarm, enzovoort. Ertussen actuele info hoeveel van dit wapentuig tot nu toe vanuit Rusland gebruikt is. Je zit als het ware in een bar, voor een hele rij microfoons, waar je mee kan doen. Eén vrouw deed dat. Als iedereen dat zou doen, krijg je de sfeer van een karaokebar en een kakofonie van oorlogsgeluid.
Geluid en beeld speelt ook een allesoverheersende rol in Listening all night to the rain in het Brits paviljoen van John Akomfrah. Ik ben wel fan van hem. Zonder logica wordt je meegezogen en ondergedompeld.
In het paviljoen van Egypte, een film en de decorstukken ervan van Wael Shawky, ook hij is mij bijgebleven door zijn marionettentheater over een politieke gebeurtenis. Hier doet hij hetzelfde in een soort van opera. Het paviljoen van Nederland vraag erom om er veel langer te blijven dan ik deed.Ik las ergens dat de jury van de Biënnale ook maar twee minuten binnen was geweest.
Door het glas van het paviljoen van Israël kun je nog net de vruchtbaarheidsbeelden zien die tot leven worden gewekt.
In het paviljoen van Servië (door Aleksander Denic) paste ik ineens zelf heel goed in de entourage met mijn plastic zak van de supermarkt. Je bevindt je ineens in een oude donkere zolderachtige ruimte, of is het een barak of een oude schuur?, vol krakende planken, nauwe doorgangen, met een slaapkamer, badkamer, keuken,iets van hekwerken, gestapelde Coca-Cola kisten met het reclameliedje, dat ongeveer gaat van : I like the whole World to sing, to keep me company’ Resten van kapitalistische merken in een vervallen wereld. Ik dacht aan Afrika waar je ook overal versleten, stoffige en groezelige westerse logo’s ziet.
Het paviljoen van Oostenrijk pakte mij meteen. In een zaaltje de bloemen en planten die in diverse revoluties een rol hebben gespeeld, zoals de anjer in Portugal. Anna Jermolaewa is zelf geboren in Leningrad, maar is in 1989 gevlucht en woont nu in Wenen. Ze gaat terug naar toen: het bankje waarop ze op een station een week sliep, de authentieke telefooncellen waar vanuit ze toen kon bellen bij een detentiecentrum. Vroeger zond de Russische tv eindeloos het Zwanenmeer uit van Tchaikovsky als er nieuws was wat niemand mocht weten. Nu oefent ze met gevluchte dansers uit Oekraïne op zijn muziek een dans in dat nu een politiek statement wordt.
Het paviljoen van België; Petticoat Government, een collectief van curatoren, achitecten, kunstenaars, typografen etc ; zeven reuzepoppen die in de verbeelding van diverse streken in Europa een rol spelen, maakten de reis naar Venetië, ze rusten nu uit en reizen dan verder. Overal zetten ze mensen aan tot het maken van muziek, het slaan op trommels, samen picknicken, enthousiasme.