Gisteravond op de tv zag ik een merkwaardige film: Julia's hart geregisseerd door Peter Baan. De film gaat over Thomas en Julia die tegenover elkaar wonen en van jongsafaan onafscheidelijk zijn. Zij komt uit een Hindoestaanse familie, hij heeft een beetje intellectuele, niet burgerlijke, verstrooide moeder. Hij is van jongs af aan geïnteresseerd in natuurkunde en de werkingen van het heelal en de geest. Vlak voordat ze op wereldreis gaan, verongelukt Julia en raakt in coma.
Zij blijkt een donorcodicil te hebben, waar ze haar organen doneert, iets wat haar eigen familie helemaal niet ziet zitten, want zij geloven dat het lichaam heel verbrandt moet worden, want alleen zo zal de geest rust vinden na de lichamelijke dood. Thomas, die zijn hersens afpijnigt waar Julia nou is nu ze dood is, wordt ingefluisterd, door verschillende wetenschappers.
En nu komt het merkwaardige aan de film, iets wat ik pas gaandeweg doorkreeg: de wetenschappers die in witte jassen tot hem spreken zijn écht. Pim van Lommel (1943) is hiervan de belangrijkste en hij schreef in 2007 een boek dat een grote bestseller is: Eindeloos Bewustzijn. Meer dan 100.000 exemplaren over de toonbank en al vertaald in het Duits, Frans, Pools en Engels. Het boek gaat over de Bijna Dood Ervaring (BDE).
Van Lommel, cardioloog, neemt als eerste wetenschapper, de BDE serieus. Voor hem is het duidelijk dat het bewustzijn voortleeft na de dood. Er is een oneindig bewustzijn dat overal aanwezig is en niet aan tijd en plaats is gebonden, in een ruimte dat voor het verleden, heden en de toekomst tegelijk toegankelijk is. Dat bewustzijn zit dus ook opgeslagen in alle delen van ons lichaam en kan daar na de dood dus nog verblijven.
Dit soort dingen vertelt hij in de film aan Thomas, die geobsedeerd raakt om Julia's hart dat nu in een ander voortleeft, te vinden. Want als hij dat hart zal vinden, zal hij ook weer dicht bij Julia zijn. Hij vindt haar hart, dat nu klopt in een oudere vrouw, met wie hij een dag doorbrengt, in de duinen en bij zee, zoals hij dat graag met Julia deed. Ze belanden met elkaar in bed en hij voelt dat Julia vlakbij is. Op dat moment krijgt Lilian een hartaanval en ze sterft: Julia's hart is nu ook van de aardbodem verdwenen, zodat het bewustzijn van Julia nu ook weer als één geheel verder kan.
Het verhaal wordt als terugblik verteld. Twaalf jaar later door Thomas, die nu een wetenschapper is en kunstharten maakt. 'Het hart is alleen maar een pomp', zegt hij nu,' ik was jong en romantisch en wist niet veel van de wereld, indertijd.' Zo geeft de film twee perspectieven: Is Lilian gewoon een oudere vrouw, gevleid door de aandacht van zo'n jongeman, waardoor ze Thomas uit eigen beweging opzoekt, na eerst geweigerd te hebben om een dag met hem door te brengen? Of is het Julia's hart, dus Julia zelf, dat haar ingegeven heeft om naar Thomas te gaan?
Zo stelt de film indirect vragen over orgaandonatie. Pim van Lommel zelf, is daar niet zondermeer voorstander van, tenminste niet op de wijze hoe dat nu gebeurt: meteen na de hersendood transplanteren, want dan is het mogelijk dat het bewustzijn nog aanwezig is in die organen. Hij begrijpt het gebruik in veel culturen om het lichaam drie dagen lang, na de dood te laten rusten en te verzorgen. Of het gebruik om het lichaam heel te begraven of te cremeren.
Hij kent verhalen van iemand die al klinisch dood is en de omstanders hoort zeggen: hij is hersendood, dus al in vegetatieve staat, we kunnen overgaan op transplantatie, terwijl de desbetreffende dus nog gewoon 'aanwezig' was en maar net op het nippertje weer terug kon in zijn eigen lichaam. Of het verhaal van een danseres die met haar nieuw ge doneerde hart ineens motor is gaan rijden en junkfood ging eten.
Ik zelf heb ook een donorcodicil. Alhoewel ik na de dood van Vader sterk ervaren heb, dat zijn geest eerst nog in zijn lichaam was en pas later ergens anders, hou ik toch gewoon dat codicil. Ik ben nu gewaarschuwd en zal mij, na mijn lichamelijke dood, zo snel mogelijk uit de 'voeten' maken, zodat anderen nog plezier kunnen hebben van mijn lichamelijke resten.