zaterdag 16 mei 2009

Kaarsjes

Nu is er een discussie aan de gang in de Trouw, of er ook een kaars had moeten branden voor Karst T. op de herdenking die ook door de tv is uitgezonden, aan elkaar gepraat door Jacobine Geel. Een uitgelezen keuze omdat zij als ex-voorgangster in de Dominicuskerk in Amsterdam de glamourgirl is onder de theologen, ofwel de progammamaakster bij wie het weer prettig wordt om geassocieerd te worden met religie en godsdienst.

De herdenking had een algemeen karakter, dat een ieder zich er thuis zou kunnen voelen en de discussie is aangezwengeld door IKON-pastor Bram Grandia. Ik verdenk de christenen ervan dat zij denken: Nú moeten we onze kans grijpen, eindelijk een gelegenheid om ons zelve weer in ene positief daglicht te stellen: Om de meerwaarde van het christenzijn te tonen.

Een Godwonder toch? Dat het de kérk was in Apeldoorn, waar zoveel mensen spontaan naar toe gingen om kaarsjes te branden en verdorie, dan wordt dezelfde kerk op de officiële herdenking buiten spel gezet. Wácht maar: Wij Gristenen zijn voór de Vergeving want dat is goed voor iedereen. Voor Karst T. én zijn familie én alle anderen die toch ook bijna zo'n daad als Karst T. hebben begaan én voor de slachtoffers én voor de familie.

Ik vind het gênant. Een beetje onderscheid des geesten graag: Rouw en Vergeving zijn twee verschillende grootheden en zoals het boek Prediker zegt: Alles heeft zijn tijd.
Een herdenking voor de slachtoffers die gevallen zijn door het brein van Karst T., daar hoort Karst T. niet bij. Net zo als je bij de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook geen kaarsje gaat branden voor Hitler, die natuurlijk ook een zieke geest had, zelfmoord pleegde uiteindelijk en dus ook een slachtoffer is van de omstandigheden.

Ergens, diep in hun brein, voelen christenen zich toch vaak een tikje beter dan alle anderen. Hoezeer ze zelf ook brokkenpiloten zijn: dat valt dan weer onder de Vergeving van de Zonden. Soms lijkt het erop dat de mate waarin christenen steeds maar weer hun Schuld belijden en Heer ontferm u bidden, voortdurend zeggen dat ze ook maar Klein en Nederig zijn, het Heb Elkaar Lief belijden, een gigantische bodem leggen om het zo bont te maken, als dat ze zelf willen.

Dan hoor ik in mijn hoofd, het lied Gratia de La Vida van Mercedes de Soza en zou alleen maar willen dat dit de Core-bussiness was van godsdienst, religie en spiritualiteit: Wegen aanwijzen voor de ervaring dat het zo mooi is om te leven.

Dat je in dat leven soms zomaar overspoeld kan worden met een gevoel van dankbaarheid en je je dan stamelend afvraagt: Dankbaar jegens wie of wat?... Het maakt je mild en misschien kun je dan uiteindelijk een kaars opsteken voor iedereen. Als je door al het verdriet, de pijn en de tranen heen bent gegroeid.