In de kloostertuin staan alle rhododendrons felroze, purpelpaars,wit en rood te bloeien. Voeg daarbij de bloeiende andere struiken in oranje, de vlijtige liesjes in grote bloempotten en het groen, het welige groen van alle gewassen die de grond uit stulpen, de bloeiende dieproze meidoorn en het beeld is weer compleet: een perfecte lokatie waar het stil en goed toeven is.
Vandaag hadden we een dag Te-Gast-Bij-Onszelf en het was mooi en bijzonder, ik ben werkelijk ontroerd. Het draaide om drie woorden: religiositeit, godsdienst en spiritualiteit. We gingen op zoek wat die woorden voor ons betekenden. Allereerst in eén woord de associaties van een ieder. Bij religiositeit (R.) kwamen woorden als: relatie, verbonden-zijn, rust, diepgang, Godverbondenheid, verbinding. Bij godsdienstigheid (G.) de woorden: dienen, toegewijd, gemeenzaam, Godsgeloof, een menselijke levenshouding, open staan, leven met de Levende. Bij spiritualiteit ( S.): vrijheid, geestbezieling, gevoel, vaart, geestruimte, meer-dan-brood-alleen, overstijgend.
Ook de negatieve betekenissen zeiden veel, over wat we allemaal níet willen zijn. Bij R.: alleen, oppervlakkig, losgeslagen, ontheemd, afgezonderd, losbandig, onrustig. Bij G.: heersen, agressief, nauwheid, op regels en gewoonten gericht, eenzaam, institutionalisering. Bij S.: gevangenschap, stilstand, zweverigheid, ik-gericht, ongeinspireerd leven.
Vervolgens gingen we in groepjes van drie uit elkaar, op zoek naar een concrete omschrijving van de drie woorden. Er kwam uit: 'R. is open staan voor en groeien naar de Grond van ons bestaan, gevoedt door en geworteld in emoties en ervaringen. En het delen daarvan is een zegen.' 'G. is concreet uitdrukking geven in woord en gebaar aan dat wat we geloven.' 'S. geeft richting aan de activiteiten in ons leven, heeft te maken met verbinding met een groep waar iets doorgegeven wordt. Er is meer tussen hemel en aarde dan we kunnen zien.'
De rijkdom aan associaties en betekenisgeving maakt mij vurig en wakkert de hoop aan dat het bij het behoud van het klooster niet alleen om het gebouw en de mooie tuin gaat. Er is, vaak veel te veel onzichtbaar, een weefsel van verlangen, hoop en verwachting dat ons allen bindt. Ik vermoed dat het ook de woorden zijn die velen buiten het klooster en kerkelijke kaders vleugels geeft.
Het woord liefde, komt helemaal niet voor, bedenk ik nu. Maar liefde is voor mij het cement dat al deze woorden bij elkaar brengt. Of misschien is het eerder zo, dat religiositeit, godsdienstigheid en spiritualiteit tezamen voor mij doen oplichten wanneer er werkelijk sprake is van liefde. Al het overige is surrogaat: is narcisme, ruilhandel van lichaam en goederen, behoefte, onvrijheid, illusie.
Liefde en échte wederkerigheid, die betrouwbaar is en trouw maakt, horen bij elkaar. Je loopt dan niet zomaar weg, maar gaat het verbond aan, zoals God dat in de verhalen van de Joods-Christelijke traditie voor heeft gedaan. Religiositeit, godsdienstigheid, en spiritualiteit geven mij de ruimte om te ervaren, te zien en te geloven dat echte liefde wel degelijk tot de menselijke mogelijkheden behoort.
Vandaag hadden we een dag Te-Gast-Bij-Onszelf en het was mooi en bijzonder, ik ben werkelijk ontroerd. Het draaide om drie woorden: religiositeit, godsdienst en spiritualiteit. We gingen op zoek wat die woorden voor ons betekenden. Allereerst in eén woord de associaties van een ieder. Bij religiositeit (R.) kwamen woorden als: relatie, verbonden-zijn, rust, diepgang, Godverbondenheid, verbinding. Bij godsdienstigheid (G.) de woorden: dienen, toegewijd, gemeenzaam, Godsgeloof, een menselijke levenshouding, open staan, leven met de Levende. Bij spiritualiteit ( S.): vrijheid, geestbezieling, gevoel, vaart, geestruimte, meer-dan-brood-alleen, overstijgend.
Ook de negatieve betekenissen zeiden veel, over wat we allemaal níet willen zijn. Bij R.: alleen, oppervlakkig, losgeslagen, ontheemd, afgezonderd, losbandig, onrustig. Bij G.: heersen, agressief, nauwheid, op regels en gewoonten gericht, eenzaam, institutionalisering. Bij S.: gevangenschap, stilstand, zweverigheid, ik-gericht, ongeinspireerd leven.
Vervolgens gingen we in groepjes van drie uit elkaar, op zoek naar een concrete omschrijving van de drie woorden. Er kwam uit: 'R. is open staan voor en groeien naar de Grond van ons bestaan, gevoedt door en geworteld in emoties en ervaringen. En het delen daarvan is een zegen.' 'G. is concreet uitdrukking geven in woord en gebaar aan dat wat we geloven.' 'S. geeft richting aan de activiteiten in ons leven, heeft te maken met verbinding met een groep waar iets doorgegeven wordt. Er is meer tussen hemel en aarde dan we kunnen zien.'
De rijkdom aan associaties en betekenisgeving maakt mij vurig en wakkert de hoop aan dat het bij het behoud van het klooster niet alleen om het gebouw en de mooie tuin gaat. Er is, vaak veel te veel onzichtbaar, een weefsel van verlangen, hoop en verwachting dat ons allen bindt. Ik vermoed dat het ook de woorden zijn die velen buiten het klooster en kerkelijke kaders vleugels geeft.
Het woord liefde, komt helemaal niet voor, bedenk ik nu. Maar liefde is voor mij het cement dat al deze woorden bij elkaar brengt. Of misschien is het eerder zo, dat religiositeit, godsdienstigheid en spiritualiteit tezamen voor mij doen oplichten wanneer er werkelijk sprake is van liefde. Al het overige is surrogaat: is narcisme, ruilhandel van lichaam en goederen, behoefte, onvrijheid, illusie.
Liefde en échte wederkerigheid, die betrouwbaar is en trouw maakt, horen bij elkaar. Je loopt dan niet zomaar weg, maar gaat het verbond aan, zoals God dat in de verhalen van de Joods-Christelijke traditie voor heeft gedaan. Religiositeit, godsdienstigheid, en spiritualiteit geven mij de ruimte om te ervaren, te zien en te geloven dat echte liefde wel degelijk tot de menselijke mogelijkheden behoort.