zaterdag 21 april 2012

Kloster Gerleve

Je gaat bij Winterswijk de grens over en dan kom je op een rechte weg die rechstreeks naar Gerleve gaat. Daar ligt vanaf de weg een klooster dat als een burcht omhoog torent, maar als je linksaf slaat, een kleine weg op ernaartoe, dan verandert het perspectief en wordt het klooster kleiner, totdat het een beetje in een kom van een dal ligt: dit Benedictijner klooster. Thuis.

Thuis? Thuis voelt de locatie van een klooster, de plek die er gemaakt is voor het Onkenbare, een boekhandel waar een monnik in het zwart zwijgend bij de kassa met je afrekent. Nee, hier geen leuke praatjes van: waar komt u vandaan en waar gaat u naar toe? Het is eerder de sfeer van : U bent gearriveerd. Dit is hier, hier is het en dat is het. Dat voelt als thuis, als echt en allerlei dingen die ongetwijfeld ook spelen: Monnik geen zin in een gesprekje, in een slecht humeur, verveeld, verstrooid, verlegen, in zichzelf gekeerd, verzin het maar, kan allemaal ook waar zijn, maar doet niks af van de soort plek die een klooster is.

Vorige week moest ik drie keer in mijn klooster zijn en dat is zonder nadenken dat doen, er zijn en me er wél bij voelen. Ik wist dat er anderhalve week aan zaten te komen, dat ik er eigenlijk niks te zoeken had. Vooruit, dan moet je het ook maar zonder doen, houd ik mezelf dan voor. Maar midden in de week, na wat geworstel daaromtrent dacht ik ineens: waarom kwel je jezelf zo? Ga, gewoon, ga! De fietstocht ernaartoe voelt dan al 'kloosterlijk'. Zwijgend de deur open worden gedaan, mijn fiets neerzetten en de trap beklimmen naar de kapel en op mijn plaats gaan zitten in een nog lege kapel: thuis.

Zo wandelden we door de glooiende wijdse heuvels waar de koolzaad al geel bloeide, het lentgroene blad laag in een beukenbosje sluimerde, de witte sleedoornhagen een windstil plekje gaven voor de korte felle regenbui die viel. We bewonderden de wilde sleutelbloemen, of waren het primula's op stokjes?, de wijdsheid van het Buitenland. Zo wandel je, terwijl het klooster allang niet meer te zien is en verdwenen is achter de heuvel.

Zo'n, gang maak ik het liefste: ik hoef maar kort af en toe in een klooster te zijn maar alle rondwandelingen, dwalingen, uitjes, werk, drukte en activiteiten: ze zijn als de spaken in een fietswiel die draaien om die ene as.