Gisterenavond ontdekte ik dat de afnemende maan pas na 23 uur ’s avonds als een grote oranje bol met een hapje eruit, boven de bosrand opkwam. Om daarna snel te stijgen, bleker te worden en veel kleiner aan de hemel te gaan staan. En nu staat de ochtendzon op exact dezelfde plaats als waar de maan was toen ik ging slapen. Weer een nacht voorbij.
Wat ik in de nacht allemaal meemaak weet ik meestal niet. Ontwaakt dacht ik aan het lied Tall Trees in Georgia vertolkt door Eva Cassidy. Ik kijk en luister: een sfeer van vroeger en ook wel van afscheid en verlies en dan die hoge bomen die blijven staan. Hoeveel bomen hebben niet een heel aantal mensenlevens aanschouwd? Op een wandeling in het bos lag één veertje tussen de bomen. Een duivenveertje, lijkt het. Er zijn plekken waar je je neus ervoor ophaalt wanneer er velen liggen, maar nu midden in het bos raapte ik het op en gaf het een plekje in mijn boshuisje. Één uniek veertje zoals elk mensenleven uniek en onherhaalbaar is. Het dwarrelde even naar de grond als een klein vliegwielje en weer raapte ik het op en legde het op ooghoogte neer.
Vanochtend hoorde ik op de radio als eerste uit L’Horloge de Flore van Jean Françoix, deel 1 om 3 uur: Calant de Jour, hiermee begint de dag: Op de tonen van een hobo druppelt ze binnen. Ik zoek daarna op YouTube en vind een filmpje waar alle bloemen van deze klok van bloemen te zien zijn, als dat deel van de muziek te horen is en om 17 uur is dat Bell de Nuit-Moonflower en dit is de bloem die mij als laatste is opgevallen in september bij de waterkant, terwijl de avond al gevallen was aan het Wylerberger Meer, vlak tegen de Duitse grens.
En zo strekt een dag zich uit, van uur naar uur en de verschillende bloemen op dit horloge weerspiegelen verschillende stemmingen. Zoals elke dag gevuld is met vreugde en verdriet, weemoed en verlangen, levenskracht die grenzeloze ruimte zoekt of juist de begrenzing van zitten op één plekje in stilte of lezend in de zon, zoals dat gisteren kon op die zachte lentedag. Als ik het geheel gehoord heb van L’Horloge de Flore sluit ik het toch af door nogmaals naar het eerste stuk, de eerste bloem te luisteren Day Jessamine. De uitvoering is al van 1959, toen ik dus ongeveer één jaar oud was. Hoe tijdloos is muziek en dat ik daarmee dan deze dag in kan gaan: stap voor stap.