dinsdag 23 maart 2021

Schindlers List. O Parijs!

Het werd een latertje vannacht: heel laat op de avond besloot ik naar Schindlers List te kijken omdat ik dat al van plan was en ineens zag dat deze nog tot morgen te zien is op Netflix. Ik dacht: ik maak een beginnetje, als ik moe word kijk ik morgen wel verder, maar ik bleef wakker. Ik heb de film eerder in de bioscoop gezien, het stamt al van 1993 en was toen ook onder de indruk. Bijna geheel in zwart-wit, met alleen in het begin en op het einde brandende kaarsen in kleur en midden in de film die iconische beelden van een klein meisje in een rood jasje die Oskar Schindler ziet rennen tussen de drommen Joden, sjokkend, beladen met bagage, naar hun transport.

Wat een vakmanschap, dacht ik steeds, wat kan Steven Spielberg een verhaal zo razendknap in beelden vertellen.Tijdens het maken van deze film was hij ook bezig met de eindmontage van Jurrasic Park, wat een contrasten in dat ene hoofd.  Met E.T. en Indiana Jones weet je al hoe hij je meteen in een andere wereld weet te verplaatsen, maar dit gaat over echt verleden. Er waren in die tijd ook protesten: Joden vonden dat je de holocaust niet in beeld kon brengen en islamitische landen hebben de film verboden, toen het een wereldwijde hit werd, overladen met Oscars. Ook de muziek neemt je mee, het thema herken ik altijd onmiddellijk en er zitten ook Jiddische klanken in en de viool wordt bespeeld door Itzhak Perlman.

De film is zo rijk aan beelden, van bird-eye-vieuw tot kleine details en gezichtsuitdrukkingen: ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hedendaagse kunstenaars die ik op de Documenta zag of de Biënnale die de holocaust ook als thema hadden, dus heel goed naar deze film hebben gekeken. Veel shots deden me denken aan foto’s of installaties die ik heb gezien. De film eindigt prachtig: de echte overlevenden, in totaal 1100 Joden die Schindlers wist te redden in zijn potten- en pannenfabriek, leggen steentjes op het graf van Schindler in Israël samen met de acteurs die hen speelden. De film had als spin-off dat Spielberg een groot filmarchief aanlegde met interviews met alle overlevenden.

   

Ik zag de film overigens op een voor mijn doen hele grote tv die ik heb aangeschaft, na veel getwijfel welke ik nou moest kiezen en de doorslag gaf aan de lovende recensies over de leverancier: jongens uit Rotterdam, die uit zichzelf aanboden bij mensen om iets te komen installeren en héél snel alles opstuurden.En dat klopte: een uur later kreeg ik al bericht: Beste Mirjam... veel plezier ermee. De volgende ochtend was het er en toen duurde het nog minstens een week eer ik alle zenders kon ontvangen, want de zenders waren ‘gecodeerd’ wat dat ook mag betekenen. Uiteindelijk liet een instructiefilmpje op YouTube mij zien dat ik ergens in het toestel cijfertjes moest veranderen. Toch bijzonder hoeveel individuen de moeite doen om hun kennis en hobby’s te verspreiden. Voor sommigen een poging om er een verdienmodel van te maken, maar lang niet altijd. Maar dit terzijde.

Vanochtend dus wakker geworden met de muziek van Schindlers List in mijn hoofd en ik keek bij de New York Times, die elke dag een selectie geven van wat zij opvallend vinden. En daar stond in dat de Gilbert Jeune boekhandels, met de gele luifels en de grote oppervlakten met veel tweedehandsboeken en boeken uit de ramsj gaan sluiten, door de Corona: In the Latin Quarter, Paris’ Intellectual Heartbeat Grows Fainter is de titel van het artikel. Ik heb zoveel gestruind in die boekhandel. Net zoals in New York in  Chinatown, zal alles er anders worden...

Ach, hoeveel van mijn verleden gaat nu horen tot een voorgoed voorbij tijdperk? In  Quartier Latin beleefde ik mijn allereerste hotelnachten en was het een bijna jaarlijks terugkerend uitje in mijn studententijd: Parijs vanuit Quartier Latin ontdekken en er rond flaneren. Met tegen de rand, vlakbij de boekhandel Shakespeare & Company, dat pijpenla kleine Vietnamese eettentje, gerund door een familie, waar we bijna dagelijks de dag afsloten. Een handelwijze die ik 30 jaar later exact zo heb voortgezet, toen ik bijna een maand in Beijing was: een familie-restaurantje vlakbij mijn slaapplek. 

Centre Georges Pompidou omvat mijn levenspan:  toen ik er voor het eerst kwam was het hip en futuristische en trendy, je hart ging er sneller van kloppen, de roltrappen aan de buitenkant, al dat glas, zoveel moderne kunst in zoveel ruimte, maar in januari van dit jaar las ik dat het gebouw zeer verouderd is, er komt een renovatie die vier jaar gaat duren en ik dacht daarbij: zou ik het tijdens mijn leven nog enigszins vitaal kunnen bezoeken?... Het liedje uit die tijd was Butterfly, het Frans kon ik niet zingen, maar het refrein neuriede ik in Parijs met het verwachtingsvolle en de uitgelatenheid van de jeugd.