zondag 14 maart 2021

Leven op Bali

Op Bali is nu hetzelfde meerdaagse feest gaande als dat ik er vorig jaar zo uitgebreid en intensief heb meegemaakt. Gusti Koko bij wie ik vorig jaar een maand verbleef in een kamer op het familietempelcomplex, doet er uitgebreid verslag van op Instagram. De hoekkamer waar ik verbleef is onder het beheer van zijn ouders, tegenover de kamers waar hij zelf met zijn vrouw en dochtertje woont. Onlangs filmde hij een gigantische regenbui vanaf zijn balkon en exact zulke regenbuien maakte ik er vorig jaar ook mee: daar stond ik aan de overkant met de geurige aarde, het glanzende groen, het grijze gordijn van regen om mij heen. Hij is verders toerist-guide en runt zijn eigen Homestay helemaal achterin het complex, maar nu heeft hij met de lockdown natuurlijk ook niks te doen.

Dus hij filmt zijn eigen leven, nu: ik zie hem meebouwen aan iets in de dessa, eerst graven met een schop en toen met cement metselen, zijn vader deed ook mee, en vervolgens met het dak van palmtakken in de weer die ergens anders gevlochten worden en met een vrachtwagentje worden gebracht. Ik weet precies waar het is: over dezelfde weg door de sawah’s heen, heb ik talloze malen gelopen. En nu filmt hij dus feestelijke activiteiten: ik zie zijn moeder en vrouw het familiecomplex en de tempeltjes zegenen, zijn dochtertje maakt met een pan het geluid van een klinkende trommel. Ik zie een vrouw op de markt van Payagan een  zoete lekkernij in palmblad met de handen klaarmaken... dezelfde markt waar ik vorig jaar voor het laatst mij onder de mensen heb begeven. Ik vloog die middag naar huis en ben meteen in quarantaine gegaan, eerst in mijn eigen achtertuin en nu in het bos.

Ik zie het grote tempelcomplex Pura Hyang Api, op 1,3 kilometer van Gusti Koko’s Homestay waar ik vorig jaar elke dag ging kijken en zie hem er nu met zijn familie. Het is er even druk als vorig jaar, alleen zie ik de mensen wel met mondmaskers, er komen Barongs aan dansen en nergens is er verder sprake van een 1,5 meter samenleving. En ik zie een activiteit waar ik niet aan heb kunnen deelnemen: in een groot overdekte zaal, ik vermoed de ontmoetingshal bij een tempel, zie ik mannen saté bereiden, het roosteren, een heel lange grote ‘tafel’ op de grond maken met palmbladeren en daar eten dan alle mannen, genoeglijk naast elkaar: 'Makkan, makkan bersamah!', samen eten!, roept eentje in de camera. Een feestelijkheid alleen voor mannen dus, van alle leeftijden, maar hij maakt ook een foto met drie leeftijdsgenoten, één met sarong, de anderen in korte broeken en slippers en zet daaronder Instagramwaardig,  smileys en ‘Broo’s: broeders, dus.

Ook vorig jaar constateerde ik al dat dit Balinese leven gewoon doorgaat, in een soort van parallelle werkelijkheid naast de hele toeristenindustrie en de westerse scène. Ik kan het aantal westerse mensen die ik gezien heb op twee handen tellen. En nu dus weer het scherpe contrast met filmpjes op YouTube: Bali in lockdown: gesloten terrassen, winkels, uitgestorven straten. Maar niet dus midden op het platteland in dessa Keliki Kawan. Dat is een troost.