Zij liep rustig het terras op in dezelfde richting als de vorige keer en leek mij eerst niet op te merken. Op nog geen drie meter van mij af snuffelde ze langs mijn huisje en scharrelende ze onder een witte plastic stoeltje. Toen had ze me in de smiezen en sprong achterwaarts, meer de tuin in. Met de beweging van een heel grote kat, sluipend, oren gespitst, wat wegduikend.
Ik begon wat vriendelijke woorden te produceren: 'Hé jij daar, hoe gaat het met je, kom maar!' En ze kwam dichterbij en toen keek ze me recht aan. ‘Hoi!’ zei ik. Ze draaide zich naar de blauwe emmer met water, op nog geen twee meter afstand van mij en begon er wat uit te drinken. En daarna ging ze een beetje van mij af zitten, zoals een hond, haar staart zwaaide over de grond, te zwaar om te kwispelen, maar het leek er wel op.
Toen liep ze door naar iets achter het huisje en ging daar in de bladeren liggen. Het was ondertussen bijna donker, maar ik vroeg me toch af of ik nog een foto kon maken, dus ik liep naar binnen voor mijn iPad. Maar weer bij de deur gekomen, was ze weg. Het was 19.14u, een kwartier later dan de vorige keer, maar het wordt ook later donker. Leuk!