Nederland heeft geweldige schilders: Rembrandt om zijn psychologische portretten en zijn licht, Vermeer om zijn wolken, Van Gogh om zijn expressiviteit en kleuren...maar de schilder van de stilte, is wat mij betreft Jan Mankes. Gisteren was ik in de Belvedère, een museum in Heerenveen zo ongeveer gebouwd aan de vaart, vlak bij het gehucht de Knijpe, waar hij gewoond heeft. Het gebouw zelf van het museum is overigens ook de moeite waard: een moderne strakke rechte doos, over het water heen gebouwd als een bewoonde brug. In het midden over het water heen is het museumcafé, dat de twee grote zalen aan weerszijden verbindt.
Jan Mankes (1889-1920). Zijn vrouw Annie Zernike was ik al tegengekomen in het Catherijneconvent (zie blogje klopjes). Ze was dominee, Nederlands eerste actieve, maar ze heeft haar baan opgegeven toen ze trouwde met Mankes. Helaas, het waren nog traditionele tijden Er hing daar een mooi portret van haar, geschilderd door Mankes.
Mankes schilderde eigenlijk alleen maar zijn heel naaste omgeving. Geitjes, zijn vader en moeder, de boerderij, egeltjes, een lijster op een tak, het vlakke Friese landschap, in de winter, in het donker. Voor wie de stilte schildert is de naaste omgeving wel genoeg onderwerp. Dat zie je ook bij de Japanse zen-tekeningen en schilderingen. Eigenlijk moet ik nu niet teveel beschrijven, ga gewoon langdurig kijken. Ook in het gemeentemuseum van Arnhem hangen enige mooie doeken. Nu viel ik helemaal totaal voor: Wyandotte-Haan met tinnen schotel uit 1913.
Zo'n kip. Het schilderij gedomineerd door een grote witte vlek, een fluffige vlek, die als je blijft kijken, gaat leven van donzigheid, kleuren van paarlemoer. Vastheid en luchtigheid ineen. De kip kantelt bijna, en het zwarte vierkante, geometrische hok erachter krijgt iets van een doorgang, waar kip vanuit het donker in het licht is verschenen en is gaan leven. En wie leeft, heeft eten nodig. Komaan kippetje, het begin van je weg, wat maak je allemaal nog mee, waar ga je heen?