Gisteren was het weer een mooie avond met de Fioretti-leesgroep. En dat terwijl ik aanvankelijk met mijn handen in het haar zat: wat moest ik met dit verhaaltje nr. 37? Het gaat over een rijke, edele ridder die Franciscus van Assisi allerhartelijkst en gul ontvangt, vrijgevig, ze kussen en omarmen elkaar en de ridder zegt dat Franciscus maar hoeft te kikken, en hij zal het hem geven. Franciscus vindt deze man uitermate geschikt voor zijn Orde, dus hij besluit kort na deze ontvangst terug te keren en hij gaat uitgebreid, zó dat de ridder het ziet, bidden en ja hoor, God laat hem zweven boven de grond en daarna wordt deze ridder, een broeder en treedt in.
Zo braaf, zo onzinnig met dat zweefverhaal, zo sturend van Franciscus, is hij uit op effectbejag? Wie heeft er nu iets aan zo'n soort verhaaltje? Allereerst maar vragen aan iedereen: leef je eens in in de ridder: hoe staat die volgens jou in het leven? En is dat veranderd, als hij intreedt tot de orde? En dan de tweede vraag: leef je in Franciscus in. Geef in eigen woorden weer, wat volgens jou zijn motivatie is, om deze man bij de orde te willen hebben.
Met deze vragen verplaats ik het verhaal naar een ontmoeting tussen twee mensen en de innerlijke veranderingen die elke ontmoeting teweeg kunnen brengen. In de context van het verhaal, gaat het dan om een verandering, die iets te maken heeft met het gegeven dat de ene zijn leven helemaal op de kop zal zetten. Dat doe je alleen als íets 'je zo raakt, dat je het gevoel hebt dat je je leven verspilt, als je niet gehoor geeft aan dit verlangen. Verspilling van leven heeft meestal te maken met onbewustheid, leven op de automatische piloot, vergeten dat er een levensstroom in je is, die je elke dag kan vitaliseren.
Toen dacht ik aan Dag Hammersjköld(1905-1961) Deze Zweed was vanaf 1953 tot zijn dood secretaris-generaal van de Verenigde Naties en hij heeft bemiddeld in tal van wereldconflicten. Hij is omgekomen bij een vliegtuigongeluk op de grens van Noord Rhodesië. Na zijn dood vond men zijn dagboek-aantekeningen, die Merkstenen is gaan heten en nu bekend staat als een mystiek geschrift, met name zo gepromoot door het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen, dat door de orde van de Carmelieten gerund wordt.
Na de pauze wisselden we uit over het nu volgende gedicht uit Merkstenen, dat hij in zijn jonge jaren geschreven heeft. Een gedicht met ook een donkere, zwaarmoedige ondertoon. Maar ook een gedicht dat gaat over het zoeken, verlangen en vinden van...? ...van het leven dat je ten volle leeft, aankomst, ergens, ooit, soms... Bijna iedereen vond het van toepassing op het proces van de ridder en de wijze waarop Franciscus dit bij hem heeft wakker gemaakt.
Zo was het
Verder word ik gedreven
een onbekend land in.
De grond wordt harder,
de lucht prikkelender, kouder.
Aangeraakt door de wind
vanuit mijn onbekende einder
trillen de snaren in afwachting.
Aldoor vragend zal ik aankomen,
daar waar het leven wegklinkt -
een klare zuivere toon in de stilte.
Glimlachend, open, standvastig -
het lichaam vrij en beheerst.
Een man die werd wat hij kon,
en was wat hij was -
steeds bereid alles bijeen te brengen
in een enkelvoudig offer.
Morgen zien we elkaar, de dood en ik -
Hij zal zijn degen stoten in een wakend man.
Maar hoe schrijnt de herinnering
aan elk verspild uur.