zondag 31 maart 2019

Flight Song

Ik ben een heel  mooi liedje tegengekomen van een hedendaagse Noorse componist Kim André Arnesen, met een tekst van Euan Tait, Flight Song. Mijn oog viel er natuurlijk op door de titel, omdat ik graag naar huis zou willen vliegen. Toch is er een andere kunst van het vliegen die ik probeer bij me te houden, want je weet het maar nooit hier in India: de winkelier met wie ik eerder sprak vertelde dat hij aan alle voorwaarden voldeed voor een visum naar... Noorwegen - dat is ook toevallig! -  maar het niet kreeg: Sometimes it dependends on their mood, they can be a little bit crazy, zei hij.

Dit liedje heeft zowel het verlangen om in dat vliegtuig te zitten, maar drukt tegelijk een vorm van vliegen uit die overal beleeft kan worden: stél dat ik hier toch nog een poos ben, dan kan ik toch vliegen: Yet our flight begins as song, is de laatste regel van het liedje.

Dus ik ben hier, met twee gedachten: dat ik het zó ervaar dat ik hier een tijdje zou kunnen leven én dat ik elk moment mijn boeltje pak en naar Nederland vlieg. Het zijn de twee vleugels van mijn huidige vlucht, zou je kunnen zeggen...

En ja: het is zo, dat ik mij hier thuis voel. Ik ontbeet gisteren met thee langs de straat, een bakje koude kwark en nog warm gebakken cakejes met kokos erin, pal naast mij was een man in zijn garage lucht aan het spuiten in de band van een motor, op het dak aan de overzijde van de straat, vrouwen bezig met beton op het dak, daaronder de poelier, ik kwam aangelopen langs rijen vrouwen die hun groenten verkochten op de grond, motors, voedselkramen, een oudere vrouw die oversteekt, 30 meter verderop een moskee, aan de overkant daarvan een christelijk kapelletje;  zoveel leven om mij heen op een tiental vierkante meters: en ik bedacht hoe ik mij daar in december vanuit de bus in Noord-India over verbaasde en ik er nu een deel van was.

Het was een soort van zondags smikkeldagje: midden op de middag,  dan is het hier het heetst, ging ik naar het foodcenter en bestelde er chicken lollipop, dan krijg je zes kippenpootjes, waarvan het bot wel vier keer dunner is dan de Nederlandse kip, in rode zoete saus met ui en paprika en ik dronk er lemonjuice bij. Ik kluifde ze helemaal kaal. Daar mis ik eigenlijk vooral steeds maar Sunjay en zie dan steeds zijn stralende, zachte gezicht voor mij... Het was er druk, vol jonge stadse mensen, Wiki kookte alleen maar: Sorry my friend ... zei hij toen ik vertrok, ‘work is work’ zeggen we nu beide. En in de avond at ik nogmaals een visje aan zee. 

In het weekend is het een beetje ‘eten scoren’: die speciale kip maakt Wiki alleen dan, want door de week is daar geen klandizie voor, en ook de vis op het strand is er alleen zaterdag en zondag. Door de week eet ik fried rice,  bordjes met groenten, parrotta met sausjes en soms de uitgebreide lunch, maar daar wordt ik de rest van de dag wat suf van, zoveel eten midden op de dag. En zo beginnen zich gewoonten te vormen, nu ik hier alweer vier en een halve week ben... Het wordt hier in het weekend steeds drukker en dat komt misschien omdat de temperaturen hier stijgen; in het binnenland is het al 40 graden geweest. Iedereen naar zee, voor verkoeling.

En ondertussen is in Nederland de lente losgebarsten. Ik zie foto’s van roze magnolia, gele forsythia, jong fris groen aan struiken en een treurwilg,  een grote tulpenboom in bloei, blauwe druifjes en narcissen... ja, de lente is een wonderbaarlijk seizoen wanneer er alleen maar hitte is en snakken naar de moesson: zo zien hier de komende maanden eruit... Vooralsnog is het mogelijk dat ik vandaag of anders ergens deze week de Exit Permit krijg. Maar ik laat me nu toch nog maar een keertje dragen op de mannen en vrouwenstemmen van de Flight Song. 

zaterdag 30 maart 2019

Wachten in de tijd, 4 boeken

En nu zit ik hier te wachten, in de hoop dat de immigratiedienst voor 13u nog een teken van leven geeft, een antwoord op mijn vraag, die ik hen vroeg in de ochtend stelde,of ik alvast mijn vliegreis kan laten vastleggen. Daarna ben ik een strandwandeling gaan maken en heb bij wilde golven gemediteerd, zwemmen zat er nu niet in. Ik vrees dat er vandaag geen reactie komt, en dat betekent dus dat het alweer maandag, de volgende week dus, wordt eer...? 

Ik bijt mijn tijd met lezen, natuurlijk is dat geen straf, in zo’n mooi gebied, bij zee en rotstempels. Ik ben alweer aan mijn vierde boek begonnen, het is allemaal Indiase literatuur. Ik begon met The Mango Season van Amulya Mallladi. De schrijfster is zelf in 1974 geboren in India, gestudeerd in Amerika en ze woont nu  in Denemarken met haar Deense man en zoontje. Dus het verhaal bevat vast veel autobiografische elementen.

Een vrouw keert na zeven jaar terug bij haar familie in India, tijdens het mangoseizoen met het ritueel dat de hele familie daar pickles van maakt. In Amerika heeft ze trouwplannen met Nick, met wie ze al twee jaar samenwoont. Haar missie is om haar familie te vertellen over deze Amerikaan, de missie van de familie blijkt, om haar in de korte tijd die ze er is te koppelen aan een geschikte Hindoestaanse  echtgenoot. Over cultuurverschillen, de angst om elkaar te verliezen en mooi geschreven. Wat me het meest bij blijft, is de vanzelfsprekendheid bij de familie, dat het Westen niks goeds kan voortbrengen en ze geen moreel kompas hebben, terwijl India dat wel heeft.

Het tweede boek heet: Your dreams are mine now, van Ravinder Singh, een bestseller-auteur, die in New Delhi leeft. De titel doet mij denken aan de bouquet-serie of aan streekromans, maar juist over de titel zegt de auteur in een voorwoord, dat velen daar blij mee waren. Weer het perspectief van de jonge, opkomende generatie: een 18 jarig meisje Ruphali, van het platteland kan door een beurs en haar grote intelligentie, studeren aan een universiteit in Delhi en ontmoet daar Arjun, een  stadse politiek bewuste en activistische New Delhier, die zich ook nog eens atheïst noemt.

Deze ontmoeting komt tot stand in het eerste deel van het boek, dat nog vóór Me-Too, dit thema heeft: Ruphali ziet dat een jonge vrouw bijna verkracht wordt door een van de hoogstaande en invloedrijkste hoogleraren van de universiteit. Zij is zo bij zinnen, dat ze het filmt op haar mobiel, alvorens ze een afleidingsmanoeuvre vindt om de professor te laten stoppen. Met hulp van Arjun en handige computerjongens uit het politieke netwerk van Arjun, weten ze de man ten val te brengen, door de beelden viraal te maken. Daarna melden zich nog meer jonge vrouwen die slachtoffer zijn.

Het tweede deel bevat de eigenlijke love story van Arjun en Ruphali. Heel uitgebreid wordt hun ontluikend gevoel voor elkaar beschreven, die leidt naar de eerste kus. Daarmee zijn ze al een stel voor hun omgeving, Aangenomen dat dit aardig werkelijkheidsgetrouw  is in India’s moderne tijden, dan getuigt dit dus van een totaal andere seksuele mores als in het Westen. Beide voelen een brandend gevoel voor elkaar, waar ze niet direct een vorm aan geven. Het boek dendert dan naar een fataal einde: professor uit deel 1, die in de gevangenis zit, neemt gruwelijk wraak middels wat straatjongens en ook dat wordt uitgebreid beschreven. Wat overblijft is de titel van het boek, waarmee Arjun verder zal leven: Your dreams are mine now...

En nu zit ik in River of smoke van Amitar Ghosh, finalist van de Man Booker International Prize 2015, deel twee van een drieluik, het eerste deel heet Sea of Poppies. Ik ben in het India van 1838, bij een voormalig slavenschip dat nu als opiumschip van de Britse East-Indian company, opium die in India geteeld wordt, verhandeld in China. Ik volg een heel aantal mensen die uiteindelijk bemanning, of als passagier of als gevangene op dat schip terecht komen. Ik wist niks over opiumoorlogen tussen Groot Brittannië en China, ook niet dat opium die in India verbouwd werd zo’n grote bron van inkomsten was .  Met zo’n verleden snap ik, hoe weet ik niet, wel iets meer van de toestand waar Engeland zich nu in bevindt, met die Brexit.

Ondertussen zal de immigratiedienst niks meer van zich laten horen, tot na het weekend. Dan ga ik hier nu ook maar mijn weekend in, met vanavond visjes eten in het donker aan zee. 

vrijdag 29 maart 2019

Taartje, honden, buitenland

Vandaag ben ik jarig. Ik had gehoopt nu in het vliegtuig te zitten en zodoende de langste verjaardag van mijn leven te hebben, ik was dan steeds de zon tegemoet gevlogen. Maar er zit nu wel schot in: ik mailde naar de immigratiedienst dat het vandaag my birthday is, en de Exit Permit a wonderful birthday present zou zijn. Als antwoord kreeg ik, dat de aanvraag in behandeling is. Die woorden, staan er nu in ieder geval zwart-op-wit. Nu dus weer wachten, wat dit betekent in India. Maar ik ga ze nu elke dag een mail sturen, met één van de Recommendation Letters die naar de Indiase ambassade zijn gegaan, erbij.

Jarig... en ik kocht een taartje bij de bakery. Vantevoren weet ik al dat het aanschijn van een Schwarzwalder-Kirsch-taartje, een rode kers op het slagroom bovenop een chocoladepunt, heel ver van de echte smaak ervan zal afwijken. Slagroom is een soort suikercrème, bruin smaakt niet naar chocola, enzovoort. Maar dat mag de pret niet drukken. Het is genoeglijk om zo’n taartje in een mooi doosje te krijgen en die dan boven op een rots bij een van de grottempels  uit te pakken. 

En dan komen de honden, die zoiets meteen ruiken. Ik heb een ambivalente verhouding met al die zwervende honden hier. Het zijn heel aardige beesten, ze gaan bij me in de buurt liggen en kijken je dan met van die echte hondenogen aan. In Pondicherry gebeurde het mij ook steeds: van al die mensen die er zitten, gaat Hond bij mij in de buurt liggen. Misschien omdat ik alleen ben, vindt Indiase Hond het dan nodig om over mij te waken. Maar ze komen steeds dichterbij, willen op het kleed op het strand erbij en iets eten kan echt niet, dan willen ze ook een deel. Voordat je het weet en je je verplaatst, heb je zo een groepje honden, die met je meelopen. De vrouw met de doeken verjoeg ze een keer voor mij, schreeuwend en met een stok. Heel efficiënt, maar dat zie ik mezelf niet doen. Bovendien levert het uiteindelijk misschien ook agressieve en gestreste honden op.

Jarig en niet in Nederland, deze verjaardag zal ik niet snel vergeten. Ik was eerder in Napels op deze dag en zelfs op Capri, geloof ik. Ik was in Malaga in Spanje en in Cordoba met bloeiende sinaasappelbloesem aan de bomen. Vorig  jaar was ik in de dierentuin op deze dag en ik ben vaker naar zee gereisd. Nu loop ik hier de deur uit en om het hoekje waaiende palmbomen, strand en zee. Ja, ik ga dit ook missen.

woensdag 27 maart 2019

Yeah, yeah, yeah (She loves you)

Wiki
Ik wandelde op het strand en zag de zon opkomen. Weemoed overviel me, nu het erop begint te lijken dat ik heel spoedig zal vertrekken. Had ik deze periode, bijna vier weken, willen missen? Nee, helemaal niet. Ze zullen me voor altijd bij blijven staan in mijn leven.... De weemoed wordt gevoed door Wiki die ik gisteren vertelde binnenkort te vertrekken.

- Ik dacht dat je hier drie  maanden zou blijven, zei hij. Hij plooide met zijn vingers zijn gezicht in mineur, ik zag een klein bedremmeld jongetje. ‘Jij gaat mij vast vergeten.’ 
- Nee, ik ga jou nooit vergeten. Maar misschien vergeet jij mij wel...
- Ik weet het heel zeker, dat als jij over twee of drie jaar hier aan komt lopen, ik je meteen herken. Kom je terug, beloof je dat.?  

Ik zei dat je dat toch nooit kon beloven... Je kan nooit in de toekomst kijken dat hij toch ook niet kon beloven dat hij over tien jaar nog in Mailibalipuram zou zijn? Als ik hier niet ben, dan vraag je rond, dan ben ik ergens anders... Maar je hebt gelijk, je kunt het nooit zeker weten en misschien kun je zo veranderen, dat je elkaar niet herkent. Hij was ondertussen naast me gaan zitten en hij vroeg me mijn hand in de zijne te leggen.

- Ben je nooit kwaad op me geweest, als ik niet met je kon praten? This is my work you see.., and sometimes I have to talk with other people, they are guests, make them feel comfortable... totally different as friendship.... Friendship  comes from God... Ik zei hem nog nooit kwaad op hem te zijn geweest, dat ik heel goed begreep dat wanneer het druk was of de baas rond liep, hij niet kon praten.
You’re sure? Promise me, be honest. Toen ik je op straat tegen kwam, toen zei je tegen mij: jij wilde vanavond niet met me praten.

Sunjay
Ik probeerde hem uit te leggen dat dit was, toen Sunjay net weg was, en dat hij zo afgesloten was en dat ik hem daarom graag had willen bereiken, juist op die dag. Ik weet niet of hij het helemaal begreep... Hoe is het toch mogelijk, de oprechtheid van zulke ontmoetingen, waarbij het lijkt alsof er een rechte doorgang is naar elkaars ziel, waarbij de woorden Friendship comes from God, het meest raak lijken?  

Yeah, yeah, yeah, zei ik, op de voor mijzelf wel bekende relativerende Mirjam-toon. You’re joking with me, zei Wiki prompt. Nee!!! riep ik, écht niet, hand op mijn hart, en Wiki’s hand en mijn eigen hand rusten even op mijn hart. Ook Babu, de jonge springerige jongen van zeventien, schat ik zo in, was erbij komen zitten. Ik zei: als ik over tien jaar terug kom en ik deed een oud vrouwtje na, dan ben jij misschien wel zó: en ik deed een grote imposante man na, met spierballen. Babu rolde ongeveer onder de tafel van de lach.

Ach, yeah, yeah, yeah... Het is zomaar mogelijk om heel intens een ander te ontmoeten. En hier in India lijkt het zoveel meer te gebeuren, dan in het westen, ís het mij zo vaak gebeurd. Een winkelier langs de grote weg die zei het zo: 'Ik weet ook niet waarom ik je vandaag ineens aansprak, terwijl je al weken hier voorbij loopt. God fluisterde het me in... Voor dit, hier gaat het om... Ik ben drie keer in Europa geweest, in Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken. Ik wil niet beledigen, maar de mensen in Europa zijn niet gelukkig. Wij in India praten met elkaar, daar bestaat elke dag uit, uit gesprekjes.De mensen in Europa zijn altijd ergens anders. Zij praten over de nieuwe auto die ze willen kopen, of een nieuw huis of iets wat ze willen gaan doen. Maar er is niks anders dan deze dag en  jij en ik.'

dinsdag 26 maart 2019

Druk dagje

En toen zat ik gisterenochtend ineens tegenover een vrouw, genaamd Ambica. Ze leek helemaal opnieuw te willen beginnen met de aanvraag van de Exit Permit. Ik zei dus dat deze op internet al twee weken geleden klaar was. Met het ID-nummer kwam ze in de aanvraag. Is zij nou dezelfde die deze al eerder onder ogen heeft gehad of is zij een van de velen die toegang kan hebben tot gegevens van foreigners? Ze zei dat de Exit Permit toegekend was, maar dat ik nu eerst een bewijs van goed gedrag bij de politie van Mahabalipuram moest halen. Dan zou alles weer naar Chennai gaan en dan zou het ongeveer vijf dagen duren...

Iemand heeft de Exit Permit dus wel al goedgekeurd, om die vervolgens in de bureau-la van het internet te leggen? Ambica zag dat ik vijf dagen veel te lang vond en dat ik niet begreep wat me nu weer overkwam, dat ik naar de politie moest. Ze deed een telefoontje en ik hoorde het Engelse woord emergency. Toen zei ze dat ik de Permit misschien morgen kreeg, of anders overmorgen, als ik bij de politie was geweest. Dat ik niet meer naar Kanchipuram hoefde te komen en ze gaf me ook nog haar telefoonnummer. 'Avonds belde ze uit zichzelf naar dit guesthouse, met de boodschap dat ik morgen een mail kon verwachten met toezegging van een Exit Permit, daarna kon ik een vliegticket boeken en daarvan moest een kopie naar haar, want de exacte datum van vertrek komt dan op de Exit Permit. Hoe weet ze dit nu zo zeker? Zijn gedurende de dag die vier brieven vanuit de Indiase ambassade in Nederland doorgestuurd naar Chennai en Kanchipuram? 

Het was heel warm in Kanchipuram, dat in het binnenland ligt. Ik kon nog een tempel bezoeken, maar had meer zin in wat winkelen. Dat contrast dan, als je een airco-winkel ingaat vanuit de drukte van de straat. Een winkel waar ze alleen maar kurta’s verkochten: dat is een jurkachtige lange blouse, die vrouwen dragen met daaronder een legging-achtige broek. Het bleek in die winkel net zo’n merkenwereld te zijn als in Europese kledingzaken, met labels en sfeertjes erbij. Alles draait uiteindelijk ook om de verhalen die je met het kopen van een kledingstuk erbij krijgt. Ik ging er, voor de grap, eentje passen. Merkwaardig  wat een andersoortig beeld je dan van jezelf ziet in de spiegel! De paskamer had een dichte deur, die je kon vergrendelen.

Daarna kwam ik in een heel sjieke zijde-zaak, Kanchipuram is er bekend om. Marmeren lege vloeren met dikke tapijten en aan alle kanten houten vitrinekasten tot het plafond, met achter glas keurige stapels sari’s. Dat  verkochten ze daar alleen, niks anders, geen westerse kleding, ik raakte er een paar aan: prachtige kleuren, ingeweven motieven... als je belangstelling had, wordt die helemaal voor je uitgerold. Ze kosten vanaf 6000-7000 rupi, vanaf 70 euro dus, en dat is voor Nederlandse begrippen dus niks, voor bijna zes meter zijde van ongeveer 150 cm breed. 

Met de bus terug en meteen naar het politiebureau. Ik had het gevoel in een filmset terecht te zijn gekomen. In de rechthoek de gevangenis. Op de grond ervoor stapels papieren met touwtjes onwikkeld, drie lange rijen. Aan de linker kant een bureau bezaaid met rotzooi en ernaast een hoge ijzeren magazijnkast, waar de paperassen uit dreigden te vallen en de onderste plank de oud papierbak was. Er liepen wel zeven politiemensen rond, drie keken op mijn formulier, ze begrepen er niks van, ze liepen ermee op en neer, versjouwden nog een klein bureautje met mijn papier in de hand. Aan de andere kant van de bank waar ik verzocht was op plaats te nemen, bleek er een nieuw kantoortje te zijn geopend, de twee mensen naast mij die aan het wachten waren, hoefden zich alleen maar om te draaien. 

Er was ook een computerkamer, en daar zag ik een jonge man in burgerkleding uit tevoorschijn komen. Dat gaf me hoop, er is connectie met de moderne wereld. Het aantal papieren formulieren groeide in de hand van de politieman die met mijn aanvraag bezig was en ik moest mee naar een
andere kamer. Daar zat een autoritair klein politiemannetje met een rattenkop, achter een buro dat bol stond van de roze papieren. Hij begon te vragen waarom ik een overstay had in India, hij brak me na twee zinnen af, vroeg toen of Utrecht in het paspoort mijn geboorteplaats was, en ik kon weer gaan. Later las ik in een papier dat dit  waarschijnlijk de grondige verhoring was geweest van mij en dat uit dit onderzoek was gebleken dat ik niks op mijn kerfstok had. Mijn paspoort slingerde opengevouwen ondertussen op het ander bureau, terwijl er ook burgers op het bankje ervoor zaten.

Gauw nog even uitwaaien op het strand, met twee warme pasteitjes en een koud flesje appelsap met prik. Komt de dame die mij eerder een raar verhaal deed naar me toe. Met een vodje van een papier, dicht beschreven met namen en daartussen zaten twee Indiërs, eentje ervan was advocaat, die mij misschien konden helpen, maar hij was wel duur. Ik zei dat ik de Exit Permit nu binnen handbereik had, hoopte ik. Over Exit gesproken, zegt ze, ik ken een Australiër die ook naar huis wilde, hij was bij Sai Baba, die dingen naar een andere dimensie kan sturen. Die had tegen hem gezegd: wil je dit écht? Gá dan! En de man was weer thuis en Sai Babai leeft zo erg in meerdere dimensies, dat ook in zijn paspoort er een Exit stempel verschenen was! Een gezamenlijke vriend had dit aan  haar verteld. Zo’n grote Meester, net als Osho. Ik vroeg haar of ze de documentaire over Osho in Oregon kende, maar ze hoorde me niet. ‘Ik geloof niet zo erg in meesters’, zei ik, ‘je kunt je eigen meester zijn.’  ‘Ja! dat zeggen die meesters ook!’ Al die dwalende westerse mensen hier, ik krijg de indruk dat ze met zijn allen een zichzelf bevestigend, internationaal gemeenschapje vormen op zoek naar het Hogere. 

Wiki bracht me 's avonds een salade op een bord, in de vorm van een bloem.

maandag 25 maart 2019

Handelen uit emotie&respect

Vanochtend vroeg vloog er een grote blauwe ijsvogel op van het strand, richting de bomen bij een ommuurd terrein. Hier aan zee!, dat had ik nooit verwacht. De enige vogels die ik tot nu toe gezien heb, zijn kraaien. ik hoop dat die geluk brengt en dat ik deze week mijn Exit Permit krijg. De laatste aanvraag is nu twee weken weg. Ondertussen zijn er ook vier Request Recommandation-Letters van verschillende sociale netwerkjes van mij onderweg naar de Indiase ambassade in Nederland.

Zonet weer bijna zo’n kastje-naar-de-muur-telefoontje met een medewerker van het Nederlandse consulaat. die toegezegd hadden vanuit Bombay om ook een request letter te schrijven. Ik bleek door verbonden te zijn naar Den Haag, want haar Indiase collega’s in Bombay waren allemaal bezet. Amehoela, denk ik ondertussen, men is hier in India, een meester in het zich onbereikbaar houden... De feedback-functie op de aanvraag-site, waar je in vijfhonderd leestekens een bericht kan achterlaten, zegt ook gewoon ERROR, had ik net ondervonden. Dus ik werd voor het eerst bijna emotioneel door de telefoon. Vast ook, omdat je ineens Nederlands praat... Dat zag de eigenaar van dit guesthouse en die kwam ineens met de naam van een vrouw bij de immigratiedienst in Kanchipuram:  zij zal je helpen, zegt hij. Dat ga ik morgen proberen.

Ik had net zo’n mooie ochtendwandeling met ochtendbaden in zee, gemaakt aan het strand. Er waren kokosnoten, omwikkeld in rode doeken aangespoeld. Men offert dus op zee aan de goden. Ik vond drie potscherven van kruiken. In Nederland aan de Waal is dat meteen Oudheid, maar hier worden nog aardewerken kruiken gebruikt. Ik vroeg me af, hoe het hier was in de tijd van de Pallava’s, in de 7e en 8e eeuw na Christus. In wat voor soort huizen woonden ze? Daar is niks van over. Waar komt hun geïntrigeerd zijn door rotsen, vandaan? 

Ik lees de laatste week veel in de schaduw van de bomen, op een rots, waar ook al die rotstempels zijn. Op zoek naar een goed plekje tussen de rotsen valt het me op dat heel veel rotsen bewerkt zijn. Trapjes uitgehouwen, dus dat betekent dat ze niet alleen in de tempels, maar ook op de rotsen zelf verbleven. Vierkante stukjes eruit gehakt, grote stippen op een rij,  kartels gemaakt aan de bovenkant, groeven. Waartoe? Driehoekige uitsparingen zijn waarschijnlijk plekken waar ze olielampje in konden zetten.

Het terrein is zo sfeervol, ook bij zonsondergang.  Dan wordt Krishna’s Butterbal een ovale zwarte schijf, er vliegen vleermuizen omheen. En elke keer vallen me weer andere dingen op in de uitgehouwen beelden. Zoals de omarming van Arjuna met een man. Dat zie je hier heel veel: jonge mannen lopen hand in hand of omarmd, ze kruipen soms bijna weg in elkaar. Ik denk steeds meer dat dit komt omdat een van de belangrijkste godenverhalen gaat over de vriendschap van Khrishna en Arjuna, en hun gesprekken, samen.

Wiki was in het food center nu kwaad op Sunjay. Daarmee werd hij van zombie, ineens weer een mens. Daar kan ik nog wat van leren... het lukt me amper om echt kwaad te worden op mensen die zomaar verdwenen zijn, uit mijn leven... Hij heeft geen respect, zegt Wiki nu. We waren close friends, we werkten samen, aten samen, sliepen soms samen (zegt dus niks over seksuele geaardheid, hier). Dan zaten we hier elke dag wat te drinken en hij heeft niks gezegd! Als hij beter werk in Chennai heeft gevonden, I do not mind, you’re free to do, go!, maar niks zeggen: ik heb hem nu twee dagen lang overal gezocht... Ja, hij was kwaad, en hij had pijn, zei hij.

Ook het criterium van de baas is: respect hebben voor elkaar. Ali, de tea-master kan rustig een of twee maanden nu wegblijven, zijn plaats blijft voor hem gereserveerd. Maar Sunjay is dus niet meer welkom... Ik begrijp Wiki’s pijn zo goed. En ik zie mijn eerste neiging weer, om het toch goed te praten van Sunjay. Dat die misschien bang was om te praten... enzovoort. Maar ik slikte mijn woorden  in. Wederzijds respect is inderdaad de basis van alles, er is mental iets met je aan de hand, zoals Wiki zegt, als je dat niet geeft, aan elkaar. Maar mijn warme gevoel voor Sunjay blijft even groot...

zaterdag 23 maart 2019

Zonsopgang, visserij

Vanochtend dan voor het eerst de zonsopkomst gezien. Ik heb het nog nooit zo  druk gezien op het strand. Vol Indiërs. Naast elkaar zittend en wachtend. Drie jongemannen deden yoga, iets leek op de zonnegroet, in het begin zingend, later ook klanken uitstotend en hard lachen. Er waren ook veel vissers en ik zag voor het, eerste vissersvrouwen op het strand  die in de boten keken naar de vangst van de ochtend, heel grote vissen alvast opzij leggend op de rand van de boot.

Verderop weer de mannen met het touw, al trekkend. Ik besloot het te zien totdat het voorbij was. Ze bindend zichzelf met een dunner touw, vast aan het grote touw en trekken, deels dus met het gewicht van hun lichaam. Als ze bij het einde zijn gekomen, waar het touw wordt opgerold, daar waren ook drie vrouwen actief, dan maakten ze zich los liepen naar voren naar de zee en bonden zich weer vast. Wat een geduld, dit was zeker het eerste uur, het beeld. Toen kwam er een boei aan het touw in zicht en langzaam maar zeker netten, die aan het touw zaten.

Het was dus een groot sleepnet en toen, een eindje verderop, begonnen er ook meer dan tien mannen aan een touw te trekken. Ondertussen voer er ook een bootje de zee op. Uiteindelijk bleken de twee touwen één groot net te vormen en in de lus zat de vangst. Meerdere mannen waren tot ver over hun middel in zee, sloegen op het water, maakten schreeuwgeluiden. Ik denk om de vissen die in de lus verzameld waren, binnenboord te houden. De vangst: een hele grote blikken kom vol kleine zeerogjes en verder kleinere vissen.

De allerkleinsten werden eruit gesorteerd, die leken gratis weggegeven te worden, meerdere vrouwen schuimden erom heen. Ik herkende ze wel, ik denk dat deze verblijven in de stukken strand waar niks is, alleen omheinde muren. Sommige zijn broodmager, ik heb al vaker een vrouw in de verte het bedelgebaar naar mij zien maken; met een hand even naar voren en daarna alsof je iets in de mond stopt. Alsjeblieft, eten, is dus de vraag... Elke man die aan het touw heeft getrokken, kreeg tien vissen. En ze werden ook verkocht, een plastic zak vol voor 100 rupi zag ik.Gek , hoe snel het zo druk was: met mobieltjes zal wel doorgegeven worden, dat de vangst op het strand, binnen is, denk ik.

Best een spektakeltje om zo te aanschouwen. Er zijn, met zijn allen wel 45 mensen bij betrokken en toen de vangst binnen was,werd het dus nog drukker. Één man deelt de vissen uit, die op een groot geel zeil werden uitgespreid. Al dat touw getrek gebeurt in stilte, sommigen paften er een rokertje bij, nu werd er druk gepraat, ook op discussietoon. Eromheen vrouwen en oudere mannen die tussen de benen door, de vissen die wegsprongen, gauw voor zichzelf hielden. 

Ik zat of stond op het strand en werd op een gegeven moment gevraagd om aan de andere kant van het touw te gaan staan. Toen had ik nog niet door, dat die andere mannen in de verte die ook aan een touw waren beginnen te trekken,  dus deel waren van hetzelfde net. Hoe wordt dat in de nacht uitgezet? Het gaat ver, ver de zee in. Hoeveel boten zijn ervoor nodig om dit te bewerkstelligen?

Ik vind het wel iets moois hebben, dat dit een gezamenlijke krachtsinspanning is, je hebt elkaar nodig om dit voor elkaar te krijgen.En dan moeten de netten weer drogen op het strand en opgevouwen worden, ook samen aan het werk en ik heb hier nog nooit een visser alleen netten zien boeten, ook dat gebeurd in groepjes. De tractor die op en neer rijdt om de boten het strand op te trekken, de mannen die de boot aan het katrol aan de ene kant vastmaken, alles doe je samen.

De tractor is een paar dagen uit de running geweest en daarmee was het strandbeeld helemaal veranderd. De boten stonden niet meer keurig naast elkaar in het gelid, maar waren schots en scheef over het hele strand verspreid, al naar gelang waar de branding ze bracht. Ik kon daardoor beter in de boten kijken. De meesten zijn ook van binnen kleurig beschilderd, met allerlei motieven. Bij één bootje zag ik bij het blauwe voorsteven, een kruis, het ohm-teken en de islamitische maansikkel en ster bij elkaar, goudgepenseeld. Dat vind ik nou leuk.

vrijdag 22 maart 2019

Sunjay is weg

Sunjay is dus verdwenen. De laatste keer dat hij in het food center was, was op zijn vrije dag, toen hij mij op een ijsje trakteerde. De volgende dag verscheen hij niet en tot nu toe nog steeds niet. Wiki loopt als een zombie rond. Gisteravond laat kwam ik hem op straat tegen, hij rook naar alcohol. Sunjay... zei hij, ik heb respect voor hem, hij is een betere kok dan ik, maar er in mental iets met hem, Waarom heeft hij niet gepraat, wat hem dwars zit, de baas zegt dat ook.

Maar die baas heeft onlangs zijn ganse personeel uitgescholden en Sunjay was daar kwaad over geworden. Het is de tweede keer dat dit gebeurt: een paar maanden geleden was hij ook niet teruggekomen na een vrije dag. Wiki had hem overal gezocht en toen stond hij ergens anders te koken, voor veel minder salaris. Wiki had hem overgehaald om weer terug te komen. Ook nu is Wiki langs al zijn vrienden gegaan, naar niemand heeft Sunjay meer gezien...

De laatste keer dat hij er werkte had Wiki juist de geschiedenis van hun vriendschap verteld. Hoe belangrijk ze voor elkaar waren... Sunjay kan niet alles in het Engels volgen, maar hij brak in het gesprek. Hij keek me aan en zei You are in my heart... always en hij legde  zijn hand op zijn hart, I will never forget you. Dit zie ik nu steeds voor me. Zijn doorborende zachte ogen, zijn glimlach. Wist hij toen al vaag dat hij weg zou gaan? En dan het ijsje de volgende dag, waarna hij naar huis ging. Het krijgt nu een geladenheid. En dat zijn laatste woorden naar mij waren Yoú are good.

Nu wil ik ook maar het liefst naar huis. De ziel is uit het food center, al proberen Babu, een jong jongen die in de bediening staat en Gowinda, zijn oudere broer het op te vangen, Babu maakt huppelpasjes en Gowinda lacht ineens voluit naar me. O, Sunjay, waar ben je? Hij heeft geen vrouw en kinderen. Wat ging er allemaal door je heen? Waarschijnlijk ben je al langer niet tevreden met je werkplek. Heb je maar niks gezegd tegen Wiki, omdat je anders toch weer zou blijven? 

India is zo’n groot land. Ook jij kwam uit Nepal om hier te gaan werken. Ali, mohammedaan is nu terug naar Assam, dat is vier hele dagen en nachten met de trein, Ali moet in zijn eigen staat gaan stemmen, hij heeft een vrouw en twee kinderen. Hij blijft een maand of twee maanden weg, hij heeft daar ook nog een stuk landbouwgrond. Hij kan altijd terug komen. Sunjay ook nog steeds.

donderdag 21 maart 2019

Happy Holi

Ik kwam er notabene achter via de app Nu.nl: dat de Hindoestanen in Nederland het Holi-feest vieren, ze gooien dan allemaal gekleurd poeder over elkaar heen, het is bij volle maan en de lente wordt ermee ingeluid. Dan moeten er hier in India natuurlijk ook feesten zijn, al zijn hier geen seizoenen, maar in het Noorden wel weer. In feite is Holi gekoppeld aan oude verhalen over goden. Zo is Pasen tenslotte ook geen lentefeest....

Vandaar  dus dat de vrouw met de doeken, bijna drie weken geleden al wist dat ze naar Tiruvennemelai zou gaan, bij volle maan. Ik kwam haar om half drie tegen op het strand. Ja, ze was afgelopen nacht geweest, rondom 1-2 uur in de nacht begon iedereen te lopen, om de berg heen,  14 kilometer, ze zei dat er wel een miljoen mensen waren. Dat is dus de nacht vóór de volle maan. Ze was met 5-6 mensen met de tuktuk gegaan en 's ochtends weer thuis gekomen. Wat een conditie, 's nachts niet geslapen en dan de volgende middag  alweer op het strand. 

Aan een verkoper op het strand, met zijn winkeltje bij de hekken van een resort waar geen mens te bekennen was, vroeg ik ook naar Holi. Hij zei dat hij bij zonsopgang eerst naar de tempel ging en daarna thuis nog eens Pura, nog voor het ontbijt. Tussen 6 en 8u zou er dan in de tempel een feest zijn. Deze verkoper was overigens vóór de tsunami visser. Hij was op zee toen het gebeurde en heeft er een verbrijzelde heup aan overgehouden en er zijn toen doden gevallen, maar hij was God dankbaar nog te leven. Die tsunami heeft de zee hier veranderd, heb ik al vaker gehoord: in Kerala zijn er sindsdien overstromingen en de cyclonen en hoog zeewater in de moessontijd hier heftiger. 

Dus ik dacht rond zes uur bij de tempel te gaan kijken. Er was niks te doen. Misschien dat ik verkoper-visser verkeerd begrepen heb, dat deze sprak over zijn dagelijkse gebedspraktijk? In de tempel waren alle beelden wel extra feestelijk aangekleed, kleurige doekjes met gouddraad, bloemenslingers om, bloemetjes zorgvuldig geplakt bij hoofd en voeten en veel godenhuizen stonden open. Misschien was ik een dag te laat. Ik maakte een ommetje richting de ondergaande zon en toen weer het stadje in. War valt er toch altijd veel te zien! 

Ineens trommels en hoorns, ik keek achterom en daar werd een godheid behangen met bloemkransen en bloemen gedragen, omringd met wel twintig priesters in hun witte doeken met blote bast. Elke keer een korte stop: mensen lieten zichzelf en hun offerwaar zegenen, steeds met ook een halve kokosnoot en vuur op de schaal, een vrouw passeerde, op weg naar het steegje erachter, ik kreeg wat rozijntjes van haar en ze zei: Happy Holi. Dus toch! 

De Godheid, geflankeerd door twee hele grote parasollen en voor de troepen uit een man met grote schijnwerpers op een soort van bakfiets, werd de tempel in gedragen en vanuit het binnenste van de tempel kwam er een andere godheid op een draagbaar en beide ontmoeten elkaar en werden uiteindelijk naast elkaar op één altaar samengebracht met een vuur ervoor. Vele rituelen volgden, de Goden werden eerst aangekleed met  bloemen, potten rijst aan hun voeten gelegd, die op het einde werd uitgedeeld aan de mensen die eromheen zaten, evenals de bloemkransen,  deels door henzelf eerst gegeven.

Vuur walmde, wierook geurde, vuur rookte, wierook walmde, muziek stopte, priesters prevelden, muziek klonk weer, priester maakten foto’s met hun mobieltje, de goden verdwenen in de bloemenpracht, de goden waren weer naakt en werden onder de arm weer weggevoerd, een grote cirkel in drie verdiepingen met gekleurd poeder in vakjes ernaast en daarbinnen smeulende as. Ik heb het hier niet meegemaakt dat er met dat kleurige poeder wordt gegooid.

woensdag 20 maart 2019

Veilig? - glijdende schalen

Dit is natuurlijk wel heerlijk: wakker worden rond kwart voor zeven, zonsopgang dus  gemist, en dan denken:  ik heb zin in een lange strandwandeling, en dat vervolgens kunnen doen. Een leeg strand, de branding en na driekwartier neerzijgen in het zand en in de witte schuimkoppen staan. Er verscheen een bewaker, ik kon er rustig blijven was de boodschap, als ik hogerop ging, ligbanken in de schaduw van het Golden Sun Hotel / Beach resort, dan moest ik vanaf 10u een entree betalen van 150 rupi. Maar ik wilde niet hogerop, ik zat daar bést zo en het voelde veiliger aan, nu ik wist dat er daar ergens iemand toezicht hield.

Hij had een uniform aan en als dat niet zo was geweest, dan had ik daar geen uren doorgebracht, want je weet het toch maar nooit, helemaal alleen op een strand zijn met een man in de buurt, dat doe ik niet. Alweer eventjes geleden, ik ben hier alweer bijna drie weken!, had ik nog geen zin om in de avond het strand te verlaten. Er zat een gezin in het bijna donker, dus ik dacht: als ik bij hen in de buurt ga zitten, is het wel oké. De vrouw ging met de twee kinderen pootjebaden, de man sprak me aan. Het voelde meteen aan als niet helemaal kosjer. Maar dat kon toch niet, hij zat er met zijn familie! En toen kwam dus de vraag of hij mee mocht naar mijn kamer. Ik zag zijn vrouw, 15 jaar jonger, wist ik al, vanuit de zee naar ons kijken.

Maakte ik hier in een oogwenk mee, wat er ook in India gebeurt: een totaal disrespect voor vrouwen , opgesloten in hun gearrangeerde huwelijk en de man doet wat hij wil? Nog steeds bestaat er bij wet gėėn verkrachting binnen het huwelijk. Andere vormen van verkrachting wel en er is een stijging in de aangifte ervan. Waarschijnlijk niet omdat er meer verkrachtingen plaatsvinden, maar omdat vrouwen mondiger zijn geworden om het te melden en er veel meer vrouwelijke politieagenten zijn. Dacht die man nou écht dat ik ja zou zeggen? Please, please, hield hij aan, en toen ik opstond om weg te gaan, greep hij mijn hand en drukte die ongeveer fijn. Denk je er veilig te zitten...

Transgenders blijken erkend te zijn in India als het derde geslacht, er zijn er meer dan vijf miljoen en op de Kumb Melai van 2019 komen er tweeduizend, ze krijgen eigen toiletten en voorzieningen, las ik in een boek. Maar homoseksualiteit is nog steeds strafbaar. Er is een gay-prins die uit is gekomen, door zijn familie onterfd is, maar toch nog wel geld genoeg geeft om een veilig paleis in te richten waar de LHBT-gemeenschap welkom is. Hoe ik dit weet? O.a. door korte filmpjes van de BBC.

De vissers hier op het strand, voelen allemaal aan als veilig. Ze doen gewoon hun ding en laten de westerlingen hun eigen ding doen. Soms staan ze met zijn tienen aan een dik touw te trekken, ze zijn dan bezig een heel grote vis te vangen, weet ik van de vrouw met de doeken. Dat kan lang duren, langs een heel stuk kustlijn. Een keer zag ik ze dichterbij komen, wilde mijn boeltje al pakken, maar ze gebaarden dat ik kon blijven zitten, ze gingen met het touw over me heen. 

Afgelopen zondag was ik voor het eerst op ‘mijn stuk strand’, komen er twee jongens aan die vragen of ze hun spullen, een shirt en een mobieltje bij mij op mijn doek mogen leggen, kunnen ze in de branding spelen. Ik twijfel, zegt de ene: Ik weet wat je denkt, maar zo is het niet, vertrouw me, ik wil alleen dat mijn mobiel niet in het zand komt, I don’t want anything from you, only your heart. Ik schoot in de lach, hoe kon ik uit mijn goeie hart nou weigeren dat ze hun spullen even kwijt wilden? 

Maar ja, het werd een verhaal met een glijdende schaal. Ze begonnen inderdaad in zee met het overgooien van een oude boei. Toen kwam hij vragen of hij me niet stoorde en alles oké was, toen vroeg hij een vuurtje en of ik ook wilde roken, nee dus. Ze bleken uit Chennai te komen en op mijn
vraag waarom ze niet gewoon naar Marina Beach gingen vertelde hij dat zijn moeder hem kon volgen  via een app op zijn mobiel en ze nu dus wist dat hij 56 kilometer verder was en ze hem dus niet naar huis kon roepen. Hij begon mij met moeder aan te spreken, dat mag toch wel hé, vroeg hij.

Vervolgens ging hij een vuurtje zoeken en was hij uit zicht. Komt zijn kameraad met wat dolle ogen, zag ik nu, voor een praatje. Verdorie, ik wilde rust en kunnen lezen. Andere jongeman komt weer terug: sorry hoor... hij is dronken. Zelf hield hij van extacy pillen en LSD en Meth, kende ik dat, dat was in Nederland toch legaal? Actually, zijn vriend werkte bij een pompstation en hij bij een transportbedrijf, maar in zijn vrije tijd was hij diskjockey van psychedelische muziek en hij was naar Mahabalipuram gekomen om een paar internationale collega’s te ontmoeten, hij had die bijeenkomst nét achter de rug.

Ik begon er een beetje genoeg van te krijgen en dat voelde hij direct aan. Wil je dat we weggaan, zal ik mijn spullen weghalen? Ik zei volmondig: JA. En toen vroeg hij: Is there any chance that I can kiss you? Néé, riep ik en: Now you GO! Wilde hij nou zijn moeder kussen? Wat was nou vanaf het begin af aan de bedoeling geweest? Of is dit een tè westerse vraag omdat het erop lijkt dat Indiërs met gemak in veel verschillende verhalen tegelijk kunnen leven?

maandag 18 maart 2019

Ijsje, bestaansschaamte

Zo lief... Sunjay had een vrije dag, hij zou met de vroege ochtendbus naar Chennai gaan om daar zijn mobieltje te laten repareren. Dus ik had hem niet verwacht. Bij aankomst stonden de mannen in een kringetje buiten te praten. Maandag is de meest rustige dag, maar sowieso lijkt met elkaar praten een onderdeel van het werk. Springt Sunjay plotseling tevoorschijn, hij is de kleinste van allen, hij was bij de kapper geweest.

Ik herken je bijna niet, zei ik, je lijkt veel jonger! Je had toch vrij? Hij straalde terug. Ik bestelde eten: een dosa en of ik er een bordje met alleen maar groenten bij kon krijgen. Jongere broertje van de baas nam de bestelling op, maar zoals altijd komt Wiki dan nog een keer precies vragen wat ik wil. En toen kwam Sunjay naar me toe en die zei dat hij me op een ijsje wilde trakteren, als ik het goed begreep. Dus eerst bracht hij me een kommetje soep, toen kwam al het eten, en hij kwam met een verpakt ijshoorntje aan. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik het graag als  toetje wilde, maar ze begrepen het niet, het gezicht van Sunjay betrok al, dat wilde ik niet.

Dus daar zat ik dan, in de linkerhand aan het ijsje likkend en met de rechterhand Dosa afscheurend en in de sausjes dopend en met een lepel de groenten op Chinese wijze, tjap tjoy, van het bordje lepelend. Good communication! zei Wiki. En Sunjay liep meerdere malen langs me naar het keukentje achter en weer terug, maar keek me niet aan. Uiteindelijk zei ik, het ijsje omhooghoudend: Good!!! Meteen die verzengende glimlach waarbij zijn ogen me doorboren: You are good! zegt hij, we houden elkaars blik even vast en toen liep hij door.

Sunjay roept spontaan heel warme gevoelens bij me op. Het is alsof ik hem al heel lang ken, uit een vorig leven ofzo. Dat we dat met een blik van verstandhouding tot leven wekken, Gisteren vertelde Wiki dat Sunjay geen Engels kan omdat hij al vanaf zijn twaalfde is begonnen met werken. Ze komen beide uit Nepal; door Gandhi is het mogelijk gemaakt dat er vrij woon- en werkverkeer tussen beide landen is, die beschouwde Nepal als het jongere broertje van India. Wiki en Sunjay kennen elkaar al vijftien jaar, zijn elkaar in een hotel in Chennai tegen gekomen met slecht salaris en werkomstandigheden en besloten toen om samen hun geluk te beproeven in Mahabalipuram. Ze eindigen elke dag met een klein flesje alcohol dat ze mengen met water, dat flesje kost 160 rupi. 

Ik probeerde te vragen aan Wiki waarom Sunjay zo vroeg al is gaan werken, maar ik merkte dat de taalbarrière te groot was: hij begreep maar niet, wat ik vroeg: de verleden tijd duidelijk maken, het ging niet. Toen ik het probeerde door de zeggen dat hij vroeger, tegen de wil van zijn familie, op zijn vijftiende zelf gestopt was met  naar school gaan omdat hij avontuur zocht, maar hoe was dat dan bij Sunjay gegaan?, toen was de spraakverwarring compleet.

Wiki vroeg of hij niet naar Nederland kon komen om daar te werken, hij had een paspoort, hoeveel koste een vliegticket en een visum? Ik begon te vertellen over de refugees, hoe er vanuit Afrika zoveel mensen in bootjes  stapten, die op zee dood gingen... dat het helemaal niet mogelijk was om Europa zomaar binnen te komen. I understand... zei hij op een gegeven moment en hij liep naar voren. Onderwijl zie ik me dan die belachelijk rijke Westerling zijn, in een leven vol privileges, waar alles geregeld is vanaf de geboorte tot je dood... 

Ik denk dat bij Wiki de gedachte aan zomaar kunnen werken in Nederland en daarmee een zeer grote
sprong voorwaarts maken, wellicht ook gevoed is omdat ik hen foto’s van de Leemkuil had laten zien: dat ik met die hark daar alle bladeren had weggehaald. ‘Werk is werk’ was toen het commentaar. Kok-zijn is een hogere functie. En er liep nu een man rond die vijf jaar in Dubai had gewerkt als vrachtautorijder en zoveel geld had verdient dat hij hier een huis had gebouwd en een eigen soort van tuktuk heeft kunnen kopen en nu standaard zijn geld verdient met korte ritjes van het foodcenter naar de vijf Rajha’s, twee kilometer verder, 10 rupi per persoon, hij kan er tien tegelijk vervoeren en hij betaald 20 rupi voor een standplaats met de tuktuk voor een winkel, zodat hij zich kan onderscheiden van alle tuktuks bij elkaar bij het busstation. 

‘Vliegschaamte’ daar houden sommigen van ons in Nederland zich dan mee bezig, maar ‘bestaansschaamte’ zou de wereld zoals die is, meer recht doen. Zij vinden het bijzonder dat ik met hen wil praten en belangstelling toon, dat doen de meeste eters dus niet. Als ze het zelf te druk hebben met werk, klanten trekken en naar binnenloodsen vanaf de straat hoort daar ook bij, dan excuseren ze zich bij me. Een keertje was het eten too spicey voor me geweest en de dag erop had ik er geluncht, ook al best spicey en ze hadden bijna helemaal niet met mij kunnen praten, lunchtijd is de drukste tijd. Toen ik die avond niet was gekomen, Sunjay vroeg het nog: Kom je vanavond?, maar mijn buik zat nog te vol van de lunch, en ik dus de volgende avond pas weer verscheen zeiden ze dat ze even bang waren geweest dat ik niet meer zou komen. Friendship zeiden ze toen: Friendship comes from God!

zondag 17 maart 2019

Raar verhaal?

Vanochtend bijna raak: de zon was een halve bol die uit de zee oprees. Mooi toch, zonsopkomsten en -ondergangen. Ditmaal geen strand vol vissers.  Er was wel weer een heel grote schildpad aangespoeld, die al bezocht werd door kraaien. De vorige zag ik bij mijn aankomst, een paar dagen later was deze bijna door het strand verzwolgen. Ik herinner me dat op Fidji, het hebben van  een schilpad-schild een statussymbool was, de chief van het dorp had er één, hier niet dus. Het zou fijn zijn als deze tweede schildpad mijn vertrek van hier zou markeren...

Gisteren even een kort gesprek met een westerse vrouw. We waren elkaar de laatste dagen al vaak gepasseerd op het strand. Nu kwam ze naar me toe met de openingswoorden dat ik kennelijk een heel fijne meditatie-relaxvakantie had. Ik vertelde over mijn onbestemde status, alhier. Zij wekte de indruk  zo’n beetje in India te leven, maar ik kreeg er niet helemaal een beeld van. Ze kende iemand die al tien jaar met een verlopen visum hier leefde, nou dat was ik niet van plan, zij logeerde hier bij vrienden, voor hoe lang wist ze niet, want ze had een zieke vriend in Tiruvennamelai.

Daar heb je die stad weer, waar ik uit verdreven ben en waar ik het idee van heb, dat alle westerlingen er in een eigen soort van cocon leven. Toen ik aankwam en mijn eigen incheckverhaal zich nog moest gaan ontrollen, klampte een vrouw me aan, ze was anders mijn overbuurvrouw geweest, dat ze nog maar net was aangekomen, maar nu al ruzie had gekregen met een vriendin, op wier aanraden, ze juist naar Tiru was gekomen, dacht ze. Ik dacht: nou moet ik dus een week moeite doen om afstand tot haar te houden.

Ook deze vrouw kwam met een verhaal dat ze van haar goeroe, of iets dergelijks, iemand die dus ‘verder’ was dan haar, vernomen had dat binnenkort er een enorme bankcrash in Amerika zou zijn, die de hele wereld zou veranderen. Zij had, evenals die goeroe, in haar dromen een soort van lichtschepen aan de kust gezien uit een andere dimensie en een gouden bol waarop een klok, dat het twee voor twaalf was. Haar eigen horloge had meerdere malen  stil gestaan op twee voor twaalf.

Die bankcrash doet me meteen denken aan dat boek van Joris Luijendijk, Dit kan niet waar zijn, over de bankierswereld in Londen, waar blijkt dat het bankwezen een soort van zeepbel is, die als deze uit elkaar spat er inderdaad alleen maar chaos en anarchie zal overblijven. De hele westerse samenleving kan instorten omdat alles aan geldstromen is gerelateerd. Kan ik bijna begrijpen dat deze vrouw haar baan in Amerika heeft opgezegd, haar pensioen zal toch verdampen zei ze, en nu hier in India is, kennelijk wachtend totdat de klok twaalf uur slaat? Ze wilde heel graag weten wanneer dat  zou zijn, maar ook haar goeroe kon haar dat niet vertellen. Dat ‘Twee voor Twaalf’ doet me weer denken aan het klimaatdebat, waar er ook het standpunt is, dat we nú moeten handelen omdat er anders geen wereld meer zal zijn voor komende generaties. 

Waarom zou India dan een goede plek zijn om je te verschuilen? Omdat het hier zo makkelijk is om te zeggen dat God andere plannen met de wereld heeft dan wij kunnen bevroeden? Omdat er hier ruimte is voor zoveel verhalen en handelswijzen en iedereen elkaar daarin met rust laat? Wiki vertelde dat er in het Food Center allerlei Hindoes komen, die elk weer op een andere dag vasten en dan bijvoorbeeld geen vlees willen, want elke God die je aanbidt vraagt weer iets anders. Als ik het goed begrijp, is ėėn dag per week vasten, dus gewoon.

Dat naast elkaar staan van verhalen en ook gemoedsstemmingen, de eigenaar van dit Guesthouse kan bijvoorbeeld helemaal opgaan in een Bollywood-film op de computer en mij dan ongeveer negeren, ik moet dan vragen om zijn aandacht, om te willen betalen voor de kamer nota bene, en op een andere dag vanuit de verte te roepen: Ai, Sai Baba, Sai Baba! omdat ik op de eerste dag Sai Baba kende op de poster die tegen een kastdeur is aangeplakt. Hij kwam met het idee, toen hij zijn eigen C-Form  die ik nodig had, niet uit de computer kreeg, om een dag uit te checken en het ergens anders te krijgen. Toen ik zei dat dit niet mogelijk was bleek hij tot mijn verbazing, wel meteen iemand gebeld te hebben, die ik ook al eerder had gezien. Maar of dat nu zijn zoon was, die terug was van zijn weekend weg, ik weet het niet...

Juist die grilligheid geeft me het gevoel geen idee te hebben wanneer die Exit Permit er komt. Waarom had ik bij de eerste twee aanvragen de dag erop al een reactie en nu, een week verder, nog niks? Waarom is er op de officiële site geen enkele doorverwijzing naar dit kantoor van de immigratiedienst, zodat ik zou kunnen bellen? Waarom is de site ook helemaal gebouwd zó dat deze voorziet in: opnieuw aanvragen omdat de eerdere aanvraag alweer verlopen  is, redigeren van de aanvraag, toevoegen van nieuwe documenten bij de aanvraag? Enfin. Ik weet er niks vanaf. Punt.

Een visje & een boekje

Het is zo’n beetje mijn reis-concept: ik ben graag wat langer op één en plek want dan wordt het een plaats waar je even leeft en ook het leven om je heen, de mensen in hun doen en laten, binnen daalt. Ik wacht op het moment dat je zonder nadenken vanzelf gaat slenteren, zonder je bezig te hoeven houden waar je precies bent en welke straat ook alweer de juiste afslag is. En daarvoor is het ook leuk: elke keer weer kleine nieuwe ontdekkingen,  nieuwsgierigheid drijft mij dan voort, ik wandel tot mijn voeten het begeven.

Gisteren ontdekte ik dat de winkeltjes langs de shore temple verlicht zijn, helemaal tot op het strand en dat daar dan vrouwen vis bakken, die je op plastic krukjes kunt opeten.  Nog voor acht uur 's avonds werd alles opgeruimd, de vloed kwam op. In het donker met een enkel lichtje erbij het vermaak dat ik sinds Chennai heb gezien: ballonnetjes kapot schieten en blikjes gooien, en dit dus niet door  kinderen, maar door volwassenen.

Dus ik at een  visje, geserveerd met een halve limoen en gesneden rode ui, op een palmblad dat op een bordje wordt gelegd. Je kiest uit de uitgestalde schalen en dan gaat deze sissend in een grote wok. 'Dat is geluk, een gebakken visje eten’...  iets in die trant dichtte Marjoleine de Vos ooit en ik denk daar altijd aan als ik dat doe, of het nu thuis is bij de viskraam op de markt, of hier in het bijna donker op een strand in Zuid India. En ik voel het ook zo: dit is geluk.

Tot nu toe had ik geen boek hier gekocht bij Apollo, het kleine boekhandeltje hier. Ik ben alles gaan lezen wat ik in Chennai gekocht had zoals  Inspired Talks van Swami Vivekananda en uit Pondicherry van Sri Aurobindo & The Mother korte stukjes rondom het thema The Powers within en Monasticism van de Sri Ramakrishna Math. Veel ervan kan ik beamen. Al die gedachten en vormen van geloof staan allemaal in de traditie van dat wat ik hier iedereen bijna meteen hoor zeggen: There is only óne God, What you believe is up to you.

Ik wisselde dit af met het enige boek dat ik uit Nederland had meegenomen, een dwarsligger en gaandeweg wel aardig toepasselijk: Calamamiteitenleer voor Gevorderden, het debuut van Marisha Pessl. Aan het woord is de 18 jarige Blue, die haar levensverhaal opschrijft. Altijd op reis van stad naar stad, waar haar erudiete vader steeds een baan als universitair docent had, voor een seizoen ofzo. Zelf zit ze ook tjokvol gelezen boeken: elk hoofdstukje heeft als titel een bekend boek uit de  wereldliteratuur. Daarmee echoën er heel veel werelden en ook citeert ze, al vertellend constant uit allerlei boeken.

Het gaat ook over wennen in een nieuwe klas, de eerste kus en vrijen, de verhoudingen van haar met een docente en een exclusief vriendenclubje rondom die docente. En over haar vader, die vrouwen om zijn vingers wint, de tijdspanne van een affaire is ongeveer een maand, zolang als een Meikever leeft, en zo noemt ze  al die vrouwen  ook, die eenvoudigweg niet kunnen geloven, dat ze zomaar worden afgedankt en via Blue nog een voet tussen de deur willen zetten. Langzaam maar zeker voltrekt zich een grote calamiteit...en je weet er eigenlijk al wat van vanaf het begin , maar je vergeet het ook weer.

Vandaag was het dan zover: flaneren en Mahabalipuram of Mamalapuram, beide namen kunnen, wel zo’n beetje kennen. Nee, er was geen zondagse dienst in de open lucht kerk vlakbij de markt, naar de Bakery voor lekkere nog warme hartige broodjes en pasteitjes voor de lunch, nee; bananen en mandarijntjes heb ik nog niet nodig bij de vriendelijke man er vlakbij, bij Trysupermarkt een koud bakje kwark kopen en al lepelend, via achterafstraatjes, uitkomen bij boekhandeltje Apollo.

Daar heb ik me als het ware lid van de bibliotheek gemaakt. Het werkt als volgt, vertelde de boekhandelaar: je koopt een tweedehandsboek en die ruil je voor 50 rupi in voor een ander.. Er zijn hier westerlingen die wel een jaar hier wonen, sommigen bij een geliefde. Dit is de manier om veel te kunnen lezen zonder ballast. Je houdt wat je goed vindt, eventueel, dan koop je een andere om mee te kunnen ruilen.  Gewiekst als ik ben, kocht ik nu een goedkoop boek van een Indiase schrijfster om wellicht te eindigen met een veel duurdere. Tenzij morgenochtend de Exit Permit gegeven wordt, want dan gaat dit boek mee naar huis.

vrijdag 15 maart 2019

I carried it home

Gisterenochtend had ik toch nét de echte zonsopgang aan zee gemist. Werd wel spontaan vroeg wakker, keek naar buiten en dacht dat het nog wel eventjes zou duren. Even nog wat surfen op internet, de meest knullige dingetjes, ik kijk bijvoorbeeld naar reacties wereldwijd op het songfestivalliedje Arcade, dat mijn liedje van deze tijd hier is geworden, misschien door dat ene zinnetje: I carried, carried, carried it home. 

Dus de zon was al op en het was druk op het strand, vol vissers. Die hebben waarschijnlijk net hun vangst naar huis gebracht. Er kwamen op het rustige water, eb, nog twee mensen aangekanooed op, ieder een bootje van een paar oude latten hout, aan elkaar gebonden. Er zat een hengsel aan, zodat ze, al aan wal , met zijn tweeën elke kano verder het strand op konden slepen. Dit lijkt op pleziervaart, na het werk.

Op de markt, later op de ochtend, dus veel is waarschijnlijk al verkocht, ook veel grote vissen. Het ligt er zonder ijs, maar wie weet komt er nog wel een vrachtwagen met koeling uit Chennai ofzo, die het zal weghalen, want in de middag dan is het er leeg, heb ik al een keer ontdekt. Hele kleine visjes worden op matten gedroogd in de zon. Ernaast de vleesmarkt, kippen, dus. Het rook er ook naar een broeierige stal en dat bleek te kloppen: helemaal achterin twee ruimtes vol levende kippen, die nog net allemaal hun kont konden keren. De poeliers waren klaar met hun werk en zaten op de grond, in een van de slachthuisjes van een palmblad rijst te eten. Tenminste een groot vertrouwen in eigen hygiëne, maar ik zou het onverdraaglijk vinden om in die geuren van levende kippen en bloed op de grond te gaan eten.

Wiki had een vrije dag gehad, de eerste in drie maanden en hij had met vrienden, een stel met een kind, samen twee kippen gegeten, ‘3 and a half persons and two chicken’  én ze hadden er alcohol bij gedronken. Het klonk alsof hij zich volledig te buiten was gegaan... Dan denk ik aan al dat schranzen en drinken in het Westen en  dan is dit weinig... Ze vroegen naar de prijs van mijn iPad en ik had het nog bescheiden gehouden en 450 euro gezegd. Ze konden hun ogen niet geloven toen ze het in rupi omzetten. De intonatie van het bedrag, de grote ogen, alsof het om een miljoen ging, en dat is ook zo, als je dagloon van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat 11 euro is.

Het was voor hun geen fijne dag geweest. De baas had naar hen gescholden en zelfs het jonge broertje van de baas, die dit weekend weer veel ging dansen, was ervan onder de indruk geweest. Het bleek dat die middag vrienden van de baas er geluncht hadden en die hadden geklaagd over de slechte service, dat er geen respect was geweest en het eten niet niet lekker. Zelfs Sundjay, de man met zo’n zachte uitstraling, we verdrinken in elkaars ogen en glimlach, ook gisteren nog voordat ik dit allemaal hoorde,  was later kwaad geworden omdat hij het onterecht vond. En toen had Wiki zich ook nog eens in zijn duim gesneden. Bad friday zei hij.

En mijn dag was juist zo goed geweest, ik had lang op het strand gemediteerd, dat geeft zoveel helderheid en kracht. Ik visualiseerde me met gemak op allerlei plekken waar ik ooit gemediteerd heb en kwam tot mijn verassing ook in Nieuw Zeeland, bij een rots aan Lake Tekapo, die later een begraafplaats en heilige plek van de Maori bleek te zijn. Het is een rare tijd, hier. Ik kan zomaar snel een Exit Permit krijgen en dan wie weet met een nachtvlucht de volgende dag thuis zijn. Maar het kan wellicht ook lang gaan duren en daar moet ik me tegelijk ook op voorbereiden...

Mijn verhaal aan de immigratiedienst is niet fijn omdat ik in feite door misinformatie van hun in deze situatie ben beland. Als dat zich maar niet tegen me gaat keren...Dan zing ik maar weer I carried, carried, carried it home, met de gedachte erbij dat Home ook daar is waar het hart is. Dus ook op deze plek, hier en nu.


donderdag 14 maart 2019

Naar Kanchipuram

Ik ben in Kanchipuram geweest, het is één van de zeven heilige steden van India. Vier ervan heb ik nu dus bezocht: Varanasi, de stad van de heilige Ganges, waar doden worden verbrand aan de oever, Allahabad, waar drie heilige rivieren bij elkaar komen en de Kumb Melai is, Tiruvennamelai waar Shiva als een vuurkolom verschenen is. Daar is het de bedoeling dat je er je eigen ego laat vernietigen, en iets daarvan heb ik ervaren, toen ik gezien werd als iemand die potentieel anderen in de gevangenis zou kunnen brengen, ik was er niet welkom. En nu dus Kanchipuram. Het heeft vijf heel grote tempelcomplexen, gewijd aan Shiva of Vishnu.

Ik heb er nu twee van bezocht, die op wandelafstand van het busstation waren. Kanchipuram bleek een héél grote en drukke stad en sommige tempelcomplexen liggen vijf kilometer verder, aldus de tuktuk rijders die je graag een rondtoer willen laten maken, voor 800 rupi, de tempels gaan om 12.30 dicht, dus met westerse snelheid zou je gebruik van ze moeten maken. Ze hebben daartoe een visitekaartje op zak, met de afbeeldingen van tempels erop. Als je zegt dat je wilt wandelen, dringen ze niet erg aan en wijzen je de weg. 

De bus zo’n 50-70 kilometer, kost 100 rupi op-en-neer en zat halverwege de vroege ochtend helemaal vol schoolkinderen die in plukjes instapten. En vrouwen met een pasje bij hun middel, die allemaal te samen vlak voor Kanchipuram uitstapten, en mannen, in het begin van de rit met de ochtendkrant. Spitsuur: maar dan in een bus die muziek draait en er wordt geanimeerd met elkaar gepraat. Het meisje naast me was wel geheel verdiept in haar mobieltje, op het laatst keek ze naar mooie horloges. Ze keek niet op toen een ander meisje haar rugzak ook bij haar op schoot legde. 

Wat was het eerste tempelcomplex Sri Varadharaja Permural groot en goed onderhouden met bloeiende bomen en struiken. De tempel is gewijd aan Vishnu en heeft een lange, lange geschiedenis vanaf 800 na Christus. De Pallava’s zijn begonnen met de bouw, en alle daar op volgende dynastieën zoals de Chola’s, hebben erop voortgeborduurd. Het is met talloze legenden omgeven en bewaart, ook onder water in de tank met vier spuitende fonteinen, veel  heilige voorwerpen. Nu was er een grote bijeenkomst van 184 priesters, die in de tempelhal zaten, daar kun je nu dus niet op. Priesters aan het werk zien er altijd bezweet uit, bezig met vuur en wierook en gezangen  en zegenen van mensen. Nu, rustig zittend, rondwandelend, en later reciterend , was de sfeer eerder intellectueel. Het is een samenkomst die duurt van 11-18 maart, waar ook the divine words van een huidige swami, te horen zijn, hij zal spreken, lees ik op een aankondiging.

Het andere tempelcomplex Kailasanathar, de Heer van de kosmische berg, gewijd aan Shiva, was, schat ik in, een soort van Vaticaanstad of beter gezegd, de basiliek van Rome, door de Pallava’s gebouwd van 685-705 na Christus, uit zandsteen en bestaande rotsen aldaar. Het moet ook helemaal beschilderd geweest met fresco’s, maar daar was weinig van over. Er zijn 58 altaartjes gebouwd in de rondgang met veel leeuwen. De tempel is nog steeds in gebruik en deze tempel met de bergvorm is het voorbeeld geweest voor alle tempels in Zuid India.

Poeh. Het is zoveel aan indruk en oudheid! Ik genoot daarna van de stadse drukte, weer heel andersoortige indrukken, terwijl ik druiven bij een stalletje had gekocht. Ik zag voor het eerst dat de grote hoorns van ossen die fruitkarren trekken hier beschilderd waren. Een paard met wagen dwars door de zwerm van scooters heen. Een soort meloenen die ik nooit eerder zag. Kleine huisjes met golvende gepottenbakte dakpannetjes, zo leek het, geklemd tussen de hoge moderne winkelgebouwen. Leuk om te ontdekken dat ik me in al die drukte gewoon op me gemak voel, al lopend druiven oppeuzelend.

En toen met de bus weer terug. In de bus kwam een transseksueel of transgender, bij het grote tempelcomplex stonden er ook twee en die noemden zichzelf zo, ze vroegen geld voor sari’s. Ook deze vroeg geld, werd ook toegelaten in de bus en kréég ook geld. Ze zijn op het mollige af, misschien om zo vrouwelijke vormen te creëren, ad rem en cheeky.  Ze gaf me een kneepje  in mijn arm, toen ik niks gaf... Die bij de tempel wilde ik wel iets geven,  maar ze vonden het niet genoeg en liepen weg. Zouden trans-mensen een speciale status hebben in deze stad?

Er is een rechtstreekse bus, maar die was al weg toen ik 's ochtends vroeg kwam, ik ben geneigd om officieel info die ik bij een loket had gevraagd, voortaan met een korreltje zout te nemen, na ook alle ervaring rondom mijn visum. De bus van 6.40 was om 6.15 vertrokken, hoorde ik nu. Dus dan een bus met een overstap, maar dat betekent twee zijden van een driehoek bereizen, in plaats van die ene, als het  rechtstreeks is. Op de terug weg hetzelfde recept.. Helemaal niet erg om in een bus zonder ramen van de wind te genieten, op het heetste moment van de dag, tussen 14.00 en 16.00.  Daarna een frisse duik in zee. Nu ik hier toch ben, kan ik er maar beter het beste van maken.

woensdag 13 maart 2019

Good Luck, Bad Luck; Take your Time

Good Luck! wensde ik de vrouw met de doeken toen ze vanochtend op het strand was. We geven elkaar altijd een hand en dan vraagt ze: How are you? En zij zegt dan ook Good! terug, ze heeft zo’n heldere blik, zie ik elke keer weer. Dan zegt ze dat ze maar eens naar die mensen verderop gaat en later terug zal komen. ‘Die ene vrouw, die daar zit die maakt alleen gebaren dat ik moet verdwijnen’, ze deed het voor, zoals je dat doet als je ongedierte wegjaagt,’ terwijl ik alleen maar làngs  haar loop.’ Ze schudde haar hoofd met het gebaar van een draaiende vinger bij haar hoofd: She is a bit crazy, zei ik en we lachten.

Good Luck! zei ik dus, en zij reageerde met: Good Luck.... Bad Luck... en een gebaar van open handen gericht naar de hemel. En ik zeg iets terug dat we het inderdaad niet in eigen handen hebben, dat God het geeft en ze knikt en we lachen weer. Nooit zal ik in Nederland snel ‘God’ erbij halen, maar hier is het onontkoombaar. In elk klein gesprekje zit iets heel directs en filosofisch.

Bij de man die een spervuur van vragen had en ik ze ook allemaal eerlijk beantwoordde, komt dan dus,tevoorschijn dat ik een alleenstaande vrouw ben, zonder kinderen. Dat is vanuit Indiaas perspectief heel zielig en écht niet de bedoeling. Ik was wel benieuwd hoe hij zou reageren. Zijn spervuur staakte, het was even stil en toen vroeg hij: Are you happy? Toen ik dat bevestigde zegt hij: dat is het enige dat telt en belangrijk is, dat je zelf gelukkig bent en in vrede leeft. De maker van mijn beeld gaf me een hand en vroeg wanneer ik weer vertrok. Ik zei, naar waarheid: I do not know. Hij reageert met: Take your time. Ook hij heeft van die felle, doordringende ogen.

Tja: neem je tijd in het niet-weten, dat is nu mijn uitdaging. Bij de vorige twee aanvragen van de Exit Permit, kreeg ik de volgende dag al een reactie. Dus nu, bij de dérde aanvraag dus, ging ik daar al een beetje van uit. Maar nu is het twee dagen later, en nog geen bericht... Waarom was ik alweer naar India gegaan? Ik hoopte ook te kunnen mediteren op een goede plek. Ga dus je gang, Mirjam,... Good Luck, Bad Luck, het is niet in mijn handen.

dinsdag 12 maart 2019

Couples; Mahabalipuram tegenover Tiru

Vanochtend op het strand verbleven, vlak voor het chiquere resort dat tegen het oorspronkelijke vissersdorp Mahabalipuram grenst. Geen gast te bekennen, gisteren zag ik er eentje, maar er loopt wel heel veel personeel rond. Zoals vijf  vrouwen in legergroene uniformen, die de  tuin bijhouden. Er schijnen ook plannen te zijn van Raddison, een sjieke hotelketen, om hier te bouwen. Er zijn genoeg lege ommuurde terreinen, eentje zou van hen kunnen zijn. Chique zonvakantie aan Indiase kust, all-inclusive, ofzo?

Het is zo rustig overal, maar met enkele westerse toeristen. Op het strand ben ik grotendeels alleen. Volgens Wiki (B.K. blijkt het te zijn) is het in het hoogseizoen, december en januari overal afgeladen vol. Er zijn hier twee hallen, waar je zij aan zij, voor 50 rupi kunt overnachten. Maar dan weet je nooit of het wel veilig is. Kamers die goed zijn, beginnen bij 800 rupi, dat betaal ik dus. Dan zijn er ook kamers van rondom de 500 rupi en die worden veel door couples gehuurd. Soms maar voor enkele uren, maar dan betalen ze wel de volle mep. Vorig weekende zat er in de foodcenter een stel, elke keer als ik er ook at. Zij deed het woord, liet speciale dingen klaarmaken, ‘Dat is een couple’ zeiden de mannen,maar ik begreep de impact niet.

Couples zijn dus jonge stellen die in het weekend kamers huren. 80 procent van alle huwelijken is gearrangeerd, dus wat moet  je dan als je verliefd wordt? Modern en traditie gaan dus hand in hand... het fenomeen couples is bij iedereen bekend. Ook in Pondicherry puilde het in het weekend uit van jongelui. De vrouwen nooit in sari, en allemaal met mobieltjes. Dat zoveel mensen een mobiel hebben en veel bellen, ik zag het ook in de kleinste gehuchten in Noord India, komt, zoals het lieve echtpaar in Chennai me vertelde, (wat lijkt dat lang geleden...), doordat voor 450-500 rupi per maand je onbeperkt gratis met een telefoon kunt bellen en je ook 1 GB op internet krijgt.

Wiki heeft meer dan 3000 vrienden op internet, ook veel in Singapore en Thailand, hij zat vaak tot vier uur in de nacht te chatten, maar zijn telefoon is van een hoogte naar beneden gevallen, dat had mij ook kunnen gebeuren, en nu doet hij dus niks meer. Dat is zowel goed als slecht, zegt hij. Now, everything is peacefull... hij werd ook een beetje gek van al dat gechat. Ik geloof dat hij toch niet elke dag met zijn familie contact heeft. Een foto op Facebook toont een schattig meisje dat sprekend op hem lijkt, maar het is wel een foto van vier jaar geleden.... Misschien gaat hij rondom Kerstmis naar Nepal. Maakt hem dat tot een van de miljoenen gastarbeiders in eigen land?....

In de tien jaar dat hij nu hier werkt, heeft hij  nog nooit gehoord dat er iets ernstigs is gebeurd. Hij had me 's avonds rond tien uur de weg gewezen naar het festival, achter de vuurtoren, waar zijn baas al dat gratis eten voor had gegeven. Ik had het niet bereikt, het was overal pikdonker op straat, ik hoorde ook geen muziek of stemmen, vroeg me af of het wel veilig was. Ik had toch iets gemist, hijzelf was na 23.00 , na het werk nog gegaan en toen was het er nog druk.

In Tiruvennemalai, waar mij toegang tot de geboekte kamer geweigerd werd, was er dus een westerse vrouw door drie mannen verkracht. Dat daar zoiets gebeurd en hier misschien niet, begrijp ik ergens wel. Tiru is een heilige stad voor de Hindoes omdat op de berg, Shiva als vuur verschenen is. Het trekt zeer veel mensen: de vrouw met de doeken vertelde dat ze er de komende volle maan ook heen ging en rondom de berg ging pelgrimeren. 14 kilometer in de nacht, samen met duizenden anderen.

Naast deze drukke Indiase stad, zijn er de westerlingen die komen voor de ashram van Ramana Maharshi, die 20 jaar zwijgend gemediteerd heeft in Tiru en daar de verlichting heeft bereikt. Die westerlingen verblijven in de ashram of in één van de vele huizen die daaromheen zijn gebouwd. Ook ik had anders op zo’n plek gezeten. Die westerlingen mengen zich dus niet met al die pelgrimerende Indiërs, zo vormen een enclave aan de rand van de Indiase werkelijkheid. En een rijke enclave van longstayers wekt ook jaloezie, vrees ik.

Hier, een dorp of ondertussen een klein stadje, aan het strand, hier brengen de toeristen een nieuwe geldstroom. Iedereen vaart wel bij al die westerse toeristen die graag lekker willen eten en leuke souvenirs willen kopen. Dat is alleen maar extra, naast de visserij. En er komen dus ook heel veel Indiase toeristen want de  beelden in steen in de rotsen en de tempeltjes, hebben wereldfaam. Wie weet wat er nog allemaal onder het zand verborgen ligt? De tsunami van 2004 heeft nieuwe dingen blootgelegd, en de vijf Ratha’s, zijn ook maar per toeval door de Britten ontdekt in de 19e eeuw.

Tiru is een heftige stad, met een berg van vuur die midden in het land oprijst. Mahabalipuram heeft ‘poëzie in steen’ las ik ergens, met de Golf van Bengalen als bewegende danspartner, zou ik zeggen. Het zindert hier ook van die oude cultuur van de Pallava’s, voor wie de zee ook heilig was. Daar wil ik best in meegaan, liggend aan zee.

zondag 10 maart 2019

Arcade, tomboymeisje

You looking very happy and relaxed... I hope you enjoy your stay, zegt een modern Indiaas meisje tegen me in het voorbij gaan, in witte shorts en blouse.Ja, daar zat en lag ik half in het warme zand, in de laatste schemering van de dag. Ik had net even gedoucht na een lange wandeling op-en-neer in de andere baai. Natuurlijk blijft het wel wat spannend rondom die Exit Permit, wanneer rolt dat formulier hier nu uit de computer? Druk zetten heeft geen enkele zin. He is doing Puja, kreeg ik een keer als zeer traag antwoord, hij zit dus bij zijn huisaltaartje. En komt er daarna niet nóg een duiveltje uit de doos?

Maar er is eigenlijk geen betere plaats om te wachten, dan hier. Ik geniet ook zo van die zoele avonden... en zee en strand maakt me altijd wel gelukkig. Als ik dan zie dat het in Nederland rond de tien graden is met regen en bewolking... Nederland lijkt op internet dichtbij. Ik weet nu wat de Nederlandse inzending is voor het songfestival, mooi liedje Arcade, vind geloof ik heel Nederland en ik ook. Het raakt aan verschillende gemoedstoestanden, het past dus ook best bij mijn situatie. En als ik dat dan bekeken heb en hier weer de deur open doe en de palmbomen zie wuiven... In mijn tuin staat de ribes al in bloei, mailden de buurtjes. Voor mij altijd hét teken dat de lente echt in aantocht is en die lente wil ik niet graag missen.

Vandaag bleek dat wat ik voor een grote moskee had aangezien in de uiterste punt van de andere baai, een kerncentrale te zijn! Hoog ommuurd met prikkeldraad en wachttorens en daartegen aan is een vissersdorpje geplakt. Een grote rechthoek met twee straten evenwijdig aan de kust, mooi cementen huisjes met badkamertegeltjes, overal stenen banken, bij de beide tempeltjes aan elke kant, Shiva en Ganesh, kleurig geplaveid, bij het strand een soort van wasstraat voor de tractor en de tuktuks. Ik vermoed dat het oorspronkelijke dorpje op de plaats was, waar nu de kerncentrale is, en dat dit modeldorpje ervoor in de plaats is gebouwd.

De sfeer was er stil en ook wat onwerkelijk. Er lagen hele kleine zilverachtige visjes in de zon te drogen als een héél groot tapijt. De vissers hebben een moderne, cementen, keurig onderhouden witte  schaduwplaats, waar ze hun netten boeten. Op het evenementenpleintje voor de Shiva-tempel, moet pas een festival geweest zijn, de hele nacht feest tot 8.00 in de ochtend, alle dorpjes erom heen komen dan ook, maar er was geen afval te bekennen. Ik vind het leuk, zoiets te ontdekken, door het onbekende in te wandelen. 

Wiki is een goede infobron als ik iets wil weten. Ik zag in het food center dat tomboy-meisje, zoals ik haar gedoopt heb, binnenwandelen, met haar ouders en een broertje Ik zag haar vanmiddag op het drukke Indiase zondagsstrand vlakbij de Shore-tempel en had haar eerder gezien. Met een wat brutale blik was ze half aan het bedelen, half aan het lol trappen.Toen ik haar vroeg waarom ze niet op school zat, betrok ze en was ze zo weg... Wiki vertelde dat er velen zijn als deze familie: ze verkopen kettingen enzo, hebben vaak best wat geld, maar ze hebben geen huis, ze slapen overal waar het kan, bijvoorbeeld in de voorhoven van tempelcomplexen. Ze trekken het hele land door, volgen de festivals want daar kun je verkopen, van Bombay helemaal tot naar Calcutta, ze behoren bij de laagste kaste. 

Mijn schoolvraag aan tomboy-meisje was dus misschien best pijnlijk. Wie weet wil ze bést graag naar school,maar zit dat er door de leefstijl van haar familie er niet in... Altijd, je leven lang zwerven... Waar heb ik het dan over met die onduidelijkheid over de Exit Permit? Ik die in Nederland woon in een mooi stenen huis vol spullen en hier het me comfortabel kan maken in een kamer. De wereld is een gekke plek, met zo’n diversiteit aan leefstijlen...