vrijdag 1 maart 2019

Grottempel, vrouw met doeken, steenhouwer

Heerlijk, om op één dag zoveel verschillende indrukken op te doen. De dag begon laat, ik moest natuurlijk een beetje bijslapen, en ging eerst naar het strand, even de ruimte van de zee en branding ervaren. er lag een heel grote dode schildpad op het strand. Een vissersboot werd met een tractor het strand opgesleept. Ik zag een dode kogelvis en andere grote vissen liggen, de zee lijkt visrijk. Er lagen bloemenblaaadjes en  een bloemenslinger, er wordt geofferd op het strand. Ik liep met opzet een ander straatje in dan waar dit Guesthouse aan grenst.

Tot mijn verrassing bleek er achter het frontje van guesthouses en restaurantjes die uitkijk op zee hebben, een heel vissersdorp te zijn. Welvarend. Ik zag voor het eerst ook plantenbakken langs de huizen, veel bloeiende bomen, veel offertempeltjes bij voordeuren, veel kolams. Mannen zaten in twee kringen op de grond te kaarten. De boten op het strand zijn ook veel groter dan ik eerder zag, met grote motoren en wat scheelt het, als een dorp een tractor bezit om boten op het strand te trekken en de zee in. Maar ondertussen was ik weer op het strand en kon de juiste toegang naar mijn guesthouse niet vinden.

De vrouw die kleding en doeken verkocht gebaarde naar me. ‘Waar moet je wezen? Ik zie dat je aan het dwalen bent.’ Wat een heldere ogen waren het, waar ik in keek... Toen ging ik brunchen, en deed dat hier, bij de zoon van de eigenaar, ook om weer op internet te kunnen. Voor het eerst weer westerse toast, met een heel dun gebakken omelet, het duurde lang eer de koffie kwam, die koken ze op een bepaalde manier. Op internet bleek mijn e-mail-id niet geldig te zijn, om op de site van de Exit Permit-aanvraag te komen. Verdamme. Meteen een mail naar hen gestuurd.

Ik besloot wat boodschapjes te gaan doen, geld uit de ATM te trekken, het geheel even te verkennen. Dit guesthouse ligt in een zijstraat vol boetiekjes, heel veel steenhouwers die beelden van allerlei groottes verkopen, op westerse toeristen gerichte restaurantjes. Veel hogere prijzen dus. Zou er niet ergens op de hoofdstraat wat goedkopers zijn? Een beeldenverkoper wenkte me, gisterenavond had hij me ook al warm gegroet. Hij is al 36 jaar steenhouwer, hij was heel arm en komt uit Madurai, maar nu ging het goed met  hem. Meteen weer die filosofische inslag: ‘Je kunt over een half uur wel dood zijn’, zei hij, ‘nu is het de tijd om het leven te omarmen’. Hij vertelde dat er heel veel westerse vrouwen hier zijn, die korte affaires hebben met Indiase mannen, want in hun land werken ze alleen maar. Zat hij mij nu ook een beetje te versieren? Ik zei hem dat helemaal niet te willen.... Ondertussen zag ik wel een mooie marmeren beeld, door hem gemaakt van die androgyne God(in), half man,  half vrouw, dansend. ‘Don’t talk about money’, zei hij, ‘you are a social worker, so you do not have much money!’ 250 tot 300 euro vroeg hij voor dat beeld. ‘Money is not important, but you do not give it to me for 50 euro, zei ik lachend. Hij glimlachte terug. P ‘We talk about it later’, zei hij, ‘drinking chai’. Dit gaat misschien mijn afdingdoel worden. Ik kom elke dag langs hem, weet ik al, want ik vond een heel gezellige en goedkope food court op het einde van de hoofdstraat. 
En toen zag ik achter de hoofdstraat een tempel liggen en daarachter rotsen die wel gebeeldhouwd leken. Wat een verrassing weer, dichterbij gekomen! Grote olifanten in die rots gebeeldhouwd, hele taferelen vol figuren, pilaren uit de steen gehouwen, het was de Pancha Pandava Mandapa, een grottempel. Weer van een heel andere cultuur: de Pallava’s rondom 627-700 na Christus. En ernaast was de Krishna Mandapa. Binnen in de grottempel zie je Krishna de berg Govardana optillen, om koeherders en herderinnen te beschermen. Adembenemende,  vredige taferelen van koeien en mensen eromheen die melken en hoeden. En in de hoek, apart genoeg ook een groepje met een leeuw, griffioenen en een sphinx.. Prachtig! Het soort tafereel schijnt geheel uniek te zijn in heel India. 

Toen werd het tijd voor een duik in de warme zee, zo bleek. Maar van tevoren kwam ik de vrouw met de doeken weer tegen, ze kwam bij me zitten, we praten wat. Het bleek dat zij voor een baas werkte, en elke dag op dit strand kwam met de tuktuk uit een dorp hier drie kilometer vandaan. Ze was duidelijk niet aan het verkopen, ze zei weer dat ze dacht dat ik verdwaald was, die ochtend, omdat ik in die hete zon tot twee keer toe weer op het strand verscheen. Ondertussen dacht ik wel dat een grote katoenen doek, toch wel erg handig is voor het strandleven. Dus ik toonde mijn  interesse. Een van de vier was licht  van kleur met olijfgroene olifanten, bloemen en een mandala erop. Precies toen ik dacht: de kleur is mooi, zegt zij deze woorden! ...soms denk ik dat mensen hier een beetje helderziend zijn. Ik nam deze en ze hielp me het uitspreiden, iets verder van zee, dan waar ik zat, gebaarde ze, want de vloed kwam op. Terwijl ik met de golven aan het spelen was, er sprong een grote gele vis vlak voor mij op, kwam ze weer voorbij en ze wilde me iets zeggen. Ik uit zee: je bril! zei ze, kijk uit, de golven zijn onvoorspelbaar, je kunt die zó verliezen! 

Ondertussen heb ik opgeteld ook bijna een uur besteed aan het proberen te bereiken van de immigratiedienst, aan de telefoon. Eerst kom je er niet doorheen, want het is te druk en daarna neemt er niemand op, terwijl ze wel een mail stuurden, voor de tweede keer, of ik wilde bellen. Ik meteen naar de telefoon en mail dat ook per omgaande  Niemand neemt op. Ik vrees dat die mail automatisch worden gegeneerd... En morgen is het weekend en zitten ze twee dagen dicht... Meebewegen met de Indiase gang van zaken, er zit niks anders op. Bij de aanvraag van het visum stond er ook dat het twee weken duurde, maar dat kwam na enkele dagen. Meebewegen... en op een plek als deze, hier in Mammabalipuram, wordt me dat wel makkelijk gemaakt.