Ik kom teruggeslenterd van de food court waar ik vandaag zowel 's middags en 's avonds gegeten heb, met een groot glas lemon juice. Mijn hoofd tolt van de verhalen die ik er te horen krijg. Mensen vertellen graag over wat hen bezighoudt, direct, zonder schroom. Dat raakt me elke keer weer: de intensiteit van aanwezig zijn.
De food court wordt gerund door een familie, waarvan een broertje er drie avonden is, for the family, I have a good family. Op zijn ene arm is een Walt Disney-achtige vrouw getatoeëerd met de woorden I love my mom. Op de andere arm komen nog de afbeeldingen van zijn vader en zijn moeder. Zelf is hij 27 jaar, studeert voor mechanic engineer, maar in zijn hart is hij een danser. Hij geeft nu al les aan dertig leerlingen, alle stijlen, van hiphop, naar klassiek, hij laat filmpjes zien van zijn leerlingen. De vrouw van zijn broer zit in de bloemen in Chennai en zij heeft dit zaakje mee helpen inrichten: die palmbomen kosten ieder 15.000 rupie (200 euro) dit boompje 3000. Ik zei dat het wel hielp, want ik was ook meteen voor de inrichting gevallen, kleurig, met al die planten.
En dan is er een man uit Nepal, 45 jaar, ik dacht dat hij Chinees was, met wie ik uitgebreid over God praat, gisteren ook al. Hij is rooms katholiek, op zijn tiende is zijn hele familie bekeerd, nadat zijn vader heel ziek, na enkele weken weer beter was, nadat een priester gezegd te gaan bidden en in Jezus te gaan geloven. Zij werden opgelicht door de dokters, had de priester gezegd, ze waren maar een arme boerenfamilie. Ik kan het niet nalaten dan te denken: en wanneer heb je die dosis penicilline toegediend? Morgen, elke zondag gaat hij een kwartier naar de kerk. Sitting in silence, you know, everywhere it is my House, my This, my that...but with God everything is open, nothing to worry anymore. En hij ging zitten in meditatiehouding en werkelijk, zijn gezicht ontspande ter plekke, alsof er twee engelen op zijn schouders waren neergestreken. There is only one God, What you believe is up to you...
En ik zag de vrouw met de doeken weer op het strand, die me vertelde dat er een jonge vrouw met gestrekte armen zonder bovenkleding had gelegen en dat ze had gezegd: Niet doen... This is India... en dat die vrouw eerst kwaad was geworden, maar na langer praten het wel begreep en toch weer haar bovenstuk had aangedaan. En een andere man op het strand liep een stukje mee op, hij verkoopt zelf gekerfde hangertjes, die hij in een blikje bewaart: How are you? Je was hier gisteren ook, ik weet dat je niks wilt kopen... Bleek hij zelf, minstens een keer per week, ongeveer 30 minuten, op het strand te mediteren. ‘It gives you energy.’
Na vandaag begrijp ik ook waarom het in dit kleine stadje van nog geen 13.000 inwoners, krioelt van de Art Centers en de steenhouwerijen, ateliers en werkplaatsen waar aan de lopende band beelden worden gemaakt. Ze wonen allemaal aan de voet van die gigantische rotsformatie, waar op meerdere plekken tempels uit de rots zijn gehouwen, met prachtige beelden daarin. Als je het even niet meer weet, wat de waarde van je beroep is, als je inspiratie zoekt: klim de rotsen op en verwijl in één van die tempels... Nederland was zompig veen en moddergebied, waar weinig mensen leefden, en toen waren deze grottempels er al uit de 7e eeuw, zoals de Vahara-tempel.
India heeft, verspreid over het hele land zoveel grottempels... Voor mij zijn het bewijzen die gaan over de kracht van de menselijke geest. Hoe kom je erop, om in de wildernis, in een rots te willen gaan hakken, om daar dan de mooiste beelden van goden tevoorschijn te laten komen, en ze tegelijk een huis te geven door daar ook pilaren te hakken? Op een van die hellende rotsen was er een ronde rots die daar onbeweeglijk een evenwicht had gevonden om er zo te rusten, een natuurlijk fenomeen dat Krishna’s Buttrball is gaan heten. Het soort van evenwicht waar ik ook naar streef, op het soort van hellende vlak van mijn positie nu: hier zijn - me thuis voelen - niet naar huis kunnen.