Nee, er past nergens meer een boekenkast in mijn toch al overvolle huis... dus dan maar een meter boeken opruimen om plaats te maken voor de aangeschafte stripboeken en ‘graphic novels’ en alles wat herorganiseren. Ik kwam twee boeken van André Brink tegen, nog nooit gelezen, maar eentje lijkt erg van toepassing in deze tijd: De Muur van de Pest. Alle thema’s van nu komen bij elkaar: Paul is een blanke man, zeer geïnteresseerd in de tijd toen de pest in Europa in de 14e eeuw uitbrak, hij wil een film en een boek erover maken, zijn huidige vriendin Andrea is kleurling en zij moet zich ontfermen over Mandla, een vriend van Paul, een zwarte man, gevlucht uit Zuid Afrika.
Het boek is uit 1984 nog in de tijd van de apartheid en deze zwarte man verwijt Andrea, onderweg in Avignon, op zoek naar filmlocaties voor Paul, dat zij vlucht in Europa en geen verantwoordelijkheid neemt voor haar land, ze moet ook haar stem verheffen, ze is Zuid-Afrikaanse, dat mag ze niet verloochenen.Andrea heeft aanvankelijk een hekel aan hem, maar ergens weet zij ook dat er misschien een kern van waarheid in zit. Paul heeft haar ten huwelijk gevraagd en zij weet dat wanneer zij ‘ja’ zegt, ze definitief aan de ‘witte’ kant van de samenleving komt te staan, Mandla zegt steeds dat zij in feite zwart is. Ook vraagt ze zich af of Pauls obsessie met de pest: Mensen die het privilege hebben om zich af te zonderen in huis en een oplossing vinden in het samenleven met elkaar, man-vrouw, geest & lichaam etc, dat het onderwerp is van films die hij maakt, iets is, waar zij wel warm voor kan lopen.
Opmerkelijk; dat thema van de muur: tussen zwart en wit om te slechten en tijdens de pest letterlijk indertijd op veel plaatsen opgericht om groepen van elkaar te scheiden en jezelf te beschermen: we leven ditzelfde thema nu volop. Iets in de gedachtengangen van Andrea, als kleurling is mij bekend, dat heen-en-weer , het leven in een soort van tussengebied. Zou dat een reden zijn dat ik deze twee boeken zo ongeveer opgedrongen kreeg? Ze zei erbij dat het haar absolute lievelingsboeken waren. Ik kon ze niet weigeren, ze stopte ze zo ongeveer in mijn tas, maar heb ze tóch geweigerd door ze dus nooit gelezen te hebben...
Al lezend kwamen er steeds meer herinneringen naar boven, over T. de geefster van deze boeken (ook in het boek zelf worstelt Andrea voortdurend met wat ze wel of niet wil aannemen van haar mannelijke geliefden en het lukt haar niet goed om ‘nee’ te zeggen) T. was een mededeelnemer van een reis naar Assisi en het Rietiedal, de voettocht die ik een jaar later zelf begeleidde. Er kwamen reünies van twee groepjes waarvoor ik beide gevraagd werd en dat verwaterde, maar L. de Jezuïet, zag ik afzonderlijk en T. nodigde mij, ook met veel aandrang, uit om bij haar te komen logeren, toen ze hoorde dat ik enthousiast was over het Groninger Museum en de binnenstad.
Het werd een heel apart weekend. T. lag in scheiding, ze treurde nog erg om hem, en zou een maand later uit het huis verhuizen en haar moeder was een half jaar eerder overleden. Ze vroeg me of ik mee wilde om bloembollen te planten bij haar graf, bij een heel klein kerkje op een terp in de uiterste, hoogste punt van Groningen. Uitzicht op de weilanden zover je kon kijken, in stilte , alleen de koude wind woei in onze gezichten en zij was af en toe in tranen. We plantten er honderd bollen. ’s Avonds kookte ze heerlijk: een Aziatisch gerecht, het eten was gewikkeld in lotusbladeren. Ze woonde in een groot modern huis, vol kunst met schijnwerpers erop, ze was in het zwart gekleed met zilveren sieraden, een edelgesmede hanger en brede armbanden en ontworpen ringen. Heel anders dan de sjofele T. tijdens de voettocht en door wie ik ervaren heb hoe hard tandenknarsen in je slaap klinkt: als schurende, piepende schuurdeuren.
Toen kwam ze met die twee boeken aan. Waarom? Ik vraag me ook af, of er meespeelde dat ik zelf een kleurtje heb? Ze zou me een adreswijziging sturen. Die is er nooit gekomen, ze is dus onvindbaar voor mij geworden, de boeken kan ik haar niet terugbezorgen. T: ik heb al heel lang niet meer aan haar gedacht en dan ineens komen er allemaal scènes in brokjes weer binnen: die laatste ontmoeting was toch wel raadselachtig.