donderdag 25 juni 2020

Veerkracht

Dàt is me nog eens een omslag door de corona-crisis: als je anders met het Mahler Chamber Orchestra op tournee was geweest in Amerika en Europa en nu in de teststraat corona-tests aan het afnemen bent, zoals er vanochtend in Trouw te lezen is. En dan had violiste Paulien Holthuis nog het geluk dat ze twaalf jaar geleden, tussen optredens door, de opleiding tot doktersassistent heeft gedaan. Ze is al 22 jaar zzp-er, maar of ze ooit nog met viool spelen de kost kan verdienen is de vraag... als doktersassistent trouwens ook, want ze heeft een contract van drie maanden.

Wat een euvel is dit bij artiesten in het zo brede spectrum dat er is: je hebt publiek nodig, dat hoort bij je vak en als dat niet meer mogelijk is dan sta je dus met lege handen. Het doet me denken aan de theologie-studie. Die deed ik met veel bevlogenheid, ik heb ook nooit spijt daarvan gehad, maar dan kom je op het einde van een lange rit erachter dat je je niet kan vinden in de beroepsperspectieven en wat dan? Dan kun je niks, je bent tot niks opgeleid... Gelukkig werd ik beheerder in de wijkcentra en kon daar toch ook iets vanuit mijn hart kwijt.

Maar ergens blijf je ten diepste ‘een theoloog’... Raar is dat. Het is toch blijvend vormend hoe je de wereld bekijkt en analyseert. Van klooster-tijd tot en met mijn belangstelling nu, voor ‘graphic novels’, al is dat wellicht niet zomaar begrijpelijk, hoe dat dan werkt. Het gaat over communicatie, uitingsvormen; hoe mensen zich met elkaar verbinden en met het leven, middels verhalen en beelden... Comics en graphic novels bevinden zich exact op de grens tussen het woord en het beeld en putten uit de bron van de verbeeldingskracht, zoals alle religie dat ook doet.

Die verbeeldingskracht hebben artiesten nu wel nodig om het hoofd boven water te houden, ook in hun eigen beroep. Hoe krijg je een niet volle zaal toch aan elkaar verbonden?.... En hoe blijf je toch artiest als je nu incognito in een teststraat werkt? Als je een mooie Italiaanse viool hebt uit 1750 en al vanaf je zesde jaar viool speelt en tien jaar intensief daarop gestudeerd hebt en je hele leven voor de muziek hebt gegeven en dan ben je nu 47 jaar... In je vrije dagen zoveel mogelijk spelen, zegt ze nu. 

Deze Coronatijd doet zóveel met mensen... Soms snap ik zelf niet hoe gedachten en gevoelens door je heen gaan...Gisteren lag ik op het strand aan de rand bij het riet: met opzet daar natuurlijk, om aan één kant tenminste geen voorbijgangers en strandliggers te hebben. Komt er een oma op dat stukje strook gelopen met in haar kielzog twee kleinkinderen. Ik schrik op en ze weet dat ze de 1,5 meter niet respecteert. Zegt ze lachend tegen mij: Wat bent u mooi bruin! en ze loopt door. En ik vraag me dan af, of ik dit ook onder een vorm van rassendiscriminatie kan scharen... of neem ik dit dan te zwaar op? Maar is dit niet exact de vraag die je je altijd hebt gesteld wanneer iemand onverwacht onaardig tegen je deed of een grens overschreed of je de toegang weigerde en is dit niet precies waar witte mensen zich  nooit mee bezig hebben gehouden?  Wat ook niet helemaal waar is: in de Britse standenmaatschappij is ook de term ‘white trash’ geboren. Ach...

Alles wat mensen nodig hebben, elke keer weer, is Veerkracht. De letters die op het Imaginaire Eiland van Oerol daadwerkelijk op Terschelling verschenen op het strand, de duinen, in het bos en de weilanden. De naam die een deelneemster verzon voor de nieuwe gymclub voor ouderen in mijn laatste wijkcentrum waar ik de beheerder was. En hoe ik toen dacht: dit is een écht theologisch woord.