Het is plotseling gaan onweren, bliksemen en regenen. Ik zit hier tussen de jongeren die uitgezakt op de bank, meteen een dvd zijn gaan kijken. Mijn tentje, dat op zijn einde loopt, nog een keer met mooi weer kan wel, zo had ik gedacht, staat op deze heuvel, de hoogste in het landschap nu wel aardig kwetsbaar.
Een wandeling gemaakt door een zoeven nog loom, kruidig arcadisch landschap. Precies zoals op middeleeuwse schilderijen van Italiaanse meesters. Dat blauwachtig licht in de verte, de typisch Italiaanse bomen, een oude toren, muren en daken. Het landschap heeft iets stils en de wind ruist plaatselijk door struiken en bomen. Nu weet ik weer waarom Franciscus broeder wind speciaal noemt in het zonnelied.
Bij het zwembad krabbelde ik twee figuurtjes, die Nonnie en Nonja gingen heten. Nonnie is snel, speels vrolijk en ze heeft een speelpakje aan met kleurige kralen in banden om haar heen gewikkeld. Ze loopt op blote voeten, want voor haar is het altijd zomer. Nonja heeft een bruin Thierry de slingeraarpakje aan met een wit touw en drie knopen erin. Ze heeft stevige cowboyachtige laarzen aan. Ze is bedachtzaam, stil, stoer, meditatief.
Nonja en Nonnie maken allerlei avonturen mee. Welke weet ik nog niet. Of ze ruzie met elkaar krijgen, ooit, weet ik ook niet. Nonja is geen nonja, geen dame dus en Nonnie is niet een non. Wat mot ik met beide? Ikke niet wete. Ik wist alleen bij de bushalte naar Perugia vanochtend, dat ik daar helemaal niet naar toe wilde vandaag. Liever zag ik vanonder mijn panama strooien hoed, een landschap zoals in het mozaiek in Classe bij Ravenna.
Zoveel groen en aardse aarde, met zonnebloemvelden die midden op de dag ineens hel geel waren, want de zon stond achter me. Een strook blauwe hemel die daarin rustte. Plons! in het zwembad. Even geen oude kerken en gebouwen. En zo werden Nonja en Nonnie geboren.