Doordat Carice van Houten vertelde een fan te zijn van Meryl Streep, kwam bij mij ook die herinnering terug: dat was ik ook ooit een poos, heftig. Bij mij begon het met de film The french lieutenant's women. Ik heb jarenlang meer dan levensgroot, het besloeg een muur, de still opgehangen gehad, waar Meryl, gehuld in een zwarte cape op de pier van Lyme Regis in Zuid Engeland omkijkt: Wild, ongetemd, direct, authentiek. Rode haren en melancholie.
Ik ben zelfs naar Lyme Regis gereisd om op dezelfde wijze op het uiteinde van die stenen slurf over de zee uit te kijken. En te wandelen in het heel speciale bos, The Undertow heette het geloof ik, vlak langs de kliffen. En fossielen te zoeken op het strand. Er was dus allereerst die film en dat personage. We hebben het over pakweg 25 tot 30 jaar geleden...
Tja. Dat personage blijft denk ik, toch ook een van mijn alter ego's. Vervolgens gebeurde dat met meer rollen die ze speelde: Dat je, door hoe ze zichzelf metamorfoseert, je héél dicht bij dat karakter komt. Geen actrice die zo kameleonachtig iedereen lijkt te kunnen zijn. Veel films gaan nu door mijn hoofd heen, maar ik ga er hier geen eentje noemen. Het is de ondergekoelde gepassioneerdheid waarmee ze in elke rol kruipt. Van loeder, tot verscheurd-zijn. Van verlangend je grote liefde laten gaan, naar krijsend en schreeuwend een machtswellusteling wezen. Van heel komisch tot onooglijk, bleek en bijna niet aanwezig. Zoals Meryl Streep in elke rol kruipt, dat is een schoolvoorbeeld hoe je zou willen dat in den beginne iedereen zich zou kunnen verplaatsen in iedereen. Met huid en haar. Dat vraagt scherp waarnemen en een héél groot inlevingsvermogen.
Het vraagt ook onafhankelijkheid. De niet bereidheid om je te voegen in alle normen, gebaren en gewoonten van de tijd waarin je leeft. Daarom zal ze wel zo levensgroot, zo lang aan mijn muur hebben gehangen. Met die blik in de ogen: ALLES is mogelijk, altijd.