Gisterenavond naar de film Swimming Pool gekeken van Francois Ozon. Een heel geschikte film, voor het einde van een zomer en als je zelf een week veel bij een zwembad hebt rondgehangen. De film heeft een traag, kleverig muziekje vol verlangen en heimelijkhed dat je de wereld van dat Franse landhuis met zwembad, ergens op het zonnige platteland, intrekt.
Charlotte Rampling speelt een androgyne vrouw. Dat doet ze goed, vind ik, haar houding, kleine gebaren, iets in de blik, een Engelse detectiveschrijver. In dit huis van haar uitgever ontmoet ze zijn dochter. Een bloedmooie, sexy jonge blondine met een vanzefsprekende lichamelijke presentie. Zo heel anders dan de analyserende, speurende houding en het leven vanaf een afstand bekijken van Sarah Morton, de schrijver.
Het meisje laadt in het begin de ijskast vol lekkers, maar de schrijver wil alleen maar kwark met gezoete poeder. 'Ga jij maar terug naar je boek, Miss Marple', hoont ze, terwijl ze haar lange krulhaar naar achteren schudt. Er gebeurt uiteindelijk van alles tussen die twee, inclusief een moord en het opruimen van het lijk en onderwijl schrijft de schrijfster, dat leven van Julie, haar roofdierachtige tegenpool.
Het subtiel gespeelde androgyne, geeft de film vanaf het begin een onderstroom: is deze Julie écht of is het de fantasie van de schrijfster? Is het de gefantaseerde vitaliteit en sensualiteit van haar medebewoonster in het landhuis die haar weghaalt uit haar writersblock en de sleur van de detectiveserie waar ze uit wil, gedreven door het verlangen om eens iets heel anders te schrijven?
Het zwembad krijgt iets van een leeg scherm, waarop je alles naar believen kunt projecteren. Het boek dat ze uiteindelijk schrijft, heet ook Swimming Pool. Een intrigerende film, die mij dicht bij de vraag brengt: Wat wil en kan ik projecteren en creëren in het zwembad van mijn leven?