donderdag 25 september 2008

Tijdreizigers

Voor de derde keer op een rij lees ik The Stone Gods van Jeanette Winterson. Ook deze keer vallen me weer geheel andere dingen op. Het lijkt bijna of ik een ander boek aan het lezen ben. Nu viel het me op dat Billy, de hoofpersoon, eigenlijk een leven leidt zoals dat zo is in deze tijd. Zij heeft een boerderijtje met echt water erom heen, bomen, een hond. Terwijl de planeet allang bedorven is en iedereen zich verheugd op een nieuw ontdekte biotoop: The Blue Planet.

Waarom spreekt het boek me zo aan? Net in de stilte in het koor, dacht ik dat deze gebedsruimte eigenlijk een soort ruimteschip is. Tijdloos, op weg naar... We zijn er allemaal tijdreizigers en reiken naar een onbekende horizon.

Gisterenavond kwamen er weer verhalen los van de broeders. Sommigen kennen elkaar al meer dan veertig jaar. Ze hebben gewoond in Eindhoven, Oosterhout, Brussel, Indonesiƫ, Udenhout, Rome enzovoort. Het lijken wel eigen planeetjes en nederzettingen. Op de ene plek was alles los zand en eigenlijk een hel, op de andere plek waren er monsterlijke medebroeders. Ook in tijd zijn ze als het ware van de Middeleeuwen naar het hier-en-nu gereisd.

Vroeger werd het aan de paters verboden om met de werkbroeders in de tuin te spreken. Priester waren een soort verheven klasse. 'En nu word ik verplicht om aan een vergadering mee te doen !" zei broeder M. lachend. Hij is koster, doet de bloemen en kaarsen op het altaar, de kippen, veegt, schoffelt en assisteert bij het geven van het brood en de wijn. Vroeger is hij nog op termijn gegaan: elke dag bedelend langs de huizen en instellingen.

Een ander broeder vertelt dat hij als broekie bij een hogere geroepen werd. Die de vraag stelde: 'Bevredig jij jezelf weleens?' 'Toen kon ik in alle oprechtheid nee zeggen, later niet meer. Onze puberteit begon pas toen we allang volwassen waren. We groeiden beschermd op achter de kloostermuren en moesten dan ineens het volle leven in. Dan hoorde je tijdens de biecht verhalen over ontrouw, priesters die met vrouwen bezig waren en eentje zelfs met kinderen. Je was dodelijk alleen en eenzaam. Want er was je verteld dat jij de geheimen moest bewaren... Wat wel mooi was, is dat degene die mij die impertinente vraag stelde daarna, tot vlak voor zijn dood, vorig jaar, elke keer als hij me zag zei: "Sorry, hoor, voor die vraag, toen."...' Ach ja, we wisten gewoon niet beter'.

Tijdreizigers zijn het. Ook wat betreft functie en positie. De ene keer was de ene gardiaan, en de andere degene die volgde, een paar jaar later was het omgekeerd. Ze hebben gewoond in tweekamerwoningen waar de muizen krioelden, in eigen huizen en soms partime in een klooster. Ze kwamen bij elkaar met andere zusters en broeders van andere ordes, hebben in kleine gemengde groepen gewoond ... En dat vertellen ze aan mij, de eerste vrouw die in een klooster een kamer bewoond. Voor de meesten het laatste experiment dat ze aangaan...

Ik voel me wel een soort Billy, op zoek naar een nieuwe planeet, zoals in het boek van Winterson. Een plek vol onverwachte dingen. Misschien is het wel meer zoals in Wreck-city: een tussengebied waar allerlei levenvormen door elkaar heen lopen. Of toch meer zoals Paaseiland: waar Stenen Goden onveranderlijk de horizon in staren....