woensdag 29 oktober 2008

Mijn beter ik

November is de Maand van de Spiritualiteit en het thema is: 'Mijn beter ik'. Tja. Een beetje een linke titel of leidraad, vind ik. Alsof spiritualiteit zou gaan over het verbeteren van jezelf. Vage noties en associaties gaan daar dan omheen zweven. Op naar een 'hoger' zelf, een 'verlicht 'zelf, een ík waar je aan kunt werken.

Dan is het wellicht nuttig om de oorsprong van het thema in de gaten te houden en dat is een boek van Renate Rubinstein, bij leven columnist bij NRC Handelsblad onder de naam Tamar. Die naam ontleent zij weer aan een gedichtje van J. Goudsbloem uit 1932 en dat gaat zo:

Mijn beter ik en ik
streden erop of eronder
Mijn beter ik, bezweek,
nu ben ik, goddank, zonder.

Kijk, daar kun je wat mee. God wordt gedankt dat het beter ik verdwenen is. En Renate Rubinstein vertelt in het boek over haar clandestiene liefdesverhouding met Simon Carmiggelt, die indertijd 'de getrouwdste schrijver' van Nederland werd genoemd.

Het beter ik, is er dus om kwijt te raken. Dat betere ik bestaat uit allerlei moraliteit, oordelen en veroordelingen, een streven om jezelf te vervolmaken. Dus het thema had beter kunnen heten: Zónder mijn beter ik.

Wat komt er dan voor in de plaats, als dat beter ik dan eindelijk bezwijkt? Dat kan niks anders zijn dan iets van oprechtheid en eerlijkheid. Luisteren naar de stem in je hart zonder op je omgeving te letten en te denken 'dat kan toch niet? Dit mag toch niet? Dit is toch niet goed?' Zoals Renate Rubinstein en Simon Carmiggelt niets anders konden dan van elkaar houden. Al was de een getrouwd.

In het boek blijkt dat Carmiggelt al helemaal in het begin, als ze nog niet eens gezoend hebben tegen Renate zegt dat hij ermee wil stoppen. Want hij heeft het zijn vrouw verteld en die kan er niet meer tegen. En hij vind het zelf ook smoezelig. Hier spreekt Simons betere ik.

Maar Renate, die alleen maar mee kan gaan in dat besluit, die denkt dan al: 'Hij had gezegd dat hij van mij hield. Ik geloofde niet dat dat loze woorden waren geweest. Hoe neerslachtig ik ook was, af en toe dacht ik: Waar een wil is, is een weg.'

Hier gaat spiritualiteit over: Hoe liefde, houden van, in alle vormen en gedaanten, een weg zoekt. Want waar een wil is, is een weg: de weg van de geest, Spiritus, Begeestering.